“Het lijkt misschien een sprong in het diepe, maar je moet het gewoon doen”, zegt Jan Sandee. Hij nam 26 jaar geleden al zijn eerste medewerker met een afstand tot de arbeidsmarkt aan. “Ik had er nog geen ervaring of affiniteit mee, maar vond het wel belangrijk dat iedereen zich waardevol kan voelen in onze maatschappij. Dat geldt voor jezelf ook, je wilt meedraaien en gewaardeerd worden.”
Geduld en inlevingsvermogen
In het begin ging het met vallen en opstaan. “Je moet ermee leren werken. Daar is geduld en inlevingsvermogen voor nodig. Maar als je de juiste plek en de juiste begeleiding gevonden hebt, werkt het en zijn deze medewerkers een waardevolle toevoeging voor je bedrijf.” Jan heeft het inmiddels over medewerkers, meervoud. “We hebben nu 7 mensen met een beperking in dienst. Dat is een prima aantal voor de grootte van ons bedrijf. In het hoogseizoen zijn het er meer. Dan nemen we ook arbeidsmigranten en vluchtelingen aan.”
Zoals iedere collega
Een bedrijf is voor de meesten een betere werkplek dan een sociale werkplaats, vindt Jan. “Voor henzelf en voor de maatschappij. In de sociale werkplaats zitten ze als clubje samen en wordt er niet veel van ze verwacht. Wij zetten ze bewust niet samen, maar verdelen ze over de teams. Bovendien hebben ze geen extra privileges, ze mogen bijvoorbeeld niet later komen of de kantjes er vanaf lopen.
Daardoor gaan ze zich ook zoals iedere collega gedragen en kunnen ze meer dan je vooraf denkt. Bovendien kosten ze de maatschappij geen geld, maar verdienen ze het zelf.”