In verschillende gemeenten lijkt een situatie te ontstaan waarbij werkgevers geen loonkostensubsidie meer krijgen voor het volledige aantal uur dat hun medewerkers werken. Dit omdat gemeenten verschillend omgaan met de overgangsperiode naar het wettelijk minimumuurloon. Herkent u dit, laat het ons weten!
Hoe zit het precies?
Per januari 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. De invoering van het minimumuurloon betekent dat er geen vaste minimumlonen per dag-, week- en maand meer voorgeschreven worden door de wet. Tegelijkertijd kan de omvang van een voltijds dienstverband per sector verschillen (in de praktijk meestal 36, 38 of 40 uur per week).
In de oude situatie was in die gevallen eenzelfde minimum maandbedrag van toepassing. Dat leidde er in de praktijk toe dat bij een dienstverband van 40 uur feitelijk een lager uurloon gold dan bij een dienstverband van bijvoorbeeld 36 uur. Door de invoering van het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024 geldt voor werknemers in alle sectoren één uniform minimumuurloon.
Volgens Artikel 78 van de Participatiewet hebben gemeenten vanaf 1 januari 2024 een jaar de tijd om de wijzigingen in de uitvoering door te voeren. Dit houdt in dat gemeenten beleidsvrijheid hebben om tijdens deze periode de oude rekenmethode te hanteren.
Dit kan in de praktijk betekenen dat gemeenten de oude rekenmethode aanhouden tot 1 januari 2025. Zodoende bestaat een maximale werkweek (voor zowel daadwerkelijk gewerkte uren als het arbeidscontract) volgens de oude rekenmethode uit 36 uur. Voor medewerkers die 40 uur per week werken (met een bijbehorend contract voor een 40-urige werkweek), wordt dan tot 1 januari 2025 geen loonkostensubsidie betaald voor uren boven de 36 uur.
Dit zou dus tot de situatie leiden dat werkgevers over maximaal 208 uur (52 weken x 4 uur) geen loonkostensubsidie zou krijgen. Technisch mogen gemeenten dit weliswaar doen, maar vooraf een gehele invoeringstermijn reserveren om oude uitvoering te handhaven gaat in tegen de bedoeling van een invoeringstermijn (namelijk: de nieuwe wettelijke regelingen zo snel mogelijk invoeren).
Mocht dit op grotere schaal voorkomen, zouden we met de relevante gesprekspartners, ministerie en VNG, kunnen vragen om hier met gemeenten naar te kijken. Daarom het verzoek aan werkgevers die hier tegenaan lopen om dit via onderstaand formulier.