Aart van der Gaag, inspirator en boegbeeld ‘Op naar de 100.000 banen’ en ‘Op naar de 25.000 banen maakte kennis met Manita Koop. Naast heemraad van het Hoogheemraadschap van Delfland is zij sinds kort namens de Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW) de bestuurder met de Banenafspraak in haar portefeuille.
“Weet je wat het is,” zegt Manita Koop al bij aanvang van het gesprek over de uitvoering van de Banenafspraak. “Het is zo dichtbij. Iedereen kan een ongeluk krijgen. Iedereen kent wel mensen met een beperking in de een of andere vorm. De Banenafspraak is geen abstracte cijferwerkelijkheid. Het gaat om je buurman, je nichtje of een oud klasgenoot. Het werken aan de Banenafspraak, net zolang tot het volslagen vanzelfsprekend is, is eigenlijk een vorm van een open mind creëren.”
De overheid bestaat niet
De overheidswerkgevers hebben inmiddels 7196 reguliere banen gerealiseerd. Daar mogen nog een flink aantal Banenafspraak-banen op basis van detachering en uitzendcontractenbanen bij opgeteld worden. De doelstelling was in totaal 20.000 banen. Toch denkt Aart van der Gaag dat de overheid goed gepositioneerd is om op de middellange termijn veel kansen te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking. “Vooropgesteld: de overheid bestaat niet. Er is een enorm verschil tussen bijvoorbeeld scholen en defensie. Dus we moeten echt met een gedifferentieerde bril naar die overheid kijken. En doe je dat, dan zie je ontzettend veel goede voorbeelden. Er is de afgelopen jaren een enorm voorwerk gedaan.”
‘Mensen overtuigen van de meerwaarde van inclusie, dat is de basis’
Zo ziet Koop het ook. Ze ziet haar rol als ZPW-bestuurder met de Banenafspraak in haar portefeuille als een soort handelsreiziger, steeds bezig om het onderwerp onder de aandacht te brengen en te zoeken naar manieren om partijen te betrekken bij inclusie op de arbeidsmarkt. “We moeten het samen doen. En dat werkt alleen als mensen overtuigd zijn van de meerwaarde van inclusie. Dat is de basis. Ik wil op zoek naar de goede voorbeelden, bijvoorbeeld in eigen huis bij de waterschappen, en vervolgens kijken hoe we die best practices onder de aandacht kunnen brengen.”
Best Practices binnen en buiten de overheid schudt Van der Gaag zo uit zijn mouw. Hij vertelt Koop over de manier waarop de IND de Banenafspraak uitvoert, wat de aanpak van de gemeente Amsterdam bijzonder maakt en dat het steeds opvalt dat de provincies succesvol zijn. En dat overheidsinstelling ook goed zouden kunnen kijken naar de manier waarop private partijen als banken en andere grote instellingen inclusie verwezenlijken. “De lijst spectaculaire voorbeelden is eindeloos, Manita. Daar ben ik enthousiast over. Ik zie wel dat het succes nog te vaak verbonden is met een enthousiaste projectleider. Als we de sprong maken vanuit een enthousiaste HR-medewerker naar enthousiaste ondersteuning op ambtelijk en bestuurlijk niveau, kan het echt snel gaan.”
Commitment en communicatie
Samen met de gewenste vereenvoudiging van regelgeving, een eventuele verbreding van de doelgroep en het opheffen van het strikte onderscheid tussen overheid en bedrijfsleven bij de Banenafspraak – op deze plek al vaker beschreven – zijn ‘commitment en communicatie’ volgens Koop en Van der Gaag de twee sleutels om de Banenafspraak verder te brengen. Koop: “Communicatie-inspanningen zijn nodig om de Banenafspraak op de agenda te houden. Commitment van bestuurders is nodig om tot duurzame plaatsingen te komen.”
‘Er is veel bereikt en we hebben nog veel te doen’
“Die enthousiaste projectleiders bij de overheid hebben goede bestuurlijke ondersteuning nodig”, vervolgt Van der Gaag. “Hoe meer collega’s zich medeverantwoordelijk voelen, hoe sterker inclusie ingebed kan worden in de organisatie. Dat zie je bij de vele bedrijven en instellingen die de afgelopen jaren al inclusieve ervaringen hebben opgedaan. Want die beweging is, er ook bij de overheid. Het glas is echt wel halfvol als ik bijvoorbeeld kijk hoe de Banenafspraak door de Coronacrisis is gekomen. Er is veel bereikt en we hebben nog veel te doen.”
Manita Koop knikt instemmend: “het is een mooie, maar moeilijke opdracht. De wil binnen de overheid is, al zijn er soms nog vragen over het ‘hoe’. En als het lukt om die best practices nog meer onder de aandacht te brengen en inclusieve werkgevers binnen de overheid met elkaar in contact te laten komen, dan kunnen we volgens mij echt nieuwe impulsen verwachten.”