De ondernemer is in het Haagse niet zo populair meer. Berichten over overwinsten, excessieve beloningen of boekhoudfraudes zijn in alle monden.
In programma’s van politieke partijen komt misschien het zwaarder belasten van winsten voor, het woord industriepolitiek lees je daarentegen nauwelijks meer. Laat staan dat er initiatieven worden aangekondigd om het bedrijven makkelijker te maken om te ondernemen. Nee, nieuwe voorschriften om weer iets extra te rapporteren of te integreren in het bedrijfsbeleid. Dat zien we volop.
Het beeld van de ondernemer wordt bepaald door het publieke beeld van de grote bedrijven. Onder opiniemakers zijn weinig mensen met ervaring in het bedrijfsleven en ook op de kandidatenlijsten van de grote politieke partijen zien we die nauwelijks staan. Het gaat in de campagne dan ook nauwelijks of niet over het ondernemingsklimaat (of over de arbeidsmarkt).
Laat ik nou een heel ander beeld van ondernemers hebben: afgezien van ZZP’ers zijn er in Nederland zo’n 325.000 bedrijven. Van die 325.000 hebben er slechts circa 18.000 meer dan 25 full time medewerkers. De rest is veel kleiner. Laten er 900 echt grote bedrijven in Nederland zijn.
De quotumwet, die bij de Banenafspraak hoort, stelt het volgende: bij werkgevers met meer dan 25 medewerkers in dienst, dient 5% van het personeelsbestand te bestaan uit mensen uit de doelgroep Banenafspraak. (Die quotumwet is nooit geactiveerd, omdat de vrijwillige banenafspraak met nu al 70.000 van de 100.000 plekken succesvol is.)
Kleinere bedrijven mogen meedoen met de Banenafspraak. Banen die daar gerealiseerd worden, tellen ook mee voor de Banenafspraak. Maar kleinere bedrijven zijn niet verplicht om mee te doen met de Banenafspraak.
En wat blijkt uit de officiële cijfers van UWV: op dit moment hebben circa 36.000 bedrijven mensen uit de doelgroep Banenafspraak in dienst. Ter herinnering, er zijn in Nederland een slordige 18.000 bedrijven met meer dan 25 medewerkers. Dus er doen twee keer zoveel bedrijven mee dan er überhaupt mee zouden moeten doen…
Alle onderzoekers en politici die roepen dat het percentage van bedrijven dat meedoet zo laag is, begrijpen blijkbaar de cijfers niet!.
Genoeg over de cijfers. Het leukste is dat ik veel van die ondernemers ken. Het zijn gewoon leuke mensen als jij en ik. Neem de sushi jongen, die tegen iemand met een beperking uit de buurt zegt: ‘kom hier maar werken’. Of de ondernemer, die zegt ‘Och ik nam er één, want mijn collega’s hier in Ulft doen het ook. Ik heb er nu twintig in dienst en mijn bedrijf valt om als ik ze weg zou sturen…’
Dat zijn dus de ondernemers waar men de mond soms vol van heeft, die gewoon bescheiden salarissen verdienen. Die het leuk vinden te ondernemen en iedereen een kans te geven.
Nieuwe Tweede Kamer, nieuwe regeringscoalitie: leg die ondernemers in de watten. Nee, dat is wat overdreven, maar maak het nou eens niet zo ingewikkeld. En betrek ondernemers bij het maken van een wet of regeling. Misschien wordt het dan ooit nog eens wat met de uitvoering.
*Aart van der Gaag is namens werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland het boegbeeld Banenafspraak. De komende weken schrijft hij een serie columns over de toekomst van inclusie onder het 1000 Voorbeelden-motto ‘Kies de Banenafspraak’