Als het gaat over inclusie in Nederland gaat de discussie de afgelopen tijd vooral over het kabinetsvoorstel een loondispentatiesysteem in te voeren. De staatssecretaris werkt op dit moment haar voorstellen uit. De komende weken peilt ‘Op naar de 100.000 banen’ de verschillende meningen via een serie columns rond de vraag: waar moet een nieuw systeem aan voldoen om de doelstellingen uit de Banenafspraak te halen en Nederland inclusiever te maken? Vandaag: Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa.
In mijn leven heb ik veel geleerd van mensen bij wie het leven tegen zat. Mensen die zich buitengesloten en daardoor niet serieus genomen voelden. Vaak versterkten actie en reactie dat proces. Wie zich niet serieus genomen voelde, vond het vaak lastig om de ander nog wel serieus te nemen.
De afgelopen maanden is er veel te doen over het kabinetsplan om loonkostensubsidie te vervangen door loondispensatie. Mensen met een arbeidsbeperking voelen zich hierdoor buitengesloten. De petitie ‘Ben ik het niet waard’ krijgt massale steun. Tegelijk vindt iedereen het absurd dat, ondanks alle huidige regelingen, nog zoveel mensen met een arbeidsbeperking thuis zitten.
Een angel in de discussie is het wettelijk minimumloon. Enerzijds omdat het minimumloon werkgevers belemmert om mensen in dienst te nemen, die om welke reden dan ook een verlaagde productiviteit hebben. En ten tweede omdat het door velen wordt gezien als symbool voor ‘serieus genomen voelen’. Hun redenering is dat je alleen meetelt als je het minimumloon verdient.
Ik begrijp heel goed dat werkgevers het minimumloon niet kunnen toezeggen aan mensen met een lage productiviteit. Net zo goed als dat ik begrijp dat ze last hebben van de – administratief ingewikkelde – regeling voor loonkostensubsidie.
Tegelijkertijd heb ik geleerd dat ieder mens het waard is om serieus te nemen. Ongeacht zijn of haar mogelijkheden of inkomen. Wie de waarde van mensen teveel afmeet aan de dikte van hun portemonnee, sluit mensen uit. De ander serieus nemen heeft daarnaast te maken met eerlijk zijn en de hele waarheid vertellen. Daarom voel ik me in toenemende mate ongemakkelijk in de felle debatten over werk voor mensen met een arbeidsbeperking.
Terecht vielen velen over het voorstel om het bijstandsregime toe te passen op mensen die door hun beperking het wettelijk minimumloon nooit voor hun baas kunnen terugverdienen. Aan de bijstand kun je je ontworstelen. Aan je handicap zelden. In het Kamerdebat bleken alle betrokkenen het hierover wel eens te zijn.
Loonkostensubsidie verdedigen vanuit de gedachte dat mensen dan zelf een volwaardig salaris zouden verdienen, vind ik moeilijk. Want wie die redenering aanhangt, vermeldt niet dat de samenleving een deel van het salaris via subsidie aanvult.
Is er iets mis met die bijdrage uit de samenleving? Wat mij betreft niet. Het is een vorm van beschaving dat we in onze veeleisende samenleving mensen die moeite hebben om aan de normen te voldoen een handje helpen.
Het eerlijke en genuanceerde verhaal helpt ons bovendien bij het vinden van nieuwe oplossingen. En het maakt het gemakkelijker weg te blijven uit termen als ‘tweederangs werknemers’. Dat is extra belangrijk omdat emotioneel beladen onderwerpen als pensioen- en WW-rechten vragen om een uitweg.
Volgens mij is het veel vruchtbaarder om de kwaliteiten van mensen, die niet gemakkelijk kunnen meekomen op de arbeidsmarkt, serieus te nemen en hen kansen te bieden om die ten volle te ontplooien. Daarbij moeten we veel meer dan tot nu toe erkennen dat de inzetbaarheid van mensen met een arbeidsbeperking vaak wisselt. Door ziekte of psychische problemen zijn ze de ene dag tot meer in staat dan de andere. Ik zou ervoor willen pleiten dat we hier meer oog voor hebben.
Mensen die moeite hebben met de complexiteit of het tempo van de samenleving, verdienen het dat we hen het eerlijke verhaal te vertellen. Zelfs (misschien wel juist) als de boodschap niet alleen maar leuk is. Zou ik dat niet doen zou ik ingaan tegen wie ik wil zijn: iemand die anderen serieus neemt.
Erik Dannenberg is voorzitter van Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein.