In 2018 bleek dat 59 procent (!) van doven en blinden werkeloos is, in vergelijking met 4.7% van de overige bevolking. Een extreem en onnodig hoog percentage. Onnodig, omdat in principe doven en slechthorenden alles kunnen wat horenden kunnen, alleen niet horen. Door hun ‘beperking’ hebben ze extra hard en lang moeten werken/studeren om op gelijke voet te komen met hun horende leeftijdgenoten.
Als taalwetenschappers kijken we vaak naar de onderliggende betekenis van woorden en hoe deze gebruikt worden. De term ‘mensen met een arbeidsbeperking’, bijvoorbeeld, wordt gebruikt om naar mensen te verwijzen die niet zo vanzelfsprekend aan het arbeidsproces kunnen meedoen. Zo worden doven en slechthorenden ook meestal aangeduid als gehandicapten. Als je echter uitgaat van de ‘gehandicapte’ (dove, blinde, minder mobiele etc.) mens, dan blijkt dat die persoon zich zelf niet zozeer beperkt voelt, als wel dat de omgeving – zoals wij die als maatschappij creëren – maakt dat die persoon zich ‘gehandicapt’ voelt.
Als wij een gebouw met een hoofdingang met trappen maken, moeten we niet verbaasd zijn dat rolstoelgebruikers zich op dat moment ‘beperkt’ voelen. Als wij eisen dat een patiënt alleen telefonisch een afspraak met de arts kan maken, moeten we niet verbaasd zijn dat de dove patiënt zich beperkt voelt. Hoe wij onze maatschappij inrichten, heeft alles te maken met onze onbewuste aannames over wat ‘gewoon’ is en wat ‘beperkt’ is en hoe wij denken over mensen die ‘anders’ zijn – terwijl iedereen natuurlijk anders is.
Doven die Nederlandse Gebarentaal (NGT) gebruiken, voelen zich vaak helemaal niet gehandicapt. Immers, onderling kunnen zij prima communiceren, en zijn er helemaal geen beperkingen; met horenden kunnen zij prima communiceren via een tolk NGT of langs digitale wegen in het geschreven Nederlands. Slechthorenden kunnen in vergaderingen of in hun studie gebruik maken van een schrijftolk. Tja – opbellen blijft lastig, maar ook hiervoor zijn voorzieningen (KPN Teletolk).
Het wordt hoog tijd dat Nederland het beleid van bijvoorbeeld Nieuw Zeeland overneemt: tijdens de uitzendingen na de aanslag in Christchurch was er altijd een tolk gebarentaal in beeld. Op die manier zorg je pas echt voor een toegankelijke samenleving. Als werkgever kunt je ook een goed gebaar maken, en eens een dove aannemen!
Beppie van den Bogaerde is hoogleraar Nederlandse Gebarentaal aan de Universiteit van Amsterdam en lector Dovenstudies aan de Hogeschool Utrecht. Met haar wetenschappelijke werk en jarenlange ervaring in de dovenwereld hoopt zij een bijdrage te kunnen leveren aan de verspreiding van kennis over Nederlandse Gebarentaal en over de Dovencultuur. Ze zet zich in voor een grotere participatie van dove mensen in de maatschappij.
Zie voor meer informatie over werken en leren met een audiovisuele beperking ook stichting Ctalents. Op de site van Grow2Work, een community waar doven en slechthorenden tips en ervaringen uitwisselen, staan verschillende tips voor werkgevers.