Minister Eddy van Hijum (SZW) wil het huidige stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid verbeteren en vereenvoudigen. Hij heeft de ambitie om deze kabinetsperiode met maatregelen te komen, maar ‘de urgentie om knelpunten op te lossen is groot, maar er zijn geen eenvoudige ingrepen waarmee dat kan.’

In zijn brief aan de Tweede Kamer beschrijft Van Hijum verschillende scenario’s voor de kortere en de langere termijn. Hij borduurt hierbij voort op het vorig jaar gepubliceerde rapport van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Deze commissie legde drie varianten voor:

1.Huidig stelsel beter: een inkomensverzekering die is gebaseerd op de huidige regelingen, met daarbij een aantal (grote) hervormingen. In deze variant ligt de nadruk op het vereenvoudigen van het huidige stelsel en het verminderen van het aantal knelpunten en ‘hardheden’.
2. Werk staat voorop: een re-integratieverzekering met in de eerste jaren het accent op re-integratie. Als die re-integratie niet of niet voldoende lukt, komen mensen uiteindelijk voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking. In deze variant ligt de nadruk op wat mensen wél kunnen, in plaats van wat ze níet kunnen.
3. Basis voor werkenden: een basisverzekering waarbij de overheid een minimumuitkering garandeert voor alle werkenden. De uitkering wordt vervolgens (verplicht) aangevuld voor werknemers. In deze variant ligt de nadruk op één gelijke regeling voor alle werkenden: werknemers en zelfstandigen.

Volgens Van Hijum willen zowel de Tweede Kamer als het kabinet de WIA op korte termijn vereenvoudigen en verbeteren. ‘Daarnaast kan er op langere termijn behoefte zijn aan méér fundamentele veranderingen, wat ook meer tijd kost. Er is de afgelopen periode gewerkt aan een nadere, ambtelijke uitwerking van de ideeën uit alle varianten uit het OCTAS-rapport. Daarin werd al snel
duidelijk dat de ideeën uit variant 1 (Huidig stelsel beter) – die dichter aanliggen tegen de uitgangspunten van het huidige stelsel – net als in het rapport van OCTAS concreter uitgewerkt konden worden dan de ideeën uit variant 2 en 3.’

Voor de besluitvorming op de korte termijn, dus nog deze kabinetsperiode, vindt de minister dan ook met name inspiratie in variant 1. Hij denkt bijvoorbeeld aan het terugdringen van het aantal uitkeringsregimes binnen de Wet WIA, van vier naar twee. Dit zou kunnen door de WGA-vervolguitkering en/of de IVA te schrappen. Vanwege de complexe gevolgen van dit soort maatregelen, onderstreept Van Hijum: ‘Voordat er besluitvorming kan plaatsvinden over de korte termijn, dient nog een maatschappelijk en politiek gesprek gevoerd te worden.’

Voor de langere termijn vindt hij ideeën in variant 2 en 3 die interessant zijn. Daarbij noemt hij met name twee ideeën voor fundamentele veranderingen, die hij verder uit wil werken: ‘Ten eerste wil ik onderzoeken hoe een stelsel eruit zou kunnen zien dat gericht is op wat mensen nog wél kunnen. Een tweede idee is een stelsel met min of meer gelijke rechten en plichten voor alle werkenden.’

Dit voorjaar wil Van Hijum tot concrete voorstellen voor een ’Huidig stelsel beter’ komen. Hij zoekt hiervoor de samenwerking met belanghebbenden, waaronder in elk geval sociale partners, ervaringsdeskundigen en de uitvoering. Het is zijn bedoeling de Kamer vervolgens voor de de zomer te informeren ‘over een pakket met maatregelen voor de korte termijn, inclusief een planning van de wetgeving die daarvoor nodig is en de financiële consequenties.’