“Ja maar hoe dan?”, vraagt Fleur van Puijenbroek zich af, en dat overduidelijk niet voor de eerste keer.
“Hoe kunnen we praten over een inclusief Nederland als er zoveel mensen buitengesloten worden bij hele normale dagelijkse dingen? Van klein tot groot, van ontoegankelijke treinen en openbare gebouwen tot een ontoegankelijke arbeidsmarkt? Waarom horen mensen met een beperking dat ze ‘niet zo negatief moeten zijn’? Of dat ze ‘niet zo in de slachtofferrol moeten kruipen?’”
“Het lijkt wel alsof altijd alles maar een beetje gezellig moet blijven, maar ik strijd voor wat volslagen normaal zou moeten zijn: een echt inclusieve maatschappij. En strijden is niet gezellig. Dat is soms eenzaam. En het frustreert soms enorm om weinig vooruitgang te zien. Maar ik kan niet anders, want er zal alleen iets veranderen als wij, als ervaringsdeskundigen, zelf van ons laten horen.”
Die strijd voert Fleur van Puijenbroek op meerdere fronten. In de arbeidsmarktregio Zwolle is ze Projectleider Inclusiepact Onbeperkt Meedoen. Met haar bedrijf MNMW (Met name mensenwerk) helpt ze bedrijven en organisaties inclusiever te worden, onder andere door op te treden als spreker en adviseur. Daarnaast spreekt ze zich via verschillende kanalen, onder andere LinkedIn, onvermoeibaar uit over haar ervaringