‘Zaten er op vrijdagmiddag maar een paar Kamerleden mee te luisteren’, verzuchtte Aart van der Gaag, boegbeeld voor het bedrijfsleven en inspirator voor de overheid en het onderwijs, tijdens een digitale bijeenkomst over inclusie en vooral de stand van de Banenafspraak na een jaar corona. Het videogesprek werd georganiseerd door ‘Op naar de 100.000 banen’ en ‘Op naar de 25.000 banen’.
Het jongste besluit van de vaste kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het breed offensief, dat al zolang in de Kamer voorligt, controversieel te verklaren, maakte boegbeeld Aart van der Gaag naar eigen zeggen afgelopen dagen ‘gillend woest’. Niet alleen omdat het onderwerp al zo vaak is uitgesteld, maar vooral ook vanwege het gebruikte argument: een aantal amendementen voor de aanpalende Participatiewet.
Wat had hij ter wille van werkgevers en mensen uit het doelgroepregister graag een ‘stoere staatssecretaris’ gezien, die de Kamer duidelijk had gemaakt dat ze het nu toch echt even over de Banenafspraak moesten hebben. Het ministerie heeft op dit moment zelfs geen staatssecretaris meer, want die is minister geworden. De minister zelf is demissionair. Van der Gaag neemt de Kamer haar opstelling kwalijk, want het gaat bij de Banenafspraak niet meer om beleid maar om uitvoering: ‘Niet om structuur, maar wat er bij private partijen, werkgeversservicepunten, het UWV en ook de eigen overheids- en onderwijsorganisaties op de werkvloer gebeurt’.
Na een jaar corona
Het videogesprek met mensen uit de praktijk had de gevolgen van een jaar corona voor inclusief werkgeven als onderwerp. Wat doet dat met werkgevers, die zich inspannen om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen en te houden? Welke lessen vallen te trekken? En wat doen we om in 2026 toch de afgesproken 125000 banen te halen?
Pieter Raven, directeur van Pernu dat bemiddelt in kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt, merkte van dichtbij hoe bedrijven getroffen werden door de gevolgen van corona. Met name sluiting van bedrijven leidde tot verminderde uitvraag. Tegelijkertijd zag hij ook dat het kennelijk in het dna van bedrijven zit om arbeidsparticipanten aan boord te houden. Raven: ‘Er zijn dus ook andere emoties opgekomen, in de meest positieve zin, zoals zorgen voor elkaar.’
Stuk creatiever
Daarbij zijn we ook met z’n allen ook een stuk creatiever geworden, concludeerde gespreksleider Martine Schuijer. Als directeur van de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk! is ze nauw betrokken bij de projecten ‘Op naar de 25.000 banen’ en “Op naar de 100.000 banen’. Digitalisering, lunchafspraken, die nu wandelend plaatsvinden en zelfs ‘thuiswerkplekken’ op het kantoor van de jobcoach of bemiddelaar als én de werkgever dicht moest en thuis werken niet goed gaat. Want zoveel is wel duidelijk, het is niet altijd leuk om thuis te moeten zitten en daar te werken.
‘Gewone arbeidsmarkt’
Als het om cijfers gaat, is Aart van der Gaag de eerste die met groot genoegen vaststelt dat zijn eerdere voorspelling ‘volkomen mislukt’ is. Hij vreesde in elk geval dat de Banenafspraak met zeker 20.000 plaatsingen zou terugvallen als gevolg van corona. Maar de werkelijkheid is dat bedrijven die voor inclusie gaan, ook helemaal voor de nieuwe collega’s met een arbeidsbeperking gaan. Waar de overheid bijspringt, profiteert de doelgroep net zoals rest van de arbeidsmarkt. ‘Dan zie je dat het ook een gewone arbeidsmarkt is’, aldus Van der Gaag.
Wat vasthouden?
Hanne Overbeek zorgt met Everyday Heroes voor olie waar mensen in of door ‘het systeem’ tussen wal en schip dreigen te vallen. Heel concreet door dat stukje financiering op te pakken dat precies voor dat ‘beetje rugwind’ zorgt om de baan te realiseren. Wat zij net als haar collega’s ook na het coronatijdperk vast wil houden is plaatsonafhankelijk of hybride werken. Voor een deel van de doelgroep kan een aantal dagen thuiswerken ook voordelen opleveren in termen van belastbaarheid.
Cristel Poortenaar is directeur bij CalderWerkt, dat matchings verzorgt voor opdrachtgevers en de werving, selectie en aanstelling doet van mensen met een arbeidsbeperking. Zij heeft zelfs een ‘hele methodiek rond het wandelen’ opgebouwd. Het coronajaar heeft dus veel gebracht. Tegelijkertijd voelt zij ook hunkering naar meer onderling contact.
Aart van der Gaag is blij dat dat straks weer lijkt te kunnen: ‘Verbinden is digitaal nauwelijks mogelijk. En zelfs als je bij elkaar bent vindt het niet op het podium plaats maar meestal daarna.’ In dit verband maakt Martine Schuijer zich vooral zorgen over werkgevers die op de wip staan om met inclusie of specifiek de Banenafspraak te beginnen. Anders dan werkgevers die al in beweging zijn, hoe prikkel je die ‘beginnersgroep’ na een jaar corona? Die vraag bleef eigenlijk even liggen.
Breed offensief
Het gezelschap en ook het publiek op afstand deelde wel collectief de verbazing en verontwaardiging van boegbeeld en inspirator Aart van der Gaag over het zoveelste uitstel van het breed offensief in de Tweede Kamer. Cristel Poortenaar (Calder Werkt): ‘Het is elke dag weer aan ons om het uit te voeren. Maar wat zou het ontzettend helpen als er iets meer eenvoud en eenduidigheid in voorzieningen komt’. Hanne Overbeek (Every Heroes): ‘Wie kan ertegen zijn dat het simpeler wordt?’
Dat werd dan ook haar hartenkreet voor het nieuwe kabinet: ‘Partijen doen zelf al heel veel en kunnen onderling nog het nodige doen in de sfeer van inkoop en aanbesteding. Maar het is echt aan de overheid om het voor ons nog eenvoudiger te maken.’
Waarop Martine Schuijer concludeerde dat de Banenafspraak allerminst een ‘pas ontkiemd verlept plantje’ is. Integendeel: ‘Wat zien we juist in coronatijd veel inclusie.’
Tekst: Klaas Salverda