Om de overgang naar de arbeidsmarkt voor studenten met een beperking te bevorderen moet er niet alleen gewerkt worden aan het opbouwen van kennis, vaardigheden of ervaring aan de kant van de student – of puur het versterken van diens cv. Voor een ‘warme overdracht’ hebben zowel de student als de onderwijsinstelling als werkgevers als de overheid een verantwoordelijkheid.
Die conclusie trekt ECIO, Expertisecentrum inclusief onderwijs en studentenwelzijn, in een paper waarin wordt ingezoomd op een specifieke groep die achterblijft in de arbeidsparticipatie:
- de hoger opgeleide jongeren met een beperking. Ondanks dat ze nog jong zijn en een
- goede onderwijskwalificatie hebben, ondervinden hoger opgeleide jongeren met een
- beperking alsnog drempels op bepalende momenten naar de arbeidsmarkt. Doordat ze in een ‘gat’ vallen, blijft hun arbeidsparticipatie achter.
Meer dan een baan
Het doel van het literatuuronderzoek van ECIO is het verkrijgen van meer inzicht om de overstap van onderwijs naar arbeidsmarkt te bevorderen. De overgang van het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt behelst immers meer dan alleen het starten van een nieuwe baan. Het leidt tot veranderingen in relaties, verwachtingen, verantwoordelijkheden en rollen en kan een gat opleveren in bijvoorbeeld de begeleiding en benodigde aanvullende ondersteuning. De student wordt een werknemer en moet opnieuw aansluiting vinden in de nieuwe omgeving: bij collega’s, bij de werkgever en bij de inhoud en organisatie van het werk.
Hulp of begeleiding
Zulke momenten zijn voor iedereen een uitdaging, maar zijn over het algemeen extra uitdagend voor mensen met een beperking. Temeer omdat onduidelijk is wie verantwoordelijk is. De traditionele gedachte is dat de verantwoordelijkheid van onderwijsinstellingen stopt zodra de student de instelling verlaat. Werkgevers zijn verantwoordelijk zodra de persoon een baan heeft en gemeenten en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn verantwoordelijk wanneer een persoon thuiszit en een uitkering aanvraagt. Maar hulp of begeleiding naar werk valt eigenlijk overal tussen.
Verklarende factoren
Uit de literatuur komt naar voren dat zowel persoonlijke, als organisatorische en maatschappelijke factoren van invloed zijn op het schakelmoment tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Op persoonlijk niveau zijn bijvoorbeeld de houding van de student en de manier waarop studenten hun ondersteuningsbehoefte kenbaar maken van belang. Daarnaast zijn relevante kwalificaties en ervaringen, en specifiek arbeidsmarktervaring, belangrijke persoonlijke factoren die een soepele overgang bevorderen.
Op organisatorisch niveau gaat het voornamelijk om voorzieningen. Van goede informatievoorziening voor studenten, onderwijsinstellingen en werkgevers tot allerlei vormen van ondersteuning en begeleiding. Zo kunnen werkgevers een bijdrage leveren door stages aan te bieden voor studenten met een beperking en flexibel om te gaan met bijvoorbeeld arbeidstijden en functie-inhoud.
Op maatschappelijk niveau gaat het om de heersende beeldvorming, de onderliggende infrastructuur en de wet- en regelgeving. Zo heeft de overheid verantwoordelijkheid de arbeidsparticipatie van studenten met een beperking te verbeteren, bijvoorbeeld door een quotumregeling in te stellen. En daarnaast duidelijkheid te bieden over wie verantwoordelijk is voor de kosten en begeleiding.
Tekst: Klaas Salverda
Lees hier de meta-analyse belemmerende factoren transitie onderwijs naar arbeidsmarkt