De Banenafspraak is halverwege, hoe nu verder? Deze vraag bespreken we tijdens de Maand van de 1000 Voorbeelden. Dat doen we ook met Onno Vermooten, directeur van Concern voor Werk, het SW-bedrijf uit Lelystad.
“Als je kijkt naar de Banenafspraak, dan zie ik twee dingen”, zegt Vermooten. “Ten eerste liggen we halverwege op koers. Dat stemt optimistisch dat we de doelen kunnen halen. Maar ten tweede: slechts 12% van de werkgevers doet mee. Dat moet meer worden.” En dat kan volgens de directeur van Concern voor Werk alleen maar door de bureaucratische rompslomp waar werkgevers mee geconfronteerd worden te verminderen. “Ik zie in de dagelijkse praktijk dat werkgevers afhaken omdat het te lastig is. Ergens begrijp ik dat ook wel.”
Absurde percentages
De loonwaardebepaling is de grootste doorn in zijn oog. “Daar zit echt de crux. We zijn bezig met absurde percentages op basis van een vermeend objectief systeem. Maar dat systeem is helemaal niet zo objectief als het lijkt. Het wordt gebaseerd op de mening van werkgever en werknemer en vervolgens afgezet tegen een aanname van de productiviteit van een ‘reguliere’ medewerker. En aan het eind van het liedje hebben we het dan over 47 of 53%. Terwijl je na 7 jaar Banenafspraak wel kunt zeggen dat de loonwaarde gemiddeld bij 50% ligt.”
Geen halfjes
Dat medewerkers zelf ook vragen moeten beantwoorden voor de loonwaardebepaling en voor het uiteindelijke resultaten moeten tekenen, leidt volgens Vermooten ook tot onzekerheid en een raar soort berusting bij de medewerkers. “Die krijgen toch het gevoel maar een halfje te zijn. Terwijl het geen halfjes zijn, het zijn talenten die zich maximaal inspannen.”
Reken maar uit
Volgens Vermooten is er naast het inhoudelijke argument ook nog een kostenaspect. “Misschien niet het belangrijkste, maar reken even mee. De loonwaardebepaling kost 5 uur werk van de loonwaardebepaler, gemiddeld 2 uur werk van de werkgever en 1 uur werk van de medewerker. Dit dan nog even los van de situatie waarin een medewerker na een bepaalde periode ook nog andere taken vervult er feitelijk opnieuw een loonwaardemeting moet worden gedaan. Zelfs als de functie maar een heel klein beetje wijzigt. Dat maakt dus 3 gemiste werkuren voor de werkgever en de medewerker en 5 werkuren van de loonwaardebepaler. Maal de 66.000 plaatsingen tot nu toe in de Banenafspraak.”
Loonwaarde
Dit alles leidt er toe, zo stelt Vermooten, dat inclusief werkgeven een grote dienst zou worden bewezen als de loonwaarde automatisch op 50% zou worden bepaald. “Dat neemt de grootste hobbel weg die werknemers ondervinden. Het bespaart geld en is beter voor de werknemers. Maar als ik dit opper dan hoor ik alleen maar: hier is een stelselwijziging voor nodig. Ten eerste: nou en? En ten tweede: ook kan zonder stelselwijziging al geregeld worden is dat de 50% loonwaarde tijdens de eerste jaren van het dienstverband geldt. Laat de loonkostensubsidie vervolgens verrekenen via de loonheffing. Dat is simpel voor de werkgever, de werknemer merkt er niets van. Sterker nog: het dat draagt bij aan het feit dat de werknemer voor vol wordt aangezien. Zo kunnen we de drempels voor iedereen verlagen. En dat is echt nodig als we de Banenafspraak willen laten slagen en de arbeidsmarkt inclusiever willen maken!”