Dagelijks houden wij ons bezig met het bij elkaar brengen van mens en werk. Want iedereen heeft toch recht op werk? En het kan toch niet zo zijn dat werkgevers krapte ervaren, terwijl mensen met talenten en kwaliteiten thuis zitten? Mensen zoals Michael – over hem straks meer.
Toch blijft het elke dag weer een uitdaging om werkgevers te verleiden tot het creëren van werk voor kandidaten met een beperking of een langere afstand tot de arbeidsmarkt. Wat een vaktermen trouwens, het zou mooi zijn als hier eens iets anders voor bedacht kan worden. Maar dat is weer een ander verhaal.
De ingewikkelde wetgeving – met verschillen in beleid per gemeente- werkt hier niet aan mee. En de indelingen in doelgroepen ook niet. Een werkgever heeft liever een arbeidsbeperkte dan een WIA kandidaat, aangezien de eerste wel meetelt voor het quotum en de tweede niet. En dat terwijl iedereen een kans verdient.
Ik ben er van overtuigd dat wanneer arbeidsmarktregio’s geld zouden krijgen zónder voorwaarden, gemeenten, UWV en werkgevers elkaar gemakkelijk zouden vinden om datgene te doen wat moet gebeuren om de mogelijke mismatch in de regio aan te pakken. En om met elkaar kansen te creëren voor iedereen. Ton Wilthagen heeft gelijk wanneer hij zegt: “Er is genoeg ‘werk’, maar er zijn te weinig banen”.
Wilthagen duidt daarmee op de ‘parallelle economie’, waarin veel nuttig werk wordt gedaan door vrijwilligers. Zelf zie ik dat ook in mijn omgeving: de hond van de buren wordt vaker ‘uitgelaten’ dan de tante van mijn man, die 96 is en in een verzorgingstehuis woont. Reden: hier is geen geld voor, en dit is geen baan. Maar zoiets zou toch gewoon een baan móeten zijn?
Ik geloof heel erg in buiten kaders denken en zoeken naar kansen; van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Soms moet je iets ook gewoon uitproberen en zelf het goede voorbeeld geven. Ook voor ons als Randstad Groep Nederland is het een uitdaging om ons bedrijf structureel inclusief te maken. Op een gegeven moment hadden we op ons hoofdkantoor al diverse arbeidsplekken gecreëerd voor arbeidsbeperkten, toen we onszelf de vraag stelden: zou dit ook kunnen lukken op onze vestigingen in het land? We zijn die uitdaging aangegaan, en ja hoor: ook dat kan!
Michael is daarvan een goed voorbeeld. Vorig jaar is hij gestart op een vestiging in Maastricht. Michael draait inmiddels al meer dan een jaar mee en heeft zijn takenpakket inmiddels uitgebreid. Alle collega’s zijn blij met zijn komst. Bij Tempo-Team kennen we een bonus regeling voor vaste medewerkers, die aan het eind van het jaar wordt vastgesteld en uitgekeerd. De manager van Michael belde mij, met de vraag hoe dit geregeld was voor hem: “Want zijn bijdrage is toch even groot geweest?” Een mooier compliment kun je Michael niet maken. En dat met die bonus is natuurlijk ook goed gekomen.
Dit zijn de verhalen die we elkaar moeten vertellen. Ik ben benieuwd naar dat van jou. Ook als dat nog geschreven moet worden. Creëer jij de volgende kans voor iemand in jouw omgeving?
Mirjam Manni
Landelijk verantwoordelijk bij Tempo-Team voor Participatie en ActiveerKracht (Publiek Private Samenwerking)