Vorige week organiseerde VNO-NCW – samen met ons team ‘Op naar de 125.000 banen’ – het Malietorenberaad. Het beraad had als centrale vraag: hoe gaan de partijen met elkaar in 2026 de doelstellingen uit de Banenafspraak behalen? Geen simpele vraag, omdat we zien dat de groei van het aantal banen voor mensen uit het doelgroepregister stagneert.

Dat doelgroepregister, u weet wel, waar de mensen in worden opgenomen die “als gevolg van ziekte of gebrek niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen”. Een draak van een definitie, maar wel de leidraad waar we in het kader van de Banenafspraak mee moeten werken.

Wat mij opviel tijdens het beraad: alle partijen spreken uit de schouders eronder te willen zetten. Over en weer zijn er wensen rond inzet, vereenvoudiging of efficiency uitgesproken.

Goed om tussen gemeenten, UWV, branches en andere stakeholders dit gesprek te voeren. Afspraken werden, voor zover mogelijk binnen de korte tijdspanne van de bijeenkomst, concreet weergegeven en afspraken over follow up zijn eveneens gemaakt.

Was dit dan preken voor eigen parochie? Zaten hier alleen de mensen die “willen” en denkt de buitenwereld anders over de Banenafspraak? Voor een deel wel; uiteraard zijn er werkgevers, werkzoekenden, intermediairs en andere partijen die van mening zijn “dat het nou wel klaar is met die afspraak”.

Ieder recht op zijn of haar eigen mening, maar ik weiger te geloven dat de Banenafspraak een stille dood zal sterven. Simpelweg omdat ik zie dat de bijeenkomsten die we organiseren over de ins-and-outs vol stromen met nieuwe werkgevers. Omdat onze mailbox vol zit met vragen over hoe te beginnen op het pad van inclusie. Omdat gemeenten met ons pilots willen doen om te bezien of er door anders samen te werken nog meer mensen naar de arbeidsmarkt kunnen worden begeleid. Omdat de appgroepen van specialisten op het gebied van inclusie en diversiteit bruisen van de ideeën, vragen en helpende handen. Omdat werkzoekenden zich melden en aangeven dat het nog wel een tandje beter mag. Omdat de sociaal ontwikkelbedrijven de kans krijgen om de komende jaren met extra middelen hun werk te doen.

Ja, we moeten hard aan de slag om de banenafspraak te doen slagen. Er is nog een te grote groep werkzoekenden met een arbeidsbeperking die geen baan kan vinden. Daar zullen we creatief naar moeten kijken. Mogelijkheden als jobcarving, deeltijdovereenkomsten en opstapbanen moeten verder worden verkend en opgepakt door een grotere groep werkgevers.

En de tekenen daartoe zijn positief, zowel op beleidsniveau met voorgestelde vereenvoudigingen als in de uitvoering in de driehoek werkgever-werkzoekende-bemiddelaar. Wij zullen van onze kant ons best blijven doen meer werkgevers te informeren en inspireren om invulling te geven aan de Banenafspraak, want ook ons werk is nog niet klaar!

Samen de schouders onder de Banenafspraak: doet u ook mee?

*Martine Schuijer is directeur van de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk! en projectleider ‘Op naar de 125.000 banen