De Participatiewet, die staat voor ondersteuning en inkomenswaarborg, blijkt in de praktijk te complex, gaat onvoldoende uit van vertrouwen en behoeft verbetering als het gaat om inkomensondersteuning en passende ondersteuning. Minister Carola Schouten (Participatie) schrijft in aan de Kamer welke stappen zij wil zetten om hier verandering in aan te brengen.
Uit de Visiebrief van de minister blijkt dat ze de Participatiewet beter wil laten aansluiten op wat mensen (aan) kunnen en nodig hebben. Vorig jaar gaf de minister al aan welke ruim twintig maatregelen bínnen de wet op korte termijn worden aangepakt. Dat (eerste spoor) is op 18 mei in internetconsultatie gegaan. Net voor een grote commissievergadering in de Tweede Kamer deelt ze hoe zij (in een tweede spoor) deze wet breder wil verbeteren.
Er komt een programma om de Participatiewet op langere termijn te herzien. Daarnaast (het derde spoor) gaat de minister met gemeenten, andere professionals en bijstandsgerechtigden in gesprek over hoe de vakkundigheid in de uitvoering van de Participatiewet kan worden versterkt.
Ander mensbeeld
Minister Schouten streeft naar beleid waaraan een ‘realistisch en positief mensbeeld’ ten grondslag ligt, waarbij rekening wordt gehouden ‘met wat mensen kunnen en het gegeven dat mensen daarin van elkaar verschillen’.
De (te) complexe Participatiewet zorgt voor onzekerheid over rechten en plichten, onbedoelde fouten, niet-gebruik en het niet durven zetten van de stap naar werk. Vandaar dat de wet volgens de minister opnieuw moet worden bekeken vanuit het perspectief van mensen en de uitvoering: ‘Wat vragen we van mensen? In hoeverre is dat begrijpelijk en uitvoerbaar voor professionals? En hoe kan hierbij rekening worden gehouden met verschillen tussen mensen en de situatie waarin zij verkeren?’
Nieuwe basis
Samengevat wil minister Schouten een nieuwe basis leggen voor de Participatiewet. Die basis moet ook beter aansluiten op het brede sociale domein, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. In plaats van straffen vindt Schouten het passender om mensen te stimuleren deel te nemen aan de samenleving en om werkgevers te stimuleren om mensen in dienst te nemen.
Dat kan volgens de minister door meer te kijken naar wat werkzoekenden en werkgevers motiveert en hoe de overheid deze intrinsieke motivatie kan versterken en ondersteunen. Intrinsieke motivatie ontstaat volgens de minister wanneer mensen autonomie ervaren in wat van ze wordt gevraagd: er moet ruimte zijn voor eigen inbreng en keuzes. Daarbij moeten mensen zich in staat voelen te doen wat van ze wordt gevraagd. Ook is van belang dat er sprake is van sociale verbondenheid met de omgeving en vertrouwen in anderen, schrijft Schouten aan de Kamer.
Toeslagen apart
De herziening van de veelbesproken toeslagen is geen onderdeel van het programmaplan. Op dat vlak is het de bedoeling dat het kabinet de Kamer in het eerste kwartaal van 2024 een eindrapport stuurt met verschillende alternatieven voor het huidige toeslagenstelsel Minister Schouten wil zich er met het kabinet voor inzetten om de samenhang tussen beide herzieningen te waarborgen.
Het kabinet staat achter de noodzaak om het sociale zekerheidsstelsel eenvoudiger te maken. Daarvoor komt er naast het programma voor herziening van de Participatiewet ook een nieuw overheidsbreed programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor mensen (VIM). Daarover is na de ministerraad van 9 juni een brief naar de Kamer gegaan.
Tekst: Klaas Salverda