Op Prinsjesdag stelde koning Willem-Alexander dat het uitgangspunt van regeringsbeleid moet zijn ‘wat kan wel?’. Hoe je deze uitspraak waardeert hangt uiteraard af van je wereldbeeld en politieke oriëntatie. Maar hij lijkt mooi toepasbaar op de banenafspraak in 2024.
Het ligt gezien de terugloop in cijfers namelijk voor de hand om te somberen of in herhaling te vallen op welke punten de banenafspraak op dit moment vast lijkt te lopen. En te wijzen op alle gemiste kansen om meer mensen uit de doelgroep naar werk te helpen. We hebben daar allemaal wel beelden bij. Ook herkennen lezers mogelijk de neiging om de banenafspraak vervolgens opnieuw uit te denken.
Anno 2025 zouden we de banenafspraak toch heel anders hebben neergezet; ‘haal de hekken weg die we om mensen hebben gezet, en stel de ondersteuningsbehoefte centraal’. Volgens mij allemaal waar. Toch gaan die bespiegelingen voorbij aan wat we allemaal wel bereikt en georganiseerd hebben. Meer dan 85.000 mensen uit de doelgroep al aan het werk bij een reguliere werkgever in een tien jaar durend project waarin publieke en private partijen intensief samenwerken. Als ik in Europees verband de uitgangspunten van de banenafspraak toelicht aan vertegenwoordigers van andere landen ontvang ik daar louter verbazing en waardering voor deze mate van betrokkenheid en ambitie bij alle betrokken partijen.
Dat maakt de banenafspraak natuurlijk niet perfect en we maken ons gezien de recente teleurstellende cijfers terecht zorgen. We zien dat werkgevers steeds moeilijker in contact komen met mensen uit de doelgroep en we zien ook dat mensen die nu nog aan de kant staan soms meer begeleiding nodig hebben om de stap naar werk te zetten. Maar gezien waar we nu staan toch terug naar de centrale vraag. Wat kan er dan wel?
Volgens mij namelijk vrij veel. Dat laat de Maand van de 1000 Voorbeelden ook zien. We zien ook dat meerdere regio’s bovenmatig goed presteren en bedrijven in die regio’s die laten zien dat er echt voldoende kan, zo lang je dat met elkaar goed organiseert. Het kan dus wel. Los van alle techniek en alle discussies die we voeren over beleid, financiering en instrumenten zit het slagen van de banenafspraak in de geconcentreerde energie die er omheen is georganiseerd. Er zit dus wel degelijk nog voldoende energie in de banenafspraak. Hou die energie vast waar deze zit, en breng deze terug waar ze wegsijpelt. Dat kan toch wel?
*Antoine Reijnders is beleidssecretaris arbeidsmarkt bij VNO-NCW | Foto Christiaan Krouwels