Minister Schouten heeft besloten om op korte termijn een beperkte verbreding van de doelgroep Banenafspraak toe te staan. Het gaat om een groep van vermoedelijk circa 15.000 mensen. Voor de lange termijn gaat zij andere maatregelen verkennen.
Schouten had het vorig jaar al aangekondigd: een onderzoek om in kaart te brengen welke mensen nu niet onder de Banenafspraak vallen terwijl ze zeer vergelijkbaar zijn. Dit onderzoek naar de afbakening van de doelgroep Banenafspraak is intussen afgerond.

Uit het onderzoek van Panteia blijkt dat de volgende (groepen) mensen wat kenmerken, oorzaken en ondersteuningsbehoefte betreft vergelijkbaar zijn met de doelgroep Banenafspraak:
• een klein deel van de mensen in de WIA,
• mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en bij een reguliere werkgever werken,
• mensen in de WW met vergelijkbare kenmerken als mensen in de Banenafspraak en
• mensen die beschut werken bij een reguliere werkgever.

Besluit minister
Zij behoren nu niet tot de doelgroep vanwege hun uitkeringssituatie of omdat de arbeidsbeperking op een ander moment in de tijd is ontstaan. De minister heeft nu besloten dat genoemde groepen, met uitzondering van wie beschut werk heeft bij een reguliere werkgever, tot de doelgroep Banenafspraak gaan behoren.

‘Dat betekent dat zij als dit verder is uitgewerkt, net als voor mensen die nu al tot de doelgroep Banenafspraak behoren, in aanmerking kunnen komen voor dezelfde instrumenten (onder meer de no-riskpolis en het loonkostenvoordeel Banenafspraak, voor zover nog niet mogelijk)’, schrijft de minister voor Participatie in een brief aan de Tweede Kamer. Voor het aanpassen van de doelgroep is wel wetswijziging nodig.

Zelfde ondersteuning
Het doel van de aanpassing is dat mensen met vergelijkbare kenmerken in aanmerking komen voor dezelfde ondersteuning als de doelgroep Banenafspraak. Dit is voor zowel werknemers als werkgevers duidelijker, schrijft de minister in haar brief. Zo kan ook doorstroom naar de bijstand worden voorkomen.

De doelstelling van 125.000 banen voor de Banenafspraak wordt als gevolg van de verbreding niet verhoogd. Het aantal van naar verwachting 15.000 mensen dat erbij komt is beperkt. Uit het onderzoek van Panteia blijkt ook dat er nauwelijks verdringingseffecten zijn. Zouden grotere groepen worden toegelaten, dan kan wel verdringing gaan spelen. De gevolgen voor werkgevers zullen ook gering zijn, nu er maar weinig personen uit nieuwe doelgroepen worden toegevoegd aan het register.

VN-verdrag handicap
Uit het onderzoek blijkt ook dat van de personen onder het VN-verdrag handicap die nog geen indicatie Banenafspraak hebben, maar een klein deel vergelijkbaar is met de doelgroep Banenafspraak. De meeste andere personen met een handicap volgens het VN-verdrag ondervinden minder belemmeringen in hun werk en hebben dat werk vaak ook al geruime tijd.

Op langere termijn
Voor de langere termijn wil de minister maatregelen verkennen om meer de vertaalslag te maken van doelgroepen met een uitkeringssituatie naar het uitgaan van ondersteuningsbehoefte. ‘De ambitie is dat voor iedereen die ondersteuning nodig heeft om mee te doen, passende ondersteuning beschikbaar is. En dat het niet langer uitmaakt of deze mensen een uitkering hebben, welke uitkering zij hebben of tot welke doelgroep zij worden gerekend’, aldus de minister.

Het meetellen van beschut werk bij reguliere werkgevers voor de Banenafspraak wordt dan ook meegenomen. Deze tweede Actielijn gaat over de periode vanaf 2026 als de opbouw in de huidige reeks voor de Banenafspraak, zoals destijds afgesproken in het Sociaal Akkoord, afloopt.

Nu ook al beschikbaar
Overigens zijn nu ook al verschillende instrumenten beschikbaar die gemeenten en UWV kunnen inzetten. Zo kunnen gemeenten voor mensen die tot de doelgroep Participatiewet behoren, onder andere loonkostensubsidie of een jobcoach inzetten, ook als zij buiten de doelgroep Banenafspraak vallen. Daarnaast is het ministerie bezig met het uitwerken van een pilot waarbij de no-riskpolis kan worden ingezet voor langdurig bijstandsgerechtigden.

Tekst: Klaas Salverda