Stel je zit op school. Je doet je best op een proefwerk met allemaal ingewikkelde naamvallen of in mijn geval scheikunde. Je haalt een 8,5 en krijgt gelijk een draai om je oren. Dat is wat er op het ogenblik met uitvoerders van de banenafspraak gebeurt.

Voor die afspraak uit 2013 zijn destijds tamelijk uit de losse hand groeipaden uitgezet. Targets. Keurig met jaardoelen in schema gezet tot en met volgend jaar 2025.

Dan zal het bedrijfsleven toch wel 100.000 extra banen hebben gecreëerd en de overheid, die er op het laatste moment in haar rol als werkgever werd bijgehaald, tekende voor 25.000. Nieuwe banen wel te verstaan.

Zie wat er gebeurde. Jaar na jaar zaten alle werkgevers bij elkaar opgeteld ruim boven de afspraken uit 2013. Zo zijn er sinds de start 85.665 extra banen vrijgemaakt voor en ingevuld door mensen met een arbeidsbeperking.

Totdat afgelopen jaar de marktsector de doelstelling voor het eerst niet haalde. Met een doel van 80.000 voor ogen zorgde het bedrijfsleven voor 74.000 banen. Bij de overheid werden sinds 2015 ruim 11.600 banen gerealiseerd op een einddoelstelling van 25.000 banen.

Vriendelijk nieuws of noodklok
De meest vriendelijke nieuwskop bij de jaarcijfers kwam ik vorige maand op het vakmatige gemeente.nu tegen: ‘Groei banen voor mensen met arbeidsbeperking blijft achter’ stond boven een keurig uitlegverhaal.

Vakbond FNV, die al enige tijd lijkt te zijn vergeten dat de hele vakbeweging in 2013 een van de hartelijke ondertekenaars van het Sociaal Akkoord was, doet niets anders meer dan de noodklok luiden. Want ‘afspraak niet gehaald’ en ‘gevangen in de bijstand’ en vroeger was alles beter en dus moeten wij actie voeren, zo luidt de immer verongelijkte boodschap van haar grijsgedraaide plaat. Met als titel ‘De maat is vol’ en als enige constante ‘het glas is leeg’. Kortom, eigenlijk is ook het grootste werkgelegenheidsplan van na de oorlog volkomen mislukt.

Niet dus. Boegbeeld voor het bedrijfsleven Aart van der Gaag vergeleek de groei in de eerste jaren wel eens met die van een bloeiende pinkstergemeente. Wat hij en zijn team ook bedachten en stimuleerden, eigenlijk was hij vooral stom verwonderd over wie er allemaal bij kwamen. En zelf ambassadeur werden. Mede omdat vrijwel iedereen wel mensen uit de eigen omgeving kent die vroeger nog door familie met een winkel of bij een boer werden opgevangen. Ik weet er van mee te praten.

Niet voldoende is in Nederland falen
Ook van vol- en onvoldoendes trouwens. De zojuist vertrokken premier Rutte gaf zichzelf een 6, misschien een 6,5 voor zijn functioneren. Ik durf het bijna niet op te schrijven maar ik zit daarboven. Van de 10 voorgenomen journalistieke producties weet ik er 7 tot een goed einde te brengen. Voor 3 wordt óf (1) de omgang of de omvang te ingewikkeld, óf (2) verstaan we elkaar simpelweg niet, óf (3) word ik zelf gepiepeld danwel krijg ik last van mijn principes.

Maar wie over de uitvoering van de banenafspraak gaat krijgt van de Volkskrant te horen dat je met ruim een 8 niet geslaagd bent. Daags na het uitkomen van de jaarcijfers sloeg ik 16 juli het ochtendblad op en las weldra de azijnzure kop: ‘Overheid en bedrijfsleven falen op banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking’.

