Het arbeidsmarktbeleid is in Nederland ongelofelijk ingewikkeld gemaakt. Terwijl er volgens mij uiteindelijk maar één arbeidsmarkt is met slechts twee groepen die echt relevant zijn als het gaat om het aan werk helpen van mensen: de mensen die werk zoeken en de werkgevers met vacatures.

Die moet je bij elkaar brengen. En dat kan door terug te gaan tot de kern: ‘waarom doen we wat we doen en kan het niet eenvoudiger?’ De banenafspraak geeft volgens mij een bijzonder goede voorzet voor een antwoord.

Er werken nu ruim 80.000 mensen binnen deze afspraak. Dat is best indrukwekkend en laat zien dat de instrumenten binnen die banenafspraak (loonkostensubsidie, coaching en no-risk bij ziekte) effectief zijn. Wat wij als werkgevers willen, is dat dit instrumentarium (of een lichtere vorm daarvan) voor meer mensen, eigenlijk voor iedereen die niet uit zichzelf werk kan vinden, wordt omarmd.

Daarom hebben we als werkgevers een best wel stoer, al zeg ik het zelf, aanbod gedaan: een banenafspraak voor een vele grotere groep mensen. Dat aanbod is niet aangenomen.

Wel ligt er nu een voorstel om de wet te vereenvoudigen. We hebben met de Carola Schouten in haar toenmalige rol als minister om tafel gezeten en laat ik vooropstellen: ik snap de struggles van de minister op dit onderwerp. Maar het huidige voorstel helpt ons niet.

Het bevat slechts een minimale verbreding van de doelgroep, en die brengt het behalen van de banenafspraak doelen niet dichterbij. En het bevat ook plannen om doelstellingen van overheid en bedrijfsleven op banenafspraak-gebied samen te voegen. Maar dan moet de overheid eerst eens goed bij zichzelf te rade gaan.

Want als de overheid haar eigen doelstellingen (enkel) via inkoop of aanbesteding haalt, komt de extra doelstelling van 25.000 alsnog bij de marktsector terecht.

Dat willen we niet, omdat met de voorgestelde bonus- malusmethodiek (in plaats van de bestaande quotumwet) een bijl boven de nek van ondernemers wordt gehangen. De introductie van deze nieuwe systematiek voegt veel indirecte prikkels toe en compliceert de uitvoering voor werkgevers. Het brengt het halen van de doelen niet dichterbij.

Daarom: laten we met elkaar even een stapje terug doen. Laten we ons weer realiseren waar we het echt over hebben: over banen voor mensen. Die zijn te realiseren – en dat is nodig voor Nederland. Maar dat lukt niet op deze manier.

Dat lukt alleen met een systeem waarin mensen die kunnen en willen werken beter in beeld worden gebracht bij werkgevers, waarin werken loont voor iedereen die uit een uitkering aan het werk gaat, waarin voldoende vangnetten zijn ingebouwd en waar generieke regels bestaan voor iedereen die werk zoekt en daar hulp bij nodig heeft, ongeacht de oorzaak.

En voor de goede orde: een veel grotere banenafspraak willen wij nog steeds!