Astrid Hazelzet en Marieke van den Tooren zijn onderzoekers bij TNO. In twee columns, hier vindt u deel 2, bespreken zij nut en noodzaak van onderzoek en manieren om de arbeidsmarkt inclusiever te maken.

Een groep die echt van de banenafspraak heeft geprofiteerd zijn de onderzoeksbureaus. Dat stelt althans Aart van der Gaag in een lezing eind december 2020 tijdens een congres van AIAS-HSI. Nou, die komt best hard aan. Maar Aart raakt wel een belangrijk punt. Onderzoekers stellen keer op keer vast dat de arbeidsmarktkansen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt er in het algemeen niet beter op worden. Dat er een vaste groep werkgevers is die hen werk biedt, maar nog steeds een grote groep die dat niet doet en dat de werkzaamheid van beleidsinstrumenten twijfelachtig is. Het mag dan relevant zijn voor beleidsmakers, maar wat schieten werkgevers op met deze onderzoeksresultaten?

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werkgevers wel wat aan onderzoek hebben, zodat het hen handelingsperspectieven biedt? Ons antwoord: kijk naar gedrag van werkgevers in termen van motivatie (willen) en mogelijkheden (kunnen). SCP (2019) *1 schrijft bijvoorbeeld dat werkgevers ‘onderweg afhaken’. Kijken we naar het in dienst nemen en houden van mensen uit kwetsbare groepen vanuit een gedragsmatige bril, dan zien we dat dit welwillende bedrijven zijn die moeite hebben het echt te realiseren (‘niet-kunnen’).

Als we vervolgens meer grip krijgen op redenen van het ‘niet-kunnen’, dan kunnen we kijken hoe hieraan gesleuteld kan worden. Is het gebrek aan passend werk een oorzaak van het niet-kunnen? Dan bieden methoden van baancreatie mogelijk soelaas. Vinden leidinggevenden het lastig om mensen uit kwetsbare groepen te begeleiden in het werk? Dan is een training aan hen een manier om aan ‘het kunnen’ te sleutelen of helpt mogelijk de inzet van een jobcoach.

Onderzoek dat zichzelf herhaalt heeft niet zo veel zin. Dat zijn we met Aart van der Gaag eens. Maar het onderzoek zo inrichten dat werkgevers en onderzoekers vanuit een gedragsmatige bril (en op basis van gelijkwaardigheid) samen zoeken naar manieren om het willen en kunnen op een effectieve manier te beïnvloeden, brengt ons wél verder. Het biedt werkgevers handelingsperspectieven en levert kennis op over hoe te sleutelen aan het willen en kunnen.

Onze oproep aan werkgevers is dan ook: zet de deuren open voor onderzoekers om samen in de praktijk te experimenteren met aanpakken, hierop te reflecteren en proberen te begrijpen waarom bepaalde interventies bij de specifieke organisatie wel of niet effectief zijn. Het accent dient daarbij wat ons betreft te liggen op de kwaliteit van het gezamenlijke leerproces en niet zozeer op de uitkomst in termen van aantallen mensen uit kwetsbare groepen die in de organisatie worden geplaatst.

*1 SCP (2019). Eindevaluatie van de Participatiewet. Den Haag: SCP.

_________

Astrid Hazelzet en Marieke van den Tooren zijn onderzoekers bij TNO. Astrid is bovendien projectleider van het TNO-Kennisprogramma Inclusive Work.