Maak van het middel geen doel
In onze achterban zien we steeds meer enthousiasme voor het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daar hebben we ons als werkgeversvereniging de laatste jaren sterk voor ingezet. En het resultaat mag er zijn. Toch zie ik dat deze belangrijke beweging, om iedereen in Nederland mee te laten doen, dreigt te vervallen in een cijfermatige discussie. Een hartenkreet waarom we dat écht moeten voorkomen.
Sinds het begin van de banenafspraak in 2013 veranderde het arbeidsmarktbeleid meerdere keren. Dat is goed, want onze economie en arbeidsmarkt veranderen óók. In tien jaar tijd zijn we van een flinke recessie naar enorme economische groei gegaan. Er zijn meer mensen werkzaam in Nederland dan ooit tevoren. In deze periode hebben markt- en overheidswerkgevers samen dan ook al 82.904 mensen met een arbeidsbeperking aan een baan geholpen. Een gevolg van deze veranderende arbeidsmarkt is ook dat het aantal kandidaten dat meetelt voor de banenafspraak ‘opdroogt’.
Veel mensen die kunnen en willen werken, zijn aan de slag. Werkgevers die een vacature uitzetten, krijgen dan ook slechts mondjesmaat werknemers uit het doelgroepregister voorgedragen. Dat is meer en meer de regel, en niet de uitzondering. Natuurlijk moeten we ambitieus blijven, en moeten we ons blijven inzetten, ook voor de moeilijkst bereikbare groepen in onze samenleving. Op dit moment geldt – ondanks een geheel andere situatie dan in 2013 – nog steeds de ‘oude’ resultaatafspraak: 125.000 banen voor mensen uit de doelgroep voor 2026.
Het lijkt logisch om te concluderen dat ‘het hebben van minder kandidaten’ een zeer positieve ontwikkeling is. Het tegenstrijdige is echter dat werkgevers wél kandidaten nodig hebben om zich aan de ‘banenafspraak’ te kunnen houden, en om een quotumwet (en boete) te voorkomen. Daarbij komt dat de overheidssector jaar op jaar haar resultaten niet behaalde. Toch heeft dezelfde overheid in haar rol als wetgever besloten om haar doelstelling (25.000 banen) samen te voegen met die de marktsector (100.000 banen). Dat levert chagrijn op bij werkgevers die zich jaren hebben ingezet om de afspraak na te komen.
Spelregels veranderen tijdens de wedstrijd maakt het oneerlijk en onvoorspelbaar. Laten we ervoor zorgen dat we met dit soort cijfermatige en beleidsmatige ‘afspraken’ het draagvlak bij intrinsiek gemotiveerde werkgevers niet verliezen en het doel voor ogen houden: iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om mee te doen in onze maatschappij. Daarbij kunnen we werkgevers beter helpen door te zorgen dat we kandidaten bereiken zodat werkgevers hen in dienst kunnen nemen. We moeten kosten wat het kost de ambitie van de ‘banenafspraak’ vasthouden, maar dreigen met een boete past wat ons betreft niet langer in dat plaatje.
*Lars van der Hoorn is sinds 2015 betrokken bij de banenafspraak. Bij VNO-NCW Brabant Zeeland is hij voorzitter van de Commissie Arbeidsmarkt en vertegenwoordigt hij werkgevers via de arbeidsmarktregio’s. Van der Hoorn is o.a. eigenaar van twee bedrijven in de Brainportregio, waar diverse mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam zijn.