VNO-NCW bestaat 125 jaar. In die 125 jaar is er veel veranderd, maar toch ook veel hetzelfde gebleven. Twee vooruitstrevende en sociale ondernemers richtten in 1899 de voorloper van onze vereniging op om de werk- en leefomstandigheden van hun medewerkers te verbeteren. De basisgedachte daarachter is nog steeds de voornaamste pijler onder ons bestaan: een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en aan een beter Nederland, voor iedereen. Het zit ondernemers in de genen.
Dat zie ik dagelijks, als ik ondernemers spreek en bezoek, en ik zie het ook weer in deze Maand van de 1000 Voorbeelden; onnoemlijk veel activiteiten, bijeenkomsten en voorbeelden door het hele land die de aandacht vestigen op de positieve inzet van bedrijven om mensen met een arbeidsbeperking aan een reguliere baan te helpen. Ze leveren een bijdrage aan de inclusieve arbeidsmarkt die in meerdere opzichten zo belangrijk is. Een arbeidsmarkt waar iedereen kan meedoen.
We vergeten wel eens hoe belangrijk werk voor mensen is, en zeker voor de doelgroep van de banenafspraak. Het is veel meer dan een manier om in je inkomen te voorzien. Werk zorgt voor sociale contacten, voor het gevoel ergens bij te horen, maakt dat je je kunnen ontwikkelen. Werk, zo blijkt uit vele onderzoeken, maakt gelukkig. De banenafspraak, met andere woorden, zorgt voor verbinding.
Als werkgevers hebben we natuurlijk ook een welbegrepen eigenbelang om ons hiervoor met volle energie te blijven inzetten. We hebben op onze krappe arbeidsmarkt immers iedereen nodig. Het vraagt soms een andere manier van werven en selecteren, het anders invullen van een functie, extra begeleiding door collega’s. Maar dat het kan, en goed ook, dat weten we allang. Dat laten de resultaten tot dusver ook zien.
De Banenafspraak is destijds gemaakt voor een specifieke doelgroep. Onze oproep is al langer om die doelgroep te verbreden. Want er zijn meer mensen die kunnen en willen werken, maar bij wie het op volledig eigen kracht niet lukt. Ongeacht de oorzaak, iedereen die daarbij ondersteuning nodig heeft, die moeten we die ondersteuning bieden. Dat moeten en kunnen we met elkaar organiseren: werkgevers, landelijke overheid, gemeenten en andere betrokken instanties. Want ook dat is een kracht van ons bedrijfsleven en van Nederland: samenwerken.
*Ingrid Thijssen is voorzitter van VNO-NCW