Binnen de Banenafspraak zijn er ruim 80.000 mensen aan het werk. Veel overheidsorganisaties spannen zich daarvoor in. Vanuit intrinsieke motivatie, omdat ze vinden dat het erbij hoort en omdat ze zien dat inclusievere teams en afdelingen beter presteren. Als werkgever wil de overheid zich van zijn goede kant laten zien. Als wetgever maakt dat de overheid dat dan weer moeilijk.

In het plan om de Banenafspraak te vereenvoudigen, dat minister Schouten onlangs naar de Tweede Kamer stuurde, ontbreken wat de Zelfstandige Publieke Werkgevers betreft een aantal belangrijke zaken.

Daarom hebben we een brief naar de minister gestuurd. Het meest brandende punt: de prestaties van overheid en bedrijfsleven worden nog steeds niet bij elkaar opgeteld. Dat werkt demotiverend en is onterecht.

Er werken circa 17.000 mensen uit de doelgroep Banenafspraak via inhuur bij de overheid. Dat is het gevolg van beslissingen uit het verleden: overheidswerkgevers moesten circa 10 jaar geleden facilitaire diensten en dergelijke uitbesteden. Sindsdien houden overheidwerkgevers bij hun inkoop bewust rekening met de doelgroep Banenafspraak.

Dat maakt ze dubbel worden bestraft. Enerzijds betekent de keuze voor inhuur van mensen uit het doelgroep Banenafspraak dat de prijs stijgt ten opzichte van ‘reguliere inhuur’. Anderzijds tellen de aldus gecreëerde banen niet mee bij de overheid waar ze praktisch gezien voor werken.

En voor mensen die roepen: dan nemen jullie die mensen toch gewoon in dienst? Dat zouden we op zich best willen, maar is contrair aan de tien jaar geleden gekozen manier om de overheid in te richten en ten tweede zouden marktwerkgevers dat als concurrentie opvatten.

Al deze discussies kosten tijd en leiden enorm af. Dat is zo zonde. In zijn totaliteit, dus overheid en markt – de volle breedte van de Nederlandse arbeidsmarkt – zouden veel meer banen kunnen ontstaan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. En dat is nuttig. En dat is nodig. En dat is leuk.

Het is nuttig omdat, zoals gezegd, diverse teams en organisaties beter presteren. Het is leuk omdat ik bij alle inclusieve organisaties hoor hoezeer de sfeer is verbeterd sinds er mensen met een arbeidsbeperking werken. Het is nodig omdat we in ons land iedereen nodig hebben, die kan participeren. Dat geldt eigenlijk al langer, maar zeker in het licht van de huidige politiekmaatschappelijke discussies rondom het inperken van arbeidsmigratie.

Volgens mij is het simpel: we hebben iedereen nodig. We hebben ook plek voor iedereen. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg, Elsschot schreef het al. Aan de huidige minister, de nieuwe Tweede Kamer en de komende regering daarom de oproep: pas de wet aan en maak inclusie op grote schaal mogelijk.

*Manita Koop (Hoogheemraad Delfland) is namens de Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW) de bestuurder met de Banenafspraak in haar portefeuille.