Met de Banenafspraak laat Nederland zien echt werk te willen maken van een inclusieve arbeidsmarkt. Maar dat betekent niet dat we niet kunnen leren van initiatieven elders. De komende weken richten we daarom onze blik over de grens. Hoe ondersteunen andere landen mensen met een arbeidsbeperking (en hun werkgevers)? Vandaag: Duitsland.
De VN-conventie inzake rechten van personen met een handicap is tien jaar oud. Sinds 2009 is er al veel gedaan. Van een inclusieve maatschappij is echter nog lang geen sprake. Om inclusie te bevorderen, heeft Duitsland een Nationaal Actieplan (NAP). Dit actieplan wordt ondersteund door de federale regering en alle deelstaatregeringen. „Werk en werkgelegenheid“ is een van de twaalf onderwerpen van het NAP en bevat maatregelen om de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking te bevorderen.
Welke ondersteuning wordt geboden? Voor mensen met een beperking gelden algemene maatregelen ter bescherming en ondersteuning. Zo is er bijzondere ontslagbescherming en een recht op meer vakantiedagen. Daarnaast zijn er individuele regelingen, zoals loonkostensubsidie, subsidie voor het passend maken van de werk- of studieplek of voor noodzakelijke ondersteuning op de werkplek, subsidie voor woon-werkverkeer en ondersteuning bij het verkrijgen van diploma‘s. Mensen met een beperking kunnen ook profiteren van algemene participatieprogramma‘s. In 2019 is bijvoorbeeld een wet in werking getreden om de wet om de perspectieven op de arbeidsmarkt te vergroten van mensen die langdurig werkloos zijn.
Verder zijn bedrijven met minstens 20 medewerkers verplicht om ten minste 5% van de arbeidsplaatsen te vullen met mensen die een beperking hebben. Werkgevers die niet aan dit quotum voldoen, betalen tussen de 125 en 320 euro boete per maand, per niet bezette baan. Deze heffing heeft twee functies: enerzijds natuurlijk om werkgevers te stimuleren. Anderzijds wordt het geld gebruikt om inclusieve bedrijven, met tussen de 30% en de 50% medewerkers uit de doelgroep, te ondersteunen. Over een verhoging van deze heffing wordt momenteel gediscussieerd.
Want hoewel de situatie de afgelopen jaren duidelijk verbeterd is, zijn mensen met een beperking in Duitsland nog altijd vaker en langer werkloos dan mensen zonder beperking. Er zijn nog altijd talloze bedrijven, die niet aan het quotum voldoen. 25% van de bedrijven met meer dan 20 medewerkers, heeft geen arbeidsbeperkten in dienst. Het wordt een grote uitdaging om deze bedrijven te overtuigen dat toch te doen. Tegelijkertijd zoeken Duitse bedrijven handenwringend naar gemotiveerd personeel. Inclusie is simpelweg ook economisch noodzakelijk.
Hierbij moet ik wel vermelden dat het werkgevers niet altijd makkelijk wordt gemaakt. Werkgevers hebben te lijden onder gebrekkige transparantie rond subsidies. Ook hebben ze bijna altijd te maken met veel verschillende aanspreekpartners organisaties, die betrokken zijn bij de subsidieverstrekking. Dat komt onder andere door de manier waarop Duitsland haar sociale stelsel heeft georganiseerd, waarin lokaal tot nationaal, verschillende overheidsinstanties een rol spelen. De afgelopen jaren is daarom veel energie gestoken in voorlichting om zo de bereidheid te vergroten om mensen met een beperking in dienst te nemen of op te leiden.
Een ander belangrijk onderwerp is de situatie van mensen die door hun beperking niet in staat zijn een plek te verwerven bij een reguliere werkgever. Zij zijn actief voor Werkstätten für behinderte Menschen (vergelijkbaar met sociale werkplaatsen). De nieuwe wet, die de opties voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moet vergroten, bevat een Budget voor Werk. Dit budget behelst een hogere, langdurige loonkostensubsidie voor werkgevers en en subsidie voor jobcoaches. Deze wet bevat dus instrumenten om mensen met een zwaardere handicap een kans op de reguliere arbeidsmarkt te geven.
Dit alles laat wat mij betreft zien dat we in Duitsland nog veel te doen hebben, maar wel op de goede weg zijn. Fundamenteel is dat inclusie niet een mooi onderwerp voor een politieke speech is, maar een opdracht is voor de hele maatschappij en bovendien niet tot een beleidsveld beperkt mag blijven. Inclusie is geen exclusief sociaal issue. Werkgevers zouden eindelijk moeten erkennen dat dat mensen met een beperking prima in staat zijn tot het leveren van goede prestaties en – als aan een paar randvoorwaarden wordt voldoen – onmisbare krachten voor elke werkgever kunnen worden. Het bedrijfsleven moet zich voorbereiden op de toekomst. Bij inclusie en diversiteit gaat het niet alleen om mensenrechten, maar ook om concurrentie.
Een goede, levendige en sterke democratie kan niet zonder inclusie. Daar ben ik van overtuigd en daarom luidt het motto van mijn ambtstijd: Democratie heeft inclusie nodig.
Jürgen Dusel is Beauftragte der Bundesregierung für die Belange von Menschen mit Behinderungen. Namens de Duitse regering behartigt hij als commissaris de belangen van mensen met een beperking. Tot zijn verantwoordelijkheden behoren het onderhouden van contacten met de relevante koepelverbanden en organisaties. Ook heeft hij een coördinerende rol bij het uitwerken van inclusief beleid.