Werkgevers informeren over de banenafspraak en inspireren om mensen met een arbeidsbeperking een kans te geven; dat zijn de doelstellingen van het project ‘Op naar de 100.000 banen’. Maar wat betekent dat precies? Iedere week bespreken we met projectleider Martine Schuijer een initiatief dat ‘Op naar de 100.000 banen’ neemt of ondersteunt om de inclusieve arbeidsmarkt dichterbij te brengen.
Vandaag: Verbreding opdracht en resultaten 2018
‘Op naar de 100.000 banen!’ gaat iets nieuws doen?
“Om het preciezer uit te drukken: we gaan meer doen. Tamara van Ark, de staatssecretaris van SZW, is bezig met haar brede offensief om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. Het samenvoegen van markt en overheid maakt daar deel van uit. Dat geldt ook voor de voorstellen om het voor werkgevers eenvoudiger te maken om mensen uit de doelgroep in dienst te nemen. (Even als terzijde: deze voorstellen juichen we toe. Al horen van de werkgevers in ons netwerk wel dat er nog een tandje bij zou mogen.) In elk geval waren deze ontwikkelingen voor de staatssecretaris de aanleiding om het projectteam ‘Op naar de 100.000 banen!’ te vragen de ervaringen die we de afgelopen jaren hebben opgedaan ook beschikbaar te stellen aan overheidswerkgevers.”
Wat gaat dat concreet betekenen?
“Kennis, houding en gedrag, dat zijn onze sleutelbegrippen. Vanaf het begin hebben we gemerkt dat de quotum – of de dreiging daarvan – niet de doorslaggevende prikkel voor werkgevers is. Het gaat om een combinatie verschillende zaken, waaronder in elk geval intrinsieke motivatie en een kloppende business case. Daarover hebben wij steeds het gesprek gezocht en dat hopen we met overheidswerkgevers ook te doen. En door dat gesprek te zoeken, willen we ook werkgevers uit de overheidssectoren inspireren om meer mensen met een arbeidsbeperking een kans te bieden. Overigens weet ik zeker dat er al prachtige voorbeelden binnen de overheid te vinden zijn. De komende tijd gaan we gebruiken om die voorbeelden – als inspiratie voor anderen – over het voetlicht te brengen.”
Het inspireren en informeren van marktwerkgevers komt nu op een lager pitje te staan?
“Dat is een stomme vraag of een goede voorzet. Natuurlijk komt dat niet op een lager pitje te staan. We blijven ons met evenveel passie inzetten om marktwerkgevers te informeren en te inspireren. Ook marktwerkgevers moeten de komende jaren immers nog voor genoeg banen zorgen om de doelstellingen van de banenafspraak te halen. Door de veranderingen die de staatssecretaris aangekondigde, denken wij ook dat er nieuwe kansen ontstaan. Bijvoorbeeld bij de inkoop van diensten, waar onze vrienden van De Normaalste Zaak al projecten over zijn gestart. We blijven bijeenkomsten en activiteiten organiseren en faciliteren voor marktwerkgevers. Dat gaan we nu ook doen voor overheidswerkgevers. Waar nodig en waar mogelijk zullen we overheids- en marktwerkgevers bij elkaar proberen te brengen.”
Wat staat er verder op de agenda deze week?
“Vorige week werden de definitieve resultaten van 2018 bekend. Ze laten zien dat we ruim voorliggen op de doelstellingen. De groei blijft zichtbaar en dat stemt natuurlijk heel tevreden. Verder zijn er verschillende onderzoeken gepubliceerd: over werkgeversdienstverlening, over beschut werk en over de duurzaamheid van de plaatsingen. Ik vond het mooi om te zien dat de duurzaamheid van de plaatsingen van mensen met een arbeidsbeperking toeneemt en gelijke tred houdt met de duurzaamheid van de dienstverbanden van mensen zonder arbeidsbeperking.”
Over deze onderwerpen een andere keer uitgebreider?
“Dat zou mij helemaal niet verbazen.”