Was mooier geweest
Als je iets niet voor 100 procent haalt, faal je dus. Leuk om zo voortaan naar alle overheidsbeleid te kijken. Natuurlijk is het niet halen van de doelstelling, zoals VNO-NCW en MKB-Nederland vorige maand constateerden, een gemiste kans. Het zou voor iedereen veel mooier zijn geweest als we eind december al op de 10 jaar geleden gedachte 105.000 hadden gezeten.

Maar wat voor zin heeft het om achterblijvende resultaten te kraken en van de daken te schreeuwen dat ‘Beloftes aan mensen met een beperking een lege huls’ blijken, zoals een vakbond in Trouw doet?

Pikant détail: partijen in de Werkkamer, het overlegorgaan van werkgevers én vakbonden in de Stichting van de Arbeid en de VNG, lieten een paar dagen daarvoor nog weten ‘sterk gecommitteerd te zijn en te blijven om de doelstelling van de banenafspraak waar te maken’. Daarbij beloven alle drie partijen de nodige acties om tot 2026 nog zoveel mogelijk van de bijna 40.000 extra banen waar te maken. Vraag: wat wil je nou eigenlijk namens georganiseerde werknemers uitdragen en communiceren?

Geen eindstation
Maar goed. Stel dat we – of de realisatie van de banenafspraak nu wel of niet iets voorstelt – straks op 120.000 uitkomen? Of maar net boven de 100.000? Voor nieuwe kamerleden die zich voor het eerst in de materie gingen verdiepen, gaf demissionair minister Carola Schouten voor Participatie dit voorjaar klip en aan ‘dat de banenafspraak geen eindstation kent maar vanaf 2026 gewoon doorloopt’.

Oftewel: het enige dat afloopt in 2026 is de opbouw in de aantallen, zoals vastgelegd in het Sociaal Akkoord van 2013. Maar aan de macrodoelstelling van blijvend 125.000 banen verandert niets, aldus de minister.

Na uiterst gedreven bewindslieden als Jetta Klijnsma (PvdA), Tamara van Ark (VVD) en zeker de net vertrokken Carola Schouten (CU) ben ik nieuwsgierig of de nieuwe staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) zich vanuit SZW sterk maakt voor duurzame banen onder eenvoudige regelgeving.

Foutje, bedankt
Dat hij richting Kamer meteen al een ambtelijk foutje moest rechtzetten, omdat het aantal werkenden onder de banenafspraak toch echt hoger ligt, is welbeschouwd nog leuk ook. Glazen die al half vol zijn lopen een dikke kans voller te worden. Aan profeten die van tevoren weten dat het niks was, niks is en niks wordt, heb je niets. Tenzij je van treurnis houdt.

Doe mij dan maar de directeur-generaal Langdurige Zorg van VWS, Carsten Herstel. Hij was eerder deze maand leider van een delegatie uit ons land die zich in Genève liet toetsen op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap. Daar komt veel papier bij kijken.

Maar in zijn openingsstatement voor het VN-comité voor de rechten van personen met een handicap bracht de hoge ambtenaar van VWS namens meerdere ministeries met gepaste trots de banenafspraak te berde. Terwijl de rijksoverheid op dit vlak niet eens de hoofdrol speelt, maakte hij er in mijn beleving een prachtig Nederlands exportproduct van. Daar kunnen onze marktsector en vakbeweging bij hun internationale fora nog een puntje aan zuigen.

Want of je een beperking hebt of niet, het uitgangspunt is dat iedereen moet kunnen meedoen op de arbeidsmarkt, luidde het Nederlandse adagium in Genève (waarna alle kritiek mogelijk is). Dat we dat weer even weten, beseffen en waarmaken. Net zolang tot we op een 10 zitten. Dan is vast ook het tijdperk van excellente uitmuntendheid aangebroken.

*Klaas Salverda was afgelopen jaren als redacteur betrokken bij het Verbond Samenwerkende Overheidswerkgevers, het Team Banenafspraak van overheidswerkgevers en Zelfstandige Publieke Werkgevers en bij het samenwerkende team opnaarde125000.nl van Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk.