Op dit moment zitten er zo’n 20.000 jonge mensen werkeloos op de bank. De reden: ze zijn gediagnosticeerd met autisme. Maar daar komt snel verandering in. Philips, Microsoft, SAP, ASML en DAF zijn een paar grote bedrijven die vanaf nu specifiek op zoek zijn naar autistische werknemers. Waarom doen ze dit? Wat is het nut hiervan?
Slechts een handjevol bedrijven in Nederland biedt goede mogelijkheden voor autistische werknemers. Het lukt de meeste werkgevers helaas nog niet om langs het labeltje te kijken. En dat is zonde. In mijn boek Anders Denken probeer ik het stereotype van ‘de autist’ te doorbreken en uit te leggen waarom ieder bedrijf in autistische werknemers zou moeten investeren.
Mensen met autisme hebben veel nuttige talenten hebben voor op de arbeidsmarkt. Ze hebben vooral een heel sterk oog voor detail. Ze hebben snel door hoe iets werkt en laten zich niet afleiden, totdat ze het helemaal snappen. Ook houden ze zich aan hun afspraken en hebben ze een goed doorzettingsvermogen. Dit soort eigenschappen zijn vooral geschikt voor technische beroepen, zoals software-developer of programmeur. En aangezien de ICT-sector erg sterk groeit, neemt de vraag naar mensen met autisme hier alleen maar verder toe.
Toch is niet iedere baan altijd even geschikt. Juist omdat mensen met autisme de neiging hebben om de wereld in hokjes te plaatsen, kan een baan met veel klantcontact lastig worden. Ik zou ze niet snel een baan als accountmanager of recruiter adviseren. Bij dat soort functies moet je in kunnen schatten wat de klant wel of niet van je wil. Of wat hij wel wil, maar niet zegt. Daar hebben mensen met autisme moeite mee. Daar komt bij dat ze vaak brutaal eerlijk zijn en liever niet het eerste contact maken. Dat kan voor problemen zorgen.
Bedrijven die een werknemer met autisme in dienst nemen, hoeven niet eens zoveel te veranderen op de werkvloer. Er zullen altijd wel wat aanpassingen gedaan moeten worden, maar eerlijk gezegd denk ik dat dat voor iedereen geldt. De meeste hoogopgeleide mensen met autisme hebben wel een manier gevonden om door het sociale verkeer te navigeren. In principe is er dus niet veel aanpassing nodig.
Je kunt als werkgever wel een extra handje helpen: bijvoorbeeld door een ruimte te creëren waar niet al teveel prikkels binnenkomen. En zet mensen met autisme niet midden in een open werkvloer neer, maar een beetje in de hoek. En voor mensen met een zwaardere vorm van autisme zijn er jobcoaches beschikbaar, die de grootste problemen op kunnen vangen. Het is dus makkelijker dan je zou denken: met een beetje begrip en respect ben je al op de helft.
Geen enkel persoon met autisme is hetzelfde. Dat moeten we benadrukken. Autisme is zó ontzettend breed. Het is een spectrum, en dat loopt uiteen van een beetje last hebben van problemen tot niet meer voor jezelf kunnen zorgen. Dat betekent dat de werkgever samen met de werknemer moet kijken wat het beste bij hem of haar past. Iedereen is anders, en iedereen moet dus op een andere manier benaderd worden.
Ik ben ervan overtuigd dat de vraag naar werknemers met autisme alleen maar toe zal nemen, en dat bedrijven er bovendien geen spijt van zullen krijgen. Microsoft is dit natuurlijk niet voor niets gaan doen. Het is heel maatschappelijk verantwoord van ze, maar het is ook gewoon omdat ze er winst mee kunnen maken. Het is een echte win-winsituatie.