Wie: Karin van Elten
Van: Glazenwasserij Van Elten
Waarom: ‘We weten niet beter’
Hoe: ‘Als het nodig is honderd keer uitleggen’

Karin van Elten is de directeur van Glazenwasserij Van Elten. Daar werken op dit moment tweeëntwintig mensen, vijf op kantoor en achttien in de buitendienst. Daaronder zijn ook altijd wel mensen geweest met een ondersteuningsbehoefte. ‘We weten niet beter. Iedereen die wil werken, krijgt gewoon een kans.’

Glazenwasserij Van Elten reinigt gevels en ramen, voornamelijk in opdracht van grotere schoonmaakbedrijven. “We zijn altijd op zoek naar mensen. Ook nu. Meestal hebben we rond de twintig man in de buitendienst. Maar de ervaren glazenwassers worden weggekocht door grotere bedrijven. Daar doe je niks aan.”

Op zoek naar nieuwe medewerkers zoekt Van Elten ook bewust naar mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt, maar nieuw is dat niet. “Eigenlijk is dat voor ons gesneden koek. We weten niet beter dan dat iedereen die wil werken, ook de kans moet krijgen. Dat doen we al vijfendertig jaar zo.”

Om bij Van Elten aan de slag te kunnen werken, moet je je best willen doen en om half zeven ’s ochtends op de zaak willen zijn. “Als je dat wilt, kunt en volhoudt en ook fysiek redelijk op orde bent, kunnen wij je de rest wel leren. Daar zijn we sterk in.”

Banenmarkten
Op zoek naar personeel struint Van Elten alle banenmarkten in de omgeving af. Maar ze merkt al een aantal jaar dat ze daar vaker dezelfde gezichten ziet en minder nieuwe aanwas. “Daarom kijken we nu ook op andere plekken, naar mensen die misschien wat meer ondersteuning nodig hebben. Deze zomer hebben we dus twee personeelsleden gevonden bij de Banenmarkt van het WSP tijdens de para-spelen in Rotterdam.”

Hierbij gaat het om medewerkers die in het doelgroepregister Banenafspraak staan. Enkele maanden verder zijn de ervaringen positief. “Het kan dat ze iets meer tijd nodig hebben. Of iets meer uit moeten leggen. Nou, als het nodig is, doen we het honderd keer. Ik merk wel dat ze sterk het gevoel hebben dat ze zich extra moeten bewijzen. Dan zeg ik: ‘dat is helemaal niet nodig. Het feit dat je hier bent en je best doet, zegt mij genoeg.’”

Deze ervaringen leiden ertoe dat Van Elten zich best voor kan stellen om in de toekomst nog meer mensen aan te nemen uit een van de doelgroepen. “Wel is het zo dat de veiligheid geborgd moet zijn, dus je zoekt altijd een mix van ervaren mensen en op te leiden krachten. Daar staan we zeker voor open. Het wordt alleen zo moeilijk gemaakt.”

Zo vindt Van Elten het raar dat het contact met de jobcoach pas laat op gang kwam en het duurde ook lang voor de afspraken voor de loonwaardemeting werden gemaakt. “Dat helpt natuurlijk niet, maar dat kan ik nog wel accepteren.”

Voor succes gestraft
Moeilijker vond ze het toen ze twee jongens uit de Wajong een loonsverhoging gaf ‘omdat alles zo duur geworden is’. Pas later kwam ze erachter dat haar medewerkers door die loonsverhoging minder toeslagen kregen en er daardoor niet op vooruit gingen, maar juist onder het bestaansminimum zakten. “Toen ik dat hoorde, heb ik ze maar uit de Wajong gehaald. Van zulke situaties mogen ze natuurlijk niet de dupe worden.”

Wrang vindt Van Elten wel dat de inzet van deze medewerkers niet meegerekend wordt bij bijvoorbeeld SROI bij overheidsopdrachten. “Ik moest ze uit de Wajong halen om ze een normaal inkomen te kunnen geven, en het zijn nog steeds dezelfde jongens als toen ze in de Wajong zaten, maar nu ze dat officieel niet meer doen, telt het niet meer mee. Dan wordt je toch vanwege je succes gestraft. Zo voelt het althans.”