Een gevaar van de Banenafspraak is dat de aandacht vooral uitgaat naar plaatsingen van mensen met een arbeidsbeperking en de wet- en regelgeving. Terwijl het eigenlijk zou moeten gaan over inclusie. Inclusie betekent dat mensen die we ‘anders’ vinden meedoen, erbij horen en zichzelf kunnen zijn. Bij inclusie gaat het niet over het aantal plaatsingen, maar over een cultuur die duurzame plaatsingen mogelijk maakt.
Wat dat betreft heb ik veel geleerd van mijn werk voor Samen Sterk zonder Stigma. Deze organisatie bevordert openheid over psychische aandoeningen in de samenleving. Er is namelijk veel ongemak en er zijn allerlei vooroordelen. Op de werkvloer kan dat leiden tot uitsluiting en discriminatie. Daarom komen mensen er vaak niet voor uit dat zij een psychische aandoening hebben en vragen ze geen hulp. Terwijl openheid kan leiden tot begrip en de nodige ondersteuning. Mensen kunnen dan beter werken naar vermogen. Goed voor werknemer én werkgever.
Een paar jaar geleden interviewde ik hierover ondernemingsraden van grote organisaties. En daar werd ik niet vrolijk van. Natuurlijk, het is hun rol om kritisch te zijn. Maar de voorbeelden van angstculturen en onhandige leidinggevenden vlogen mij om de oren. Een ondernemingsraad van een multinational zei bijvoorbeeld: Je vraagt mensen om zich kwetsbaar op te stellen maar dat wordt hier als zwakte gezien. Mensen zeggen niet wat er speelt omdat het hun carrière in de weg kan zitten.
Om open te kunnen zijn, is een sociaal veilige omgeving nodig. En dan nog vergt het veel moed. Daarom ondersteunt Samen Sterk zonder Stigma werknemers met een psychische aandoening die willen fungeren als werkambassadeur. Deze helden vertellen hun verhaal en komen zogezegd ‘uit de kast’. Aan de hand van actieplannen zetten ze stappen om psychische aandoeningen op het werk bespreekbaar te maken. Zodat het net zo normaal wordt om iets te vertellen over je depressie of angst als over je gebroken been.
Maar het moet wel van twee kanten komen. Leidinggevenden moeten de nodige gespreksvaardigheden hebben en zelf ook open (willen) zijn. Daarvoor hoeven ze echt geen arbeidsbeperking of psychische aandoening te hebben. Iedereen weet hoe het voelt om uitgesloten te worden. Of om belangrijke informatie over jezelf niet te delen. Als je daarover vertelt dan zet je de toon. Leiders die de kracht van openheid gebruiken, laten zien dat ze inclusie écht belangrijk vinden. Wie durft?