De Banenafspraak is tien jaar oud. Het plan om in totaal 125.000 nieuwe banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking maakte deel uit van het Sociaal Akkoord dat in 2013 werd gesloten. Inmiddels (tot en met het derde kwartaal van 2022) zijn er in totaal 79.714 nieuwe banen gerealiseerd.
Opeenvolgende bewindslieden van welke politieke kleur dan ook hebben vormgegeven aan het beleid en – voor zover dat hun verantwoordelijkheid is – de uitvoering van de afspraak tussen sociale partners. Een longread over de Banenafspraak in het rijksbeleid.
De bakermat
De geschiedenis van de Banenafspraak begint op 11 april 2013. Minister Lodewijk Asscher en staatssecretaris Jetta Klijnsma van SZW ‘informeren de Tweede Kamer’ met een brief over de uitkomsten van het overleg dat het kabinet heeft gevoerd met centrale werkgevers- en werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de Stichting van de Arbeid. De Banenafspraak is een kroonjuweel van de PvdA.
Onder de kop ‘Herstel van vertrouwen’ hebben kabinet en sociale partners voor een reeks van jaren over de volle breedte van de arbeidsmarkt afspraken gemaakt. Centraal staat het bieden van werkzekerheid en het voorkomen van werkloosheid. Dat kan door te zorgen voor gezonde en goed geschoolde werknemers, die zo nodig makkelijk een andere baan kunnen vinden als zij dat willen of als dat nodig is. En door het bieden van begeleiding bij het vinden van ander werk. Maar ook door het creëren van kansen voor mensen met een beperking die zonder steun in de rug amper werk kunnen vinden.
Arbeidsparticipatie blijft achter
Want de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking blijft achter. Daar moet verandering in komen. ‘Het moet normaal worden dat bedrijven mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen’, vinden alle partijen. Dat vergt een cultuuromslag, met als doel: 100.000 reguliere banen.
Bij de totstandkoming van het Sociaal Akkoord lijken overheids- en onderwijswerkgevers even te zijn vergeten. De overheid zegt daarop 25.000 banen toe. Zo wordt de Banenafspraak onderverdeeld in een taakstelling van 100.000 voor de marktsector en 25.000 voor de overheidssector. Het ministerie van BZK verzoekt de gezamenlijke overheids- en onderwijssectoren medewerking aan de plaatsing van jaarlijks 2.500 ‘arbeidsgehandicapten’ in de veertien sectoren. Elke sector krijgt daarin een aandeel naar rato van personeelsomvang.
De Banenafspraak is geboren. Er komt al gauw een minder onvriendelijke naam voor de boreling. Het woord gehandicapt is passé. De overheid heeft het over arbeidsbeperkten.
Participatiewet
2015 is het jaar van (de invoering van) de Participatiewet. Die moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook met een arbeidsbeperking. Het wetsvoorstel voegt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samen tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Onderdeel hiervan is de Wet banenafspraak en quotum voor wie in de zoektocht naar een nette naam toen ook nog wel (gedeeltelijk) ‘arbeidsongeschikten’ werden genoemd.
Quotumregeling
In 2016 controleert het kabinet voor het eerst of de afgesproken aantallen extra banen over het jaar 2015 zijn gehaald. Mochten de getallen niet zijn gehaald, dan treedt ‘na overleg met de sociale partners en de VNG’ de quotumregeling in werking, is de bedoeling. In dat geval bedraagt de heffing 5.000 euro per niet ingevulde arbeidsplaats. In het regeerakkoord is afgesproken dat het quotum niet geldt voor kleinere bedrijven met minder dan 25 werknemers. ‘Eerlijk gezegd hoop ik het quotum nooit nodig te hebben’, zegt staatssecretaris Klijnsma over deze ‘stok achter de deur voor werkgevers’.
De regeling gaat (later) voor de overheidssector in omdat de overheidswerkgevers de afgesproken aantallen niet haalden. Maar de quotumhéffing is opgeschort en in afwachting van een nieuwe regel intussen verder opgeschort tot uiterlijk 1 januari 2026.
Aanjagen
Klijnsma houdt werkgevers onverkort voor dat de afspraken niet vrijblijvend zijn. Voor de uitvoering van de Banenafspraak bij overheidswerkgevers stelt ze een ‘aanjager’ aan. Bij BZK verschijnt weldra de eerste brochure. Een vertaalslag van theorie naar praktijk waarin – let op de nieuwe benaming – ‘medewerkers met een arbeidsbeperking’ laten zien dat ze prima kunnen functioneren. En het ministerie van SZW zorgt voor een Kennisdocument dat tot op de dag van vandaag regelmatig wordt geactualiseerd.
Uit een eerste tussenmeting van de Banenafspraak blijkt dat werkgevers in de marktsector al meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag hebben geholpen dan was geraamd. Zij lopen dus gelijk ruim voor op schema. Vakbonden FNV en CNV en werkgeversvereniging AWVN gaan via het cao-overleg het scheppen van ‘garantiebanen’ voor mensen met een beperking ondersteunen.
Alles op alles
De verantwoordelijkheid voor het beleid achter de Banenafspraak ligt in de eerste plaats bij het ministerie van SZW. Voor de uitvoering is elk van de veertien overheids- en onderwijssectoren zelf verantwoordelijk.
Minister Ronald Plasterk van BZK, wiens ministerie over de rijksdienst en de Banenafspraak bij de (rijks)overheid gaat, roept overheidswerkgevers op alles in het werk te stellen om het afgesproken aantal nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. ‘We zullen dit jaar (2016, red.) en in de komende jaren alles op alles zetten om onze afspraken na te komen’, schrijven liefst drie coördinerende bewindspersonen even later in een Kamerbrief met daarin allerlei verbeteracties.
Veel te traag?
Een deel van de Tweede Kamer maakt zich datzelfde jaar zorgen over de realisatie van de Banenafspraak. De oppositie vindt dat de uitvoering veel te traag gaat. Dat de overheid daarbij zelf niet het goede voorbeeld geeft, is volgens meerdere partijen een verkeerd signaal. Op de valreep van het zomerreces neemt de Kamer, niet voor het eerst en zeker niet voor het laatst, moties aan om de uitvoering van de Participatiewet en de Banenafspraak verder te vergemakkelijken.
Als de jaarcijfers tegenvallen, reageert aanjager Hans Spigt dat de overheid er ‘niet te hard op afgerekend’ moet worden. Als de overheid ‘eenmaal op stoom’ is, komt de situatie er volgens hem heel anders uit te zien. In praktijk zijn intussen al duizenden mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers aan werk geholpen en vanuit hun ervaringen meer dan honderd best practices opgetekend.
De Banenafspraak komt dat jaar zelfs in de Troonrede voor. ‘De afspraken met werkgevers over meer banen voor mensen met een arbeidsbeperking worden voortvarend uitgevoerd’, spreekt koning Willem-Alexander letterlijk uit.
Breed Offensief gaat helpen
Op 15 maart 2017 mogen we naar de stembus. De onderhandelaars voor het nieuwe kabinet krijgen – onder héél veel andere en grotere zaken – de knelpunten voorgeschoteld die de sectoren overheid en onderwijs zien bij het realiseren van de Banenafspraak. Daaronder het strikte onderscheid van de taakstelling voor de markt en de overheid. En als tweede: de in vergelijking met het bedrijfsleven ‘onevenwichtige opdracht voor de overheid en het onderwijs’ met allerlei sectorspecifieke knelpunten.
Onder Rutte-III neemt Tamara van Ark (VVD) op SZW het stokje over van staatssecretaris Klijnsma. Zij spreekt al van goed nieuws als overheids- en onderwijswerkgevers het aantal banen in een jaar tijd bijna weten te verdubbelen (al verwacht het kabinet van hen ook nog een flinke inhaalslag). Elk jaar opnieuw ‘verslaan bedrijven de overheid’, zo vertalen media de jaarcijfers waarbij het bedrijfsleven vooroploopt en overheidswerkgevers moeite blijken te hebben om de ‘targets’ te halen. Maar Van Ark heeft in zoverre gelijk: er worden wel stappen gemaakt, het onderwerp leeft en (relatief) is wel sprake van groei bij overheid en onderwijs.
Politieke blijdschap
Bij een Kamermeerderheid heerst in 2018 ‘politieke blijdschap’ over het Breed Offensief dat de nieuwe staatssecretaris Van Ark heeft ontworpen om meer mensen met een beperking aan werk te helpen. Daarnaast wordt dat jaar de veelbesproken motie Nijkerken-De Haan aangenomen die de regering verzoekt bij het nakomen van de Banenafspraak het onderscheid tussen markt en overheid op te heffen.
De uitwerking van het in september aangekondigde Breed offensief komt al op 20 november 2018. Geheel voorbereid in samenspraak met experts van gemeenten, praktijktafels met gemeenten en werkgevers, en na consultatie van ervaringsdeskundigen.
Breed Offensief in het kort
Het Breed Offensief omvatten wijzigingen van wetgeving, van lagere regelgeving en van de uitvoering.
Het offensief staat onder meer het volgende voor:
• het bestaande instrument loonkostensubsidie wordt verbeterd en vereenvoudigd;
• werken met loonkostensubsidie moet lonen, ook voor mensen die in deeltijd werken;
• de matching tussen werkgevers en werknemers krijgt een extra impuls;
• de regels rond de Banenafspraak en quotum worden eenvoudiger;
• de Wajongregels worden logischer en meer stimulerend;
• beschut werk krijgt een extra impuls.
Het maatregelenpakket bestaat onder meer uit:
• verbeteringen van het instrument loonkostensubsidie;
• extra waarborgen voor ondersteuning op maat;
• een nieuwe vrijlating van een deel van het arbeidsinkomen voor mensen die in deeltijd met loonkostensubsidie werken;
• een uitzondering op de vierwekenzoektermijn voor jongeren met een arbeidsbeperking;
• en verbeteringen in de werking van het loonkostenvoordeel.
En een Bestuursakkoord
Bovendien sluiten minister Kajsa Ollongren (BZK) en staatssecretaris Van Ark in 2019 een Bestuursakkoord met alle overheidssectoren om een krachtige impuls te geven aan hun aandeel in de 125.000 extra banen. Daarin wordt onder meer afgesproken dat er op 1 juni van alle sectoren een ‘werkagenda’ ligt met acties die de overheids- en onderwijssectoren ondernemen voor het realiseren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Bij de acties horen een planning en baanprognose. Het ministerie van BZK zal de voortgang monitoren en jaarlijks de Tweede Kamer informeren.
De Wet Banenafspraak als zodanig is volgens Van Ark in 2019 ‘tot dusver succesvol’ geweest. Er volgen reeksen rapporten, variërend van onderzoek naar regionale verschillen tot en met onderzoek naar de duurzaamheid van de banen. Dit alles nog los van de afgesproken evaluatie van de Wet banenafspraak.
Boegbeeld én inspirator
Boegbeeld Aart van der Gaag krijgt het verzoek van de staatssecretaris om naast het bedrijfsleven vanaf nu ook de overheid te ondersteunen bij het realiseren van extra banen. Van der Gaag is commissaris bij het project ‘Op naar de 100.000 banen’ en krijgt er nu dus de rol van inspirator voor ‘Op naar de 25.000 banen’ bij.
Uit een interview bij zijn aantreden halverwege 2019 de (misschien wel belangrijkste) vraag: Gaan de werkgevers het halen? Van der Gaag: ‘Dat kun je uittekenen. Die 125.000 haalt alleen het bedrijfsleven al. Daar ben ik van overtuigd. Dat motertje loopt wel door. Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat het bovenmatig op het bedrijfsleven drukt. Daarom moeten we ook goed de prestaties van overheid en onderwijs blijven volgen.’
Van der Gaag heeft beide boegbeeldfuncties tot begin 2022 gecombineerd.
Afspraak is afspraak
‘Afspraak is afspraak’, houdt staatssecretaris Van Ark onverminderd vol richting (overheids)werkgevers. Intussen worden uit alle mogelijke databases en praktijkvoorbeelden lessen getrokken van hoe het ook of beter kan. Het Rijk zelf denkt vooral aan ‘inkoop met impact’: het maakt afspraken met bedrijven met wie zij als rijksoverheid zaken doet. In het najaar van 2019 komt de eerste evaluatie van de Participatiewet uit. Even later stuurt staatssecretaris Van Ark haar wetsvoorstel Breed Offensief aan de Tweede Kamer. Beoogde inwerkingtreding: 1 januari 2021.
Coronacrisis
Dan slaat begin 2000 ineens de coronacrisis toe. Ook voor medewerkers uit de doelgroep Banenafspraak zijn het verwarrende tijden. Bedrijven doen er alles aan om het hoofd boven water te houden en de overheid springt met noodmaatregelen bij. De noodmaatregel voor overbrugging van werkgelegenheid (NOW) geldt ook voor mensen uit de doelgroep Banenafspraak die vaak met loonkostensubsidie werken. Werkgeversorganisaties, gemeenten, vakbonden en de landelijke overheid slaan de handen ineen om ‘werkend Nederland’ zo goed mogelijk door de coronacrisis heen te helpen.
Vijfmeting
De landelijke resultaten van de Banenafspraak laten dat jaar voor de vijfde keer op rij positieve cijfers zien. De doelstelling van 55.000 banen tot en met 2019 (dus nog voor corona) wordt met 61.615 extra banen ruim gehaald. Ten opzichte van de nulmeting (2012) komt er elk jaar opnieuw een fors aantal banen bij. Fors want het geheel ligt telkens boven de gemeenschappelijke ambities die in het Sociaal Akkoord zijn afgesproken. Zoals het ook gemeengoed lijkt te worden dat de marktsector de doelstelling ruimschoots bereikt, terwijl overheidswerkgevers bij herhaling achterblijven.
Nieuwe energie
Die zomer verruilt Tamara van Ark het ministerie van SZW voor dat van VWS waar zij minister voor Medische Zorg wordt als opvolger van Martin van Rijn. Wat zij staande op de drempel zelf als belangrijkste wapenfeit beschouwt? Van Ark: ‘Ik ben de afgelopen jaren druk bezig geweest met het Breed Offensief, met als doel om het voor werkgevers eenvoudiger te maken om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. De administratieve lasten die werkgevers ervaren zullen voor een groot deel verdwijnen. (…) Ik ben ervan overtuigd dat als die wet wordt aangenomen, de wijzigingen de Banenafspraak nieuwe energie in zullen blazen’.
In quarantaine
Haar opvolger Bas van ’t Wout geeft zonder tegensputteren gevolg aan oproepen van de Kamer om (voorbeeld) de loonkostensubsidies op basis van realisaties te financieren. Maar als vlak voor Kerst eindelijk het grote, meermaals aangekondigde en uitgestelde overleg over de wetgeving zal worden gehouden, kan hij niet aanwezig zijn: de staatssecretaris zit in quarantaine.
Van BZK-zijde komt in december 2020 nog wel een weinig vrolijk stemmende brief over de stand van zaken bij de overheid en in het onderwijs. Samengevat: de Banenafspraak vordert, maar nog niet genoeg. Overheids- en onderwijswerkgevers zullen hun inspanningen verder moeten intensiveren en innoveren.
Eind in zicht
De verkiezingen van 2021 komen eraan. Twee maanden daarvoor biedt het kabinet Rutte III zijn ontslag aan na een rapport over de toeslagenaffaire. Hoewel het kabinet demissionair is, bestaat in de vaste kamercommissie voor sociale zaken brede overeenstemming dat het Breed Offensief gewoon kan worden behandeld. GroenLinks-kamerlid Paul Smeulders noemt de wijziging van de Participatiewet, en daarmee het uitvoeren van het Breed Offensief, zelfs het belangrijkste wetsontwerp om nog voor de verkiezingen te behandelen.
Vlak voor het grote wetgevingsoverleg in commissieverband, voor welke vorm was gekozen omdat op de plenaire agenda geen enkele keer ruimte is, stelt de Kamer het opnieuw uit. De vergadering wordt verplaatst tot vlak na de verkiezingen.
De minister en het Kamerlid
Het ministerie van SZW spreekt tegen dat minister Wouter Koolmees er niet klaar voor was om het overleg met de Kamer aan te gaan. Hij had net alle taken overgenomen van staatssecretaris Bas van ’t Wout die minister van Economische Zaken en Klimaat werd.
Waarom dan toch weer opgeschort? CDA-kamerlid René Peters schreef een nota over sociaal ontwikkelbedrijven als een ‘gerevitaliseerde sociale werkvoorziening’ voor arbeidsgehandicapten en mensen in de bijstand. Hij wil dat het plan een rol speelt bij de formatie van het nieuwe kabinet. Wat het overigens niet zal doen.
Zo vertraagt de invoering van het Breed Offensief opnieuw. Koolmees stuurt de Kamer een aangepast tijdpad. Vanwege het belang van de voorgestelde maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking en voor werkgevers, streeft de minister nu naar invoering op 1 januari 2022.
Nieuwe vormgeving?
Wat er verder met de Banenafspraak gebeurt, laat Koolmees over aan het nieuwe kabinet. Hij vindt het ‘niet opportuun’ om nu nog het wetsvoorstel voor de vereenvoudiging van de Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten naar de Kamer te sturen. ‘Het volgende kabinet zal een eigen afweging willen maken over een nieuwe vormgeving van de Banenafspraak’, schrijft hij.
Chantal Nijkerken – van de grootste regeringspartij VVD – hoopt oprecht ‘dat de Banenafspraak met daarbij het Breed Offensief de basis blijft voor wie er bij de kabinetsformatie aan tafel zitten. En ik vind dat je dit kind niet met het badwater moet weggooien’, zegt zij bij haar afscheid van Den Haag.
De nieuwe vaste kamercommissie voor SZW verklaart het nog niet eens ingediende voorstel gelijk controversieel. Aart van der Gaag, inspirator van het project ‘Op naar de 25.000 banen’, vindt dat er van het langdurige uitstel echt een verkeerd signaal uitgaat.
Splinter in Aarts vinger
Een paar maanden later wil CDA-Kamerlid Hilde Palland, die het ‘onderwerp’ dan net heeft overgenomen van notaschrijver René Peters, gauw verder met het Breed Offensief. Want? ‘Als je als ondernemer je best wilt doen om maatschappelijk een steentje bij te dragen, dienen we dat als overheid te faciliteren.’
Tijdens een digitale talkshow met nieuwe Kamerleden komt de discussie zo pijnlijk op ‘de splinter in Aarts vinger.’ Boegbeeld en inspirator Van der Gaag vindt het zacht gezegd ‘niet legitiem dat je als Kamer bedrijven en organisaties nog een hele tijd met kromme regels laat werken’.
Inclusie als voorwaarde
Intussen ziet staatssecretaris Raymond Knops van BZK, verantwoordelijk voor de Rijksdienst, goede kansen voor een ‘verdere vervlechting van inkoop, duurzaamheiddoelstellingen, diversiteit en inclusie’. Een inclusief werkklimaat zou een belangrijke voorwaarde zijn voor het realiseren van duurzame banen voor medewerkers. In het kader van zijn maatschappelijke voorbeeldfunctie is het Rijk al begonnen met een ‘traject om de Banenafspraak in te bedden’ in een meerjarige inclusiestrategie.
Voor en namens de rijksoverheid als werkgever spreekt Knops met de ministeries en uitvoeringsorganisaties af dat zij de komende tijd ‘alles op alles’ zetten om de inhaalslag te maken, die nodig is om de doelstellingen van de Banenafspraak te halen. Knops heeft er vertrouwen in dat het Rijk als één van de overheidswerkgevers zelf de doelstelling van de Banenafspraak haalt.
Licht aan het eind van de tunnel
De landelijke doelstelling van 67.500 extra banen (sector en markt samen) is met 66.097 banen in 2020 net niet gehaald, blijkt uit de jaarcijfers. Covid19 deed de wereld op haar grondvesten schudden. De pandemie veranderde de manier van werken, de werkomgeving en praktisch elke werkplek. Ook die van mensen die onder de Banenafspraak vallen.
Beter aansluiten bij behoeften
In de begroting voor 2022 is de Banenafspraak stevig verankerd. ‘Het kabinet wil bij het maken van beleid beter aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de mensen om wie het gaat’, schrijven minister Koolmees en staatssecretaris (Dennis Wiersma) van SZW aan de Tweede Kamer. Een van de voorbeelden van betere aansluiting is volgens beide bewindslieden het Breed Offensief voor de uitvoering van de Banenafspraak.
Aan het eind van de jaarlijkse ontmoeting tussen werkgevers en Kamerleden doet boegbeeld Aart van der Gaag een pragmatische oproep: ‘Sla de handen ineen en regel nu de vereenvoudiging die allang klaarligt. Als een paar mensen in Den Haag even de koppen bij elkaar steken om dat Breed Offensief voor elkaar te krijgen, is dit gelijk de meest geslaagde sessie van de afgelopen vijf jaar.’
Naast de drie regeringspartijen trekt ook de PvdA zich de oproep aan. ‘De schuld ligt bij ons, in de Kamer’, geeft Tweede Kamerlid Gijs van Dijk zonder omhaal toe. Staatssecretaris Wiersma kan bij de behandeling van de begroting van SZW dan ook weinig meer zeggen dan dat hij hoopt dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel Breed Offensief snel behandelt.
Normale bedrijfsvorming
Terwijl dat onderwerp op de plank blijft liggen constateren Tof Thissen van UWV en directeur Ambtenaar en Organisatie Marc Allessie van BZK dat het tijd wordt voor het verduurzamen van de Banenafspraak. Zij bepleiten in het magazine Publiek Denken dat dáár de komende jaren meer aandacht voor dient te komen. Nu het einde van het ingroeipad van de Banenafspraak in zicht komt ‘moet zij onderdeel worden van de jaarlijkse cyclus, de normale bedrijfsvoering.’
Half december 2021 is het coalitieakkoord van Rutte IV gereed. Ondanks de grote krapte op de arbeidsmarkt, zijn er nog teveel mensen die er niet tussen komen en onnodig langs de kant staan, constateren de onderhandelaars van het akkoord. Daarom wil de coalitie komende jaren, samen met sociale partners, gemeenten en het UWV, meer mensen naar werk begeleiden. Over de lopende afspraak voor 125.000 extra banen merkt het coalitieakkoord niets op.
Beeld en geen beeld
Minister Kajsa Ollongren van BZK bericht de Kamer vlak voor Kerst nog over de jongste werkagenda’s en wat daarvan tot stand is gebracht. Volgens haar nemen overheids- en onderwijssectoren hun wettelijke taak ten aanzien van de Banenafspraak serieus. In de resultaten staan gemeenten en provincies bovenaan. De PO-Raad en VO-raad werken nog aan het creëren van cijfermatig inzicht in de gerealiseerde banen in de sector van het funderend onderwijs. De MBO Raad onderzoekt hoe een kwantitatief beeld van de sector kan worden opgehaald.
Volgens Ollongren wordt over de gehele linie ingezet op het consolideren van wat al bereikt is: ‘Er wordt gewerkt aan borging en verduurzaming van geboekte resultaten en het ontwikkelen van een cultuur waarin arbeidsparticipatie van mensen met een beperking normaal is.’
Van opbouw naar vasthouden
Zo verandert de uitvoering van de Banenafspraak van opbouw naar banen vasthouden. Daar is een goede reden voor, want de einddatum van het ‘ingroeipad’ van de Banenafspraak voor de sector overheid en onderwijs is 1 januari 2024. Voor het bedrijfsleven is het 1 januari 2026. Daarna blijft de doelstelling van 125.000 extra banen recht overeind. Mensen uit de doelgroep zullen vanaf 1 januari 2024 geen veranderingen mogen merken in hun positie omdat er een ingroeipad geëindigd is.
Pal achter de Banenafspraak
Tien jaar na dato staat de Werkkamer nog pal achter de afspraken voor mensen met een arbeidsbeperking. Dat bevestigt dit overlegorgaan van werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van de Arbeid én de VNG nog eens bij het aantreden van het kabinet-Rutte IV. Voorzitter Chris Simons schrijft begin dit jaar aan de nieuwe minister voor Participatie, Carola Schouten letterlijk: ‘Het commitment dat bij het sluiten van het Sociaal Akkoord 2013 over de Banenafspraak bestond, is er nog steeds.’
Nu de nieuwe regering is aangetreden zet de Tweede Kamer de Banenafspraak en het Breed Offensief ook weer op de agenda. Sinds het ontwerp van staatssecretaris Van Ark in 2018 voor zoveel politieke blijdschap zorgde, is de lijst te bespreken onderwerpen gegroeid naar 10 A4-tjes met 69 stukken over de Participatiewet en het Breed Offensief.
Suggesties welkom
Na een hoofdlijnendebat over het hele terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, praatte de vaste kamercommissie voor SZW op 23 februari eindelijk over deze beide onderwerpen. Volgens de dan net aangetreden minister voor Participatie zijn suggesties voor het ontzorgen van werkgevers ook nu nog steeds welkom: ‘Ik sta open voor alle suggesties om het voor werkgevers eenvoudiger te maken.’
Zo sleutelt minister Schouten verder aan het Breed Offensief. De uitvoering van de quotumheffing wordt verder opgeschort tot 1 januari 2026. De invoering van de werkgeversaanvraag van de doelgroepverklaring is niet langer nodig. Met dat oogmerk stuurt zij nieuwe nota’s van wijziging naar de Kamer.
De Kamer is voor
Die blijkt zonder uitzondering voor de uitvoering van het Breed Offensief. Verder kan een overgrote meerderheid zich vinden in de voorgenomen verbetering van het fundament onder de Participatiewet. Waarna het Breed Offensief naar de Eerste Kamer wordt overgeheveld. Zo controversieel was de kwestie dus niet.
Social Return
Net als haar voorgangers is Carola Schouten zeer met de Kamer eens dat overheden, en zeker het Rijk, zelf het goede voorbeeld moeten geven. Om te zorgen dat er bij het Rijk alsnog meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk komen, gaat de sector Rijk een ‘centrale financieringsconstructie’ naar voren halen.
Zij gaat ook meer inzet plegen op Social Return, bericht de minister van BZK, Hanke Bruins Slot, jongstleden oktober op verzoeken uit de Kamer om voor afgelopen zomer met plannen te komen. Háár voorgangers gaven ook al hoog op van het instrument Social Return als onderdeel van contractuele afspraken binnen opdrachten van het Rijk. Het kan heel goed bijdragen om nieuwe werknemers aan te trekken.
Papieren tijger
Maar wat blijkt uit onderzoek onder leveranciers? Er bestaat geen enkel overzicht van het resultaat. Social Return speelt een grote rol speelt in aanbestedingen, maar in de contractfase wordt amper gecontroleerd of de afgesproken resultaten worden behaald. In menig project heeft het een lage prioriteit. Zolang de opdrachtgever niet toeziet op naleving, zal de verplichting altijd een papieren tijger blijven, signaleert het rapport.
Inmiddels vragen leveranciers zich openlijk af hoe het kan dat de overheid enerzijds uitvraagt, maar er anderzijds niet op toeziet: ‘Het is toch gek dat je als opdrachtgever iets vraagt, maar het vervolgens niet serieus neemt. Dan mis je toch de kans om meer impact te genereren?’
In reactie hierop gaf minister Hanke Bruins Slot in november 2022 te kennen dat controle op de naleving van wat de overheid zelf vraagt absoluut noodzakelijk is. Er komt een netwerkorganisatie en er wordt een systeem voor monitoring ingericht.
Weer in vertraging
Hoe staat het er nu voor met het Breed Offensief? Het wetsvoorstel ligt nog ter behandeling in de Eerste Kamer voor. Vorige week vroeg minister Schouten de senatoren Eerste Kamer om het wetsvoorstel Breed Offensief nog dit jaar te behandelen. Die bereidheid is er. De kans is groot dat het hele wetsvoorstel nu als hamerstuk wordt afgedaan.
Intussen zijn de CU-fractie en D66 benieuwd of de streefcijfers van 125.000 duurzame banen in de periode tot 2026 überhaupt gehaald worden: ‘Het hele traject beloopt inmiddels meer dan vier jaar en dat komt de beleidsmatige slagkracht niet ten goede.’
Volgens hen is moeten nu meters worden gemaakt. Gelet op het kwetsbare karakter van de doelgroep is in hun ogen ‘niet minder dan de geloofwaardigheid van beleid – alle goede intenties ten spijt – in het geding.’
Mogelijk 1 juli 2023
Voor de VNG is het allemaal al te laat om 1 januari 2023 als invoeringsdatum te kunnen halen en de wet tijdig te publiceren in het Staatsblad. Dat betekent dat het Breed Offensief niet eerder dan op 1 juli volgend jaar wordt ingevoerd. Minister Schouten bevestigt dat ook in de Memorie van Antwoord bij het wetsvoorstel dat uitstel op uitstel ten deel valt.
Heel urgente opgave
Toenmalig staatssecretaris Tamara van Ark van SZW zag er in 2018 een heel ‘urgente opgave’ in om mensen uit de doelgroep Banenafspraak aan werk te helpen. Dat is binnenkort vijf jaar geleden. Intussen komt het eind van de ingroeifase van de Banenafspraak in zicht. Overheids- en onderwijswerkgevers hebben nog een jaar de tijd om aan de beloofde taakstelling te voldoen.
Tekst: Klaas Salverda