Stelt u zich voor, of graaf even terug in uw geheugen: U moet steeds meer uw best doen om de letters op papier van elkaar te ontcijferen. U bent het puzzelen en turen zat en gaat naar de opticien: conclusie; u heeft een leesbril nodig. De opticien pakt er 1 uit een grote bak en u krijgt precies dezelfde bril in uw handen gedrukt als de meneer of mevrouw voor of na u. U staat verbouwereerd met de splinternieuwe bril in uw handen en vraagt de opticien of u niet een specifieke bril nodig heeft gebaseerd op uw meting, afwijking en beperking. “Nee hoor”, zegt de opticien. “Deze techniek werkt voor iedereen”.

Klinkt raar toch?

Dat bepaalde toepassingen werken, betekent nog niet dat het voor iedereen werkt. Dat bepaalde technologische ontwikkelingen in dienst kunnen staan van de mens bij het uitvoeren van een baan, betekent nog niet dat het 123 toepasbaar is op een complete branche of een groep mensen. En toch lijken dat soms de verwachtingen te zijn.

Inclusieve technologie kan in het mooiste droomscenario niet snel genoeg opgeschaald worden als blijkt dat het werkt; een beamer die instructies projecteert op de werkbank, een exo-skelet dat ondersteuning biedt bij het tillen of een systeem dat gesproken taal in geschreven taal omzet voor mensen die slechthorend of doof zijn. Allemaal voorbeelden van de inzet van technologie, waardoor mensen werk kunnen doen, dat ze zonder die technologie niet of veel minder gemakkelijk zouden kunnen doen.

We kennen een Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) én een Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI), die elk diverse pilots hebben uitgevoerd en onderzoek laten doen naar de effectiviteit van de inzet van inclusieve technologie. Maar waarom blijft het bij pilots en experimenteren?

Het antwoord ligt bij de opticien; er is geen one size fits all bril, en er is geen technische toepassing die alle mensen met een beperking een steuntje in de rug kan bieden. De individuele behoeftes en beperking moeten voorop staan en daarbij blijft maatwerk noodzakelijk. En dat duurt soms langer.

Natuurlijk is opschaling een must, om investeringen terug te verdienen en inclusieve technologie toegankelijker te maken vanuit een financieel perspectief. En: de urgentie is groter dan ooit; omdat we vandaag de dag elk talent nodig hebben op een arbeidsmarkt die krapper is dan ooit!

Met een roze bril de toekomst in kijken, is nodig om te versnellen, maar verlies de behoefte van het individu die de bril nodig heeft daarbij niet uit het oog!

*Peter Brouwer is programmamanager Inclusieve Arbeidsmarkt bij de Goldschmeding Foundation.