Gelijkwaardigheid in de hoofdrol

Wanneer we streven naar een inclusieve arbeidsmarkt, is het belangrijk dat we kijken naar de persoon en niet naar zijn probleem of beperking. Daarbij is het noodzakelijk om te vragen wat iemand nodig heeft om te kunnen werken. Deze vraag mag als eerste gesteld worden voordat iemand met een beperking de arbeidsmarkt betreedt.

De vraag “Wat is je beperking?” mag wat mij betreft nooit op de voorgrond staan. Het geeft geen informatie over de mogelijkheden van de persoon. Het is te gemakkelijk om bijvoorbeeld te denken dat iedereen met autisme altijd past in de IT-sector. Het is belangrijk dat we in gesprek gaan met de betreffende persoon. Natuurlijk is niet alles direct haalbaar, maar ook mensen met een beperking hebben het recht om hun eigen mogelijkheden te ontdekken.

Naar mijn mening heeft de participatiewet ervoor gezorgd dat we mensen met een beperking meer zijn gaan zien als mensen met mogelijkheden. Daarnaast verbetert het de primaire processen binnen organisaties en wordt het ziekteverzuim, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, verminderd.

Vanuit het principe van maatschappelijk ondernemen merken organisaties dat ze een positiever imago krijgen, waardoor ze meer klanten of cliënten aantrekken. Het is daarom belangrijk dat er wordt gewerkt aan een open cultuur, zodat de persoon met een beperking ook durft te vertellen wat hij/zij/hen nodig heeft.

Helderheid en een aanspreekpunt waar de persoon in kwestie terecht kan voor vragen zijn in veel gevallen erg belangrijk om succesvol te kunnen blijven werken. Daarnaast is een gezond netwerk om op terug te kunnen vallen ook een factor die bepaalt of de plaatsing al dan niet slaagt. Ik denk dat we al redelijk voldoen aan deze omschreven handvaten.

Het blijven kijken met gelijkwaardige ogen blijft nog wel een aandachtspunt. Iemand heeft een beperking, maar is zijn beperking zeker niet. Dit doe je in dialoog en wees altijd open over verwachtingen en doe geen valse beloftes. Dit kan problemen veroorzaken. Ik denk dat iemand met een beperking hierin niet anders is dan iemand zonder beperking.

Maatschappelijke organisaties in het sociaal domein en het onderwijs hebben daarnaast nog een belangrijke rol waarop ze kunnen inzetten met betrekking tot de afspraakbaan. Wanneer we meer mensen met een beperking tegenkomen, wordt dit normaal en kunnen we makkelijker met elkaar omgaan. Hierdoor wordt de arbeidsorganisatie een letterlijke leergemeenschap waarin we een afspiegeling worden van de samenleving en waarin organisaties een voorbereiding worden op de samenleving. Dit is dus een must voor elke lerende organisatie.

De overgang naar de arbeidsmarkt is daarom ook zeker op zijn minst een gedeelde verantwoordelijkheid van het onderwijs, mede vanwege haar opdracht voor burgerschapsvorming.

*Johan Weishaupt is adviseur inclusie en diversiteit bij WerkPro

In de media lezen we positieve verhalen over de afspraakbaan. De aantallen zijn behaald! Goed nieuws natuurlijk, en het is goed dat steeds meer bedrijven en organisaties zich inzetten voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Het behalen van de aantallen zegt alleen nog niets over of uw organisatie inclusief is. Worden de mensen in de afspraakbaan eerlijk betaald en zijn er mogelijkheden om een vast contract te krijgen? Zitten ze apart op een afdeling of maken ze echt deel uit van uw hele organisatie? Deze vragen vormen de basis onder deze columnserie.