Met de Banenafspraak laat Nederland zien echt werk te willen maken van een inclusieve arbeidsmarkt. Maar dat betekent niet dat we niet kunnen leren van initiatieven elders. De komende weken richten we daarom onze blik over de grens. Hoe ondersteunen andere landen mensen met een arbeidsbeperking (en hun werkgevers)? Vandaag: Denemarken.
Banen en Beperkingen
Het Deense provinciestadje Ringsted was op een maandagavond het decor voor een belangrijke bijeenkomst over arbeidsbeperkingen en werkgelegenheid. Die avond ging ik in debat met tal van hoogwaardigheidsbekleders: de Deense Minister van Werkgelegenheid van de liberale partij Venstre, een parlementslid van het linkse Enhedslisten, de burgemeester van Ringsted, de voorzitter van de werkgroep arbeidsmarkt van de lokale gemeenteraad en een prominente lokale zakenman.
Toegenomen zorgen onder collega’s
Waarom namen zoveel prominenten deel aan dat debat? Jaar na jaar is de Deense arbeidsmarkt minder inclusief geworden, in het bijzonder voor mensen met een arbeidsbeperking. In 2017 en ook dit jaar voerde de Deense Gehandicaptenorganisatie een studie uit waarbij de Denen de volgende vraag werd gesteld: ‘In het geval je met een collega met een mentale of fysieke beperking moet samenwerken, waar zou je je dan in bijzonder zorgen om maken?’ De grootste zorg bleek dat de persoon met de beperking het werk niet aan zou kunnen – en het aantal mensen dat dat aangeeft, neemt alleen maar toe.
Een tekort aan arbeidskrachten
Dit is een probleem. Een probleem voor de mensen met een beperking die een baan willen, maar afwijzing op afwijzing ontvangen. Maar het is een nog groter probleem voor een samenleving met een tekort aan arbeidskrachten. Het algemeen werkloosheidscijfer voor Denemarken was in januari slechts 3,7%, maar onder mensen met een beperking was dat ongeveer 40%. Dit maakt mensen met een beperking zonder werk tot een kostenpost, maar ook tot een onaangesproken bron voor de samenleving en voor werkgevers.
Werkgevers zien gewoon nog niet in dat ze naar mensen met beperkingen moeten kijken om een vacatures te vullen. Om die reden stelde de Deense Minister van Werkgelegenheid het doel om voor 2025 nog eens 13.000 mensen met een beperking aan het werk te helpen en zo kwam het dat een debat op een maandagavond in een provincieplaats een indrukkende lijst deelnemers kreeg.
Meer dan een invalskracht
Veel mensen met een beperking zouden graag aan de slag gaan, al was het maar als invalskracht om het tekort aan werknemers zonder beperking op te vangen. Maar als we weer een inclusievere arbeidsmarkt willen krijgen, moeten we van die houding af. We moeten allemaal inzien wat iemand met een beperking kan toevoegen als werknemer. Veel van de werkgevers die mensen met een beperking een kans geven, vinden ons toegewijd, loyaal en harde werkers. Dat we iets speciaals brengen op de werkvloer.
Wij zorgen ook voor diversiteit op het werk – en wij hebben kennis over het hebben van een beperking. Dat laatste is zeer nuttig in een markt waar steeds meer ouderen (en mensen met een beperking) langer actief blijven. Dat brengt niet alleen een verandering te weeg in het consumptiepatroon, maar ook in de maatschappelijke behoeften. Slechts enkele werkgevers hebben dit tot dusver door. Ons volgende doel is dan ook om het grote potentieel van werknemers met een beperking duidelijk te maken aan onze omgeving, de maatschappij, werkgevers en onze collega’s.
Sif Holst is vice-voorzitter van de Danske Handicaporganisationer, een koepelorganisatie van 34 gehandicaptenorganisaties en samen ongeveer 340.000 leden.