Van één ding ben ik overtuigd: het mbo heeft samen met werkgevers en regionale overheden dé sleutel om mensen met een arbeidsbeperking te helpen richting de arbeidsmarkt. Tijdens mijn werkbezoeken aan de scholen zie ik hoe bestuurders en docenten zich onvermoeibaar inzetten om bij te dragen aan hun toekomst met een eigen inkomen en eigen leven.
De entree-opleiding en niveau 2 geven een goede ‘opstap.’ En de beste slagingskans als goed gekeken wordt naar mogelijkheden en talenten. Dat begint met vertrouwen in intakers en docenten. En met vertrouwen in de student zelf. Heeft hij/zij bijvoorbeeld meer tijd nodig dan door de overheid in tijd en geld ‘begroot’, maak dat dan mogelijk. Dat betaalt zich later dubbel en dwars uit, mits gezien als een investering naar de toekomst.
Samenwerking
Een goede, effectieve begeleiding vraagt samenwerking met gemeenten en werkgevers. Een hand op de schouder van deze jongeren, ze ‘in beeld’ hebben. Voor de gemeenten is het nog zoeken; de Participatiewet heeft grote consequenties gehad voor ‘beschut werk’ en de huidige SW-bedrijven.
De zoektocht naar de juiste nieuwe verhoudingen tussen bijvoorbeeld SW-bedrijven, het UWV, de gemeentes, de vakbeweging, het onderwijs en al die andere instituties is volop gaande. De 35 arbeidsmarktregio’s zijn op de goede weg; daarbinnen behoren werk, onderwijs en ontwikkeling, sociaal domein en economische samenwerking meer en meer in samenhang te worden gestuurd.
Behoud de leercultuur
Geen werkgever kan het zich nu veroorloven alleen naar het rendement van werknemers te kijken. De kleine middenstand, de multinational en alles daar tussenin heeft ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Werkgevers die meedoen, complimenten voor dit prachtige initiatief ‘op naar de 100.000 banen.’ Ik vraag u ook om een andere bijdrage: behoud met ons de leercultuur. Werken moet altijd samen kunnen gaan met scholing.
Natuurlijk is het verleidelijk om, in goede tijden, onder het mom van ‘leren kan altijd nog’ ook jongeren met een beperking te verleiden hun opleiding op te geven. In jargon: ‘groenpluk.’ Maar voor een duurzame en gelijke kans moet hun begeleiding in eerste instantie gericht zijn op een diploma, zeg tot ongeveer 27 jaar. En anders op arbeidsdeelname, om ten minste kunnen voorzien in een eigen inkomen.
Geef ze de ruimte om te scholen. Dit artikel is aardig om te lezen als u een minuutje over heeft.
Ton Heerts, voorzitter MBO Raad