De Wet vereenvoudiging banenafspraak is het jongste hoofdstuk in de poging van de overheid om meer mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen. De wet wordt binnenkort behandeld in de Tweede Kamer en wil obstakels weg nemen door regels simpeler, de doelgroep breder en de uitvoering minder bureaucratisch te maken. Maar de vraag die ik me stel is: moet dit nu écht via een wet worden geregeld, of kunnen we dit als samenleving niet gewoon zelf oppakken?

Is een wet echt nodig?
Dat de overheid regels invoert om belangrijke maatschappelijke doelstellingen te bereiken, vind ik logisch. Zulke regels vind ik een traditioneel middel om sociale verandering te sturen, zeker als die verandering door de markt niet vanzelf tot stand komt. Maar is het invoeren van een nieuwe wet wel de beste manier om zoiets wezenlijks als inclusiviteit op de werkvloer voor elkaar te krijgen? Het kan het beeld geven dat werkgevers zonder druk vanuit de overheid weinig ‘zin’ hebben om mensen met een arbeidsbeperking een kans te geven. En dat werkgevers deze doelgroep alleen een kans geven als de overheid via een wet zegt dat ze ‘moeten’. Ik ben voorzichtig om zo’n signaal af te geven en vraag me af of we werkgevers wel helpen met de juiste ondersteuning en voorzieningen. Zetten we in op het aantal plaatsingen? We kunnen ook kijken naar een goede begeleiding van werkgevers en werknemers om hen duurzaam aan het werk te krijgen én houden?

Maatwerk en goede begeleiding
Werkgevers moeten vaak leren omgaan met de specifieke behoeften van werknemers met een arbeidsbeperking. Dit vraagt om maatwerk, begeleiding en aanpassing van werkprocessen. Het succes van deze integratie hangt sterk af van de cultuur en bereidwilligheid binnen een organisatie, iets wat je niet alleen met wetten kunt regelen. In Fryslân zijn we als Fryslân Werkt samen met onze sociale ontwikkelbedrijven onder meer gestart met een training voor werkgevers om ze te ondersteunen bij het werken met werknemers met een arbeidsbeperking. Zo komen we tegemoet aan de behoefte van werkgevers die zoeken naar kennis en comfort om met de doelgroep te werken. Ik ben er van overtuigd dat ondernemers in Fryslân zich aangesproken voelen om verantwoord werkgever te zijn. Onderzoek en ervaring leert dat verantwoord werkgeverschap grote positieve effecten heeft binnen het bedrijf. Maar net als bij de grote groep mensen die wel wíl werken, maar het net niet zelf redt, vraagt het passende ondersteuning of instrumenten. Als we kijken naar de huidige krapte en personeelstekorten kun je ook niet anders concluderen dan dat je ieder talent moet willen benutten.

Goede resultaten belonen
Je zou als tegenhanger op de voorliggende wetgeving met quota en boetes, kunnen kijken of je bedrijven die goede resultaten boeken op dit gebied kunt belonen. Bijvoorbeeld met belastingvoordelen of erkenningen. Smallingerland Inclusief is een aanpak in de Friese regio waarin dit terugkomt. Met deze aanpak verschuift de focus van straf als je de wet niet naleeft naar beloning voor goed gedrag, wat vaak effectiever is om duurzame verandering te stimuleren.

Conclusie: regels of relaties?
Moeten we werkgevers verplichten door ze wetten op te leggen, of kunnen we hen inspireren en ondersteunen om vanuit intrinsieke motivatie een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren? In plaats van (nieuwe) wetten, kunnen we misschien beter investeren in een cultuur waarin (samen)werken met mensen met een arbeidsbeperking vanzelfsprekend is. Omdat het waarde heeft en níet omdat de wet ons hiertoe dwingt.

Kortom: misschien ligt de echte oplossing niet in wetten, maar in de manier waarop we als samenleving het belang van inclusiviteit omarmen. Moet het echt geregeld worden, of kunnen we het gewoon regelen?

*Marcel Bos is programmacoördinator Fryslân Werkt