Wat hebben de politieke partijen, die meedoen aan de verkiezingen op 22 november, voor met mensen met een arbeidsbeperking? Hun participatie? En werk via de Banenafspraak?

We kamden afgelopen weken vrijwel alle verkiezingsprogramma’s uit. Het minste waar we naar keken is of de woorden ‘participatie’, ‘arbeidsbeperking’ en ‘Banenafspraak’ in de plannen en standpunten van partijen voorkomen. Hieronder de belangrijkste bevindingen en een paar rode draden.

Visie op werk
Sommige politieke partijen beginnen met hun visie op werk en arbeid. GroenLinks en PvdA zien arbeid als motor van emancipatie: ‘Arbeid biedt grip op het leven, brengt trots en brood op de plank’. Het CDA noemt werk ‘een belangrijke sleutel voor bestaanszekerheid’. Tegelijk geven de christendemocraten aan dat het hebben van een baan ‘zoveel meer is dan alleen een inkomen’. Werken heeft ook een maatschappelijke en sociale waarde: ‘Het geeft zin aan je dag’.

Werken heeft ook een maatschappelijke en sociale waarde: ‘Het geeft zin aan je dag’.

Volgens de ChristenUnie hoort werk bij de bestemming van de mens. Maar vaak gaat het alleen over de economische waarde van werk, over de werknemer als verdienmodel. Dat is te beperkt, vindt de partij: ‘In het goede leven is werk zoveel meer dan dat. Ieder mens heeft talent. Ieder mens kan wat bijdragen aan de samenleving. En werk kan een zaadje zijn voor een nieuwe toekomst’.

‘Kwetsbare mensen’
Beduidend meer partijen zoomen in mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, ook wel mensen met een arbeidsbeperking en zelfs ‘kwetsbare mensen’ genoemd. ‘Voor mensen met een arbeidsbeperking is het vaak moeilijk om een passende baan te vinden’, stelt het CDA. D66 schrijft in haar verkiezingsprogramma, dat we ‘meer kunnen doen om mensen de mogelijkheid te geven hun talent goed te benutten’.

‘Mensen met een beperking doen mee’, brengt de VVD naar voren. Daarbij denkt zij heel praktisch aan ‘hulpmiddelen die mensen moeten kunnen aanvragen die hen helpen om zelfredzaam te blijven’. Maar zij heeft ook in het verkiezingsprogramma opgenomen, dat ‘we een bijdrage vragen van bedrijven en de overheid om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen’.

Arbeidsmarkt heeft afstand
Volt noteert dat het te vaak gebeurt dat ‘mensen met een beperking niet als volwaardig en gelijkwaardig worden gezien in de samenleving’. Volgens haar is niet de beperking het probleem maar de manier waarop de samenleving is ingericht. Volt vindt ook dat er nog te vaak wordt gesproken over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: ‘Terwijl het de arbeidsmarkt is die een afstand heeft tot de mensen’.

Bij BBB treffen we rond participatie met een arbeidsbeperking slechts één tamelijk algemeen geformuleerde zin aan: ‘We streven ernaar dat mensen die nu op afstand staan van de arbeidsmarkt actief gekoppeld worden aan passend werk’. De Partij voor de Dieren omschrijft nog korter ‘dat er een recht moet komen op werk voor mensen met een arbeidsbeperking’.

Principieel helpen
Voor de SGP ligt het heel principieel dat er in onze samenleving ‘altijd ruimte moet zijn en blijven voor kwetsbare mensen’. Omzien naar elkaar is een opgave waar we allemaal voor staan, vinden de Staatkundig Gereformeerden.

Zij vinden het zeker een overheidstaak om stigmatisering van mensen met een beperking actief tegen te gaan. Want: ‘In een land dat elke vorm van beperking of gebrek wil uitbannen, wil je niet leven’. In deze tijden van arbeidskrapte ziet zij nóg een rol voor de overheid: Die moet een werkoffensief lanceren om mensen die nu aan de kant zitten, weer aan een baan te helpen. Voor hen die niet (meer) kunnen werken, dienen er voldoende beschutte werkplekken te zijn.

Bedrijven en overheid
Werkgelegenheid is volgens de ChristenUnie de beste sociale zekerheid, ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: ‘Als het kan bij reguliere werkgevers en anders bij sociale ondernemingen. (…) Dit vraagt van bedrijven om écht moeite te doen om werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. Tegelijkertijd is de overheid verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat niemand tussen wal en schip valt. Ook als extra begeleiding of een beschutte werkplek nodig is, vindt deze partij.

Banenafspraak in programma
Voor zover wij konden zien zijn de SGP en de ChristenUnie de enige die in hun verkiezingsprogramma’s expliciet hebben opgenomen dat de overheid de Banenafspraak nakomt.

‘Er worden door overheidsorganisaties meer banen gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, juist in sectoren die nu achterlopen op de afspraak, zoals het onderwijs’, schrijft de ChristenUnie. ‘Overheden behalen jaar op jaar hun doelstelling voor de banenafspraak niet, terwijl het bedrijfsleven dat wel lukt’, constateert de SGP. Dus komt er wat haar betreft een offensief om de achterstand van de overheid op dit terrein in te lopen. Want: ‘De overheid moet zelf het goede voorbeeld geven’.

Nog een interessante uit het SGP-verkiezingsprogramma waar zij het over de Banenafspraak heeft: nu de doelgroep Banenafspraak wordt verbreed, moet volgens haar ook de doelstelling voor het aan het werk helpen van mensen met een beperking omhoog. GroenLinks en PvdA schrijven over loonkostensubsidie dat deze ‘ook gaat gelden voor mensen die formeel geen beperking hebben, maar toch niet aan het werk komen’.

Na de SW-bedrijven
Welke scenario’s schetsen de jongste verkiezingsprogramma’s van politieke partijen voor de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven?

De PVV schrijft ook hier heel kort op: ‘Sociaal en beschut werk voor mensen met een arbeidsbeperking beschermen’. GroenLinks en PvdA zetten in op het herwaarderen van sociale ontwikkelbedrijven.

De ChristenUnie wil (eveneens) weer een stevige publieke sociale infrastructuur bouwen om mensen aan de basis van de arbeidsmarkt te ondersteunen en te helpen ontwikkelen: ‘Vanuit de sociale basisvoorziening voor werk moeten voldoende werkplekken worden aangeboden voor mensen die duurzaam of tijdelijk afhankelijk zijn van een beschermde werkomgeving: als vangnet en springplank’.

‘Sociale ontwikkelbedrijven kunnen helpen bij het vinden en houden van een baan. Mensen met een beperking hebben recht op begeleiding naar werk via een zogeheten sociaal ontwikkelbedrijf’, stelt het CDA.

‘Betekenisvol werk dicht bij huis, met voldoende begeleiding en een volwaardig inkomen’

De SP geeft ook aan dat mensen met een arbeidsbeperking het recht krijgen op begeleiding naar werk. Daarvoor wil zij nieuwe sociale werkplaatsen (sociale ontwikkelbedrijven) aanmaken. De Partij voor de Dieren wil eveneens naar een ‘nieuw type sociale werkvoorziening die zorgt voor betekenisvol werk dicht bij huis, met voldoende begeleiding en een volwaardig inkomen’.

Basisbanen als betekenisvol werk
In sommige gemeenten zoals Groningen bestaat hij al: de basisbaan. Daarmee creëert de gemeente extra werkgelegenheid voor inwoners die op een andere manier geen kans maken op een betaalde baan. Een aantal landelijke partijen heeft er wel oren naar.

Om de kansen voor iedereen op werk te verbeteren, komen de christendemocraten naar eigen zeggen met een nieuw voorstel voor ‘basisbanen’. Dat zijn in haar ogen ‘gewone banen bij gewone werkgevers met loonkostensubsidie op maat’. Dit type banen biedt een start op de arbeidsmarkt, maar kan ook helpen als tussenstation bij een carrière-switch, aldus het CDA.

GroenLinks en PvdA schrijven iets soortgelijks: ‘Voor degenen die geen baan kunnen vinden, bieden we zinvolle basisbanen aan waarvan je kunt rondkomen. We geven iedereen het recht om betekenisvol werk te doen, ook als de arbeidsmarkt zogenaamd geen plek voor je heeft. Dat doen we door middel van basisbanen. Dat zijn banen voor mensen die onder de Participatiewet of Wajong vallen en ondanks begeleiding geen werk kunnen vinden op de reguliere arbeidsmarkt’.

Grote rol voor gemeenten
Gemeenten krijgen de middelen om deze banen te creëren in samenwerking met (sociale) ondernemingen, lokale maatschappelijke organisaties, sociale coöperaties en sociale ontwikkelbedrijven. Bijvoorbeeld bij sportclubs, in de ouderenzorg, het onderwijs en in de wijken, aldus het gezamenlijke verkiezingsprogramma van de twee linkse partijen.

D66 constateert dat een reguliere baan niet voor iedereen een optie is. Als er geen zicht is op de stap naar betaald werk moet er meer ruimte zijn voor maatwerk, vindt zij: ‘Dat kan zijn in de vorm van vrijwilligerswerk met behoud van uitkering. Voor anderen kan een plek bij beschut werk of een basisbaan veel betekenen’. Wat de ChristenUnie betreft wordt de basisbaan ‘het nieuwe sluitstuk van de sociale zekerheid’.

En verder voor de komende jaren?
Wat dragen politieke partijen op basis van hun verkiezingsprogramma’s verder bij voor het participatiebeleid in de komende jaren?

De ChristenUnie noemt met stip de hervorming van de Participatiewet nu het vangnet van deze wet niet stevig genoeg blijkt: ‘Naast de hoogte van de uitkering zijn ook de regels niet goed. Bijvoorbeeld voor mensen met een medische urenbeperking. Daarom moet de wijziging van de Participatiewet (zowel op korte als langere termijn) worden voortgezet’.

Het CDA vindt het bij het zoeken naar werk belangrijk dat iedereen de ondersteuning krijgt die het beste bij die persoon past. Daarom wil het de re-integratieregelingen samenvoegen, vereenvoudigen en beter toegankelijk maken. Die zijn nu nog in verschillende wetten (WW, ZW, WIA, Participatiewet en Wajongregeling) en per doelgroep geregeld.

De SGP vindt dat werkgevers erop moeten kunnen rekenen dat eenvoudige ondersteuning beschikbaar is wanneer zij werknemers met een beperking in dienst nemen. Zo moet de no-riskpolis breed beschikbaar zijn. Volt wil veel meer zorgen voor ‘actieve werkbegeleiding naar kansrijke beroepen voor mensen die aan de zijlijn staan, zoals in de zorg, het onderwijs of de techniek’.

De VVD komt met een andere invalshoek. Zij wil in de eerste plaats slimmer optreden bij overtredingen van de bestaande Participatiewet: ‘Bij overtredingen van de Participatiewet kunnen niet alleen boetes, maar ook cursussen of scholing opgelegd worden wanneer dat helpt om participatie bevorderen’. Volgens haar helpt dit beter om de stap naar duurzaam werk te zetten.

Conclusies
In de verkiezingsprogramma’s is geen enkele partij tegen de Banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking.

Vertrekkend minister Carola Schouten laat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie een stevig politiek testament achter

Een werkgelegenheidsaanpak die overigens in de eerste plaats een afspraak tussen sociale partners is, maar waar het Rijk wet- en regelgeving voor verzorgt. Net zoals het Rijk voor stimulansen zorgt als het Breed offensief en heel veel onderzoek en aan doorlopende monitoring doet op alle mogelijke terreinen. Bovendien is de rijksdienst zelf ook een grote overheidswerkgever.

Een grote gemene deler is dat meerdere partijen voor (meer) ondersteuning en begeleiding zijn. Net als voor een uitbreiding van de doelgroep en van de toepassing van loonkostensubsidie. GroenLinks en Pvda, CDA, ChristenUnie en D66 delen het idee en plan voor basisbanen. In dit artikel buiten beschouwing gelaten maar de ratificatie en implementatie van het VN-verdrag handicap wordt ook meermaals genoemd.

Springt er één partij uit? Verreweg de meest inhoudelijke en langste bijdrage, liefst een derde van álle tekst bij elkaar die partijen over dit thema met drie woorden hebben opgeschreven, staat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Het leest als één groot testament met bijbehorende herkenbare visie van de vertrekkende minister voor Participatie, Carola Schouten.

Tekst: Klaas Salverda