ROC Twente ‘zoekt naar kansen’

Je zou haar met z’n allen toch spontaan een handje helpen. Laura Bisschop, die zich bij het ROC van Twente sterk maakt voor extra banen in het kader van de Banenafspraak.

Laura Bisschop is al vijf jaar HR-medewerker Participatiewet en Banenafspraak bij het ROC van Twente. Deze onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie in de regio Twente verzorgt met meer dan 2.000 medewerkers onderwijs voor ruim 20.000 studenten.

We spraken haar een paar jaar geleden in dezelfde functie. Dus is het een soort Laura revisited.  Destijds hoopte zij te laten zien dat de Banenafspraak op haar scholengemeenschap, en op andere mbo-scholen, wel degelijk aandacht heeft. ‘Het vergt alleen een lange adem en een langere aanloop’, zei ze toen ze drie jaar geleden op 33 nieuwe banen zaten.

Grand café in ROC
Hoe is hen sindsdien vergaan? Schoonmaak en catering hebben een hoge vlucht genomen. Laura noemt als grootste succes de opening van het grand café FAIR’s in Hengelo, dat onder begeleiding voor een groot deel gerund wordt door mensen uit de doelgroep. ‘Het loopt storm. Iedereen binnen het ROC maakt er gebruik van’, weet Laura van de grote tevredenheid onder het publiek voor het initiatief.

Op dit moment zitten ze bij het ROC van Twente op 45 banen. De kunst is volgens Laura niet alleen om dat aantal nog flink te vermeerderen maar het ook op peil zien te houden. Want net als rond alle andere werk heb je onder Bananafspraak-medewerkers ook wisselingen. De een stroomt door naar een andere baan binnen ROC van Twente of naar een andere werkgever. Een enkeling haakt af.

Coördinatie
Om de participatiemedewerkers in de schoonmaak en catering extra ondersteuning, begeleiding en aandacht te kunnen geven, zijn er twee teamcoördinatoren als leidinggevenden aangenomen. Op de werkvloer worden, naast eventueel een jobcoach, praktijkbegeleiders ingezet die de participatiemedewerkers begeleiden bij de werkzaamheden.

Laura’s taak ligt vooral in het werven van nieuwe mensen uit de doelgroep Banenafspraak door in samengestelde takenpakketten extra functies te creëren, het kandidatenaanbod vanuit Werkplein Twente te beoordelen en zo met haar collega’s van HR en leidinggevenden tot geslaagde matches te komen.

Verf en haarspray
In vergelijking met de vorige keer krijgt ze tegenwoordig relatief veel aanvragen en kandidaten voor administratief werk. Maar ook assisteren tijdens praktijklessen wordt steeds vaker genoemd, zowel vanuit de kandidaat als colleges die graag extra ondersteuning kunnen gebruiken. Laura noemt als voorbeeld de praktijkles haarverzorging waar een kandidaat veel plezier beleeft aan het op orde houden van de kasten met benodigdheden zoals verf en haarspray en het uitdelen van tasjes en beautycases met de nodige materialen. Alles staat netjes klaar als de praktijkles begint en na afloopt bergt ze alle materialen weer even netjes en schoongemaakt op.

‘Het leuke van mijn werk is dat je zoekt naar de kansen’, voegt Laura er voor zichzelf aan toe. Per slot van rekening is het óók een doel van de Banenafspraak dat mensen die eerst langs de kant stonden, gelukkig zijn op een werkplek die hen past. ‘Daar groeien ze van’, ziet Laura om zich heen. Ander feit: Met het merendeel van de tientallen mensen met een ‘beperking’ (en nog veel meer talenten), gaat het eigenlijke hartstikke goed.

Meer perspectief
Zo komt het ROC van Twente bijna vanzelf in de fase dat ze mensen meer perspectief wil bieden. Voorheen was het adagium ‘tijdelijk tenzij’. De bedoeling is dat dat steeds meer naar ‘vast tenzij’ gaat; en met vast bedoelt ze een vast contract. Op een concrete vaste baan in wat HR-mensen het ‘functiebouwwerk’ noemen.

Daarmee heeft ze, naast wat al is bereikt, de uitdaging voor de komende tijd wel verwoord. Want het liefst komen er nog zoveel nieuwe banen bij dat er iets van de oorspronkelijke target in zicht komt.

Haar gouden tip, met name voor wie er nu nog aan moet beginnen? ‘Een vast aanspreekpunt met iemand die een aantal uren voor dit werk wordt vrijgemaakt. En de eerste jaren een centraal budget om zo’n baan mogelijk te maken’.

Dan heb je de basis op orde en kan werken met collega’s met een beperking als bijna vanzelfsprekend indalen, wil ze maar zeggen.

Tekst: Klaas Salverda