Matthijs Valkering werkt als onderwijsmedewerker bij de faculteit Gezondheidswetenschappen van de Vrije Universiteit. Na een ongeluk – 2013; dus een aantal jaar geleden – heeft hij een spraak- en mobiliteitsstoornis. Dat weerhoudt hem er niet van les te geven.
Valkering studeerde medicijnen en liep coschappen toen een ongeluk zijn leven in een andere richting stuurde. Na het ongeval kon hij niet meer lopen en niet meer praten. Een jarenlange revalidatie volgde. En met succes. Het spraakvermogen keerde langzaam terug en de mobiliteit werd langzaam functioneler Voor Valkering reden zijn academische carrière weer op te pakken.
Deze vasthoudendheid zal kenmerkend gedurende het gesprek kenmerkend voor Valkering blijken. Hij hecht eraan met zo min mogelijk ondersteuning zijn eigen lessen te geven. “Er is nog steeds vooruitgang. De studenten kunnen moeite hebben om me te verstaan, maar ik merk dat ze eraan gaan wennen om met mij te communiceren. Het praten gaat ook steeds beter en de studenten merken dat.”
Op dit moment geeft hij methodologie en biostatistiek vakken, in kleinere groepen. Met twee andere docenten verzorgt hij het vragenuur. “Soms is er een collega aanwezig om als assistent te fungeren. Het beantwoorden van vragen doe ik voornamelijk via de laptop en individueel dan wel kleine groepen. Ik heb feedback gevraagd aan de studenten. Als voordeel geven ze aan dat dat het langzamer gaat. Dat geeft ze meer tijd om na te denken over wat er wordt gezegd.”
Valkering begon twee jaar geleden als onderzoeksassistent bij de VU. Hij gaf daarna zelf aan ook onderwijs te willen geven. “Daar kreeg ik gelukkig de ruimte voor van de VU. Dat betekent dat ik de ruimte krijg om mezelf te ontwikkelen en iets te doen waar ik plezier in heb.”
En hij weet dat op waarde te schatten, want Valkering weet ook hoe het is om niet aan de bak te komen. “Ik zat jaren achter de geraniums. Ik kreeg geen kans. Nu wel. En dat gun ik anderen in een vergelijkbare situatie ook. Omdat ik laat zien dat ook mensen met een beperking als de mijne normaal kunnen presteren. Als we maar de kans krijgen.”
Iemand die onderwijs geeft met een spraakstoornis valt op. Dat maakt Valkering ook tot een voorbeeld en rolmodel. “Mensen denken vaak: lesgeven is spreken. Dat doe ik nu niet zo makkelijk, maar dat betekent niet dat ik niet kan onderwijzen.”
Als je een andere aanpak hebt, kan dat bij collega’s tot onrust of zorgen leiden. Zijn prestaties hebben er in het geval van Valkering voor gezorgd dat hij de ruimte het krijgt om het op zijn eigen manier te doen. “De meeste collega’s kennen me inmiddels goed en weten wat ik kan leveren.”
Door zijn verhaal te vertellen, hoopt Valkering andere werkgevers ook te inspireren mensen niet te beoordelen op hun beperking en ze gewoon een kans te geven. “Mijn beperking is zichtbaar, of merkbaar. Dat zien mensen eerst, niet de potentie die ik heb. Nu ik de kans heb gekregen om voorbij de beperking te laten zien wat ik kan, verbazen anderen zich erover waartoe ik staat ben.”
En die verbazing blijft wat Valkering betreft alleen maar groeien. Hij wil – en doet dat dus –veel oefenen met spreken. Dit alles met zijn grote doel voor ogen. “Ik wil op termijn vakken in de collegezaal geven. Anderen – zoals ik – betrekken bij het onderwijs, inclusief de technische innovaties die daarbij ondersteunen, helpt om studenten voor te bereiden om kansen te zien in diversiteit.”