Bij de start van de Banenafspraak gaf niemand er een stuiver voor. Hooguit werd de verwachting uitgesproken dat de overheid het goede voorbeeld zou geven.

Dat was niet eens een onlogische verwachting, want de hiërarchisch geleide overheid zou toch in staat moeten zijn de zelfopgelegde taakstelling van ongeveer 2% van het aantal medewerkers per afdeling te halen? Wat volgde waren beleidsplannen, actieplannen, strategie-agenda’s, projectgroepen en geen – of in elk geval niet voldoende – resultaten.

Maar het was voor de overheidsorganisaties ook niet zo makkelijk als het leek. Als geheel kreeg de
overheid best een zware taakstelling, namelijk 25.000 nieuwe banen. Dat is relatief gezien meer dan het bedrijfsleven. En het moest ook nog eens in kortere tijd.

Dat laatste wordt wellicht opgeheven – als de recente voorstellen door de Tweede Kamer komen, dan is dat probleem opgelost en krijgt ook de overheid tot 2026 de tijd.

Toch is het jammer dat de overheid als geheel nog niet aan de doelstellingen voldoet. Jammer, en mijns inziens ook niet nodig.

Er zijn namelijk overheidssectoren die het geweldig doen. En ook binnen ‘minder scorende sectoren’ zijn er individuele organisaties die hun target met gemak halen, en overal in de overheid lopen supergemotiveerde projectleiders of andere verantwoordelijken rond.

Het kan dus wel.

In mijn periode als inspirator bij de overheid heb te weinig gezien dat het eigenaarschap voor de Banenafspraak bovenin de organisaties zit, terwijl men op de werk loer juist de beslissingsbevoegdheid moet hebben. Met andere woorden: ondersteuning van bovenaf, vrijheid om praktische beslissingen te nemen op de werkvloer.

Nog te vaak wordt de ideale medewerker voor het bedoelde profiel gezocht. De ruimte om binnen functiegebouwen aanpassingen te doen zodat de functie bij de kandidaat past, is vaak te beperkt. Ook de weg naar dienstverleners als het WSP was vrij onbekend.

Het gaat om uitvoering, veel minder om beleid. Daar ligt de grotendeels de oplossing.

Kan de politiek hier iets mee? De politiek kan zorgen voor een strakke monitoring van de Banenafspraak per sector. Zodat die sectoren die succesvol zijn in het zonnetje worden gezet en zo stimulansen afgeven om de doelstellingen gewoon alsnog waar te maken.

Maar, nieuwe Tweede Kamer, nieuwe regeringspartijen: het is in ieder geval niet de oplossing om nu even nog bedrijfsleven en overheid samen te voegen en zo – op het oog – het probleem kleiner te maken. Dat zou het verkeerde signaal zijn, eerst de boel op orde en dan kan dat wellicht in de volgende fase na 2026.

*Aart van der Gaag is namens werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland het boegbeeld Banenafspraak. De komende weken schrijft hij een serie columns over de toekomst van inclusie onder het 1000 Voorbeelden-motto ‘Kies de Banenafspraak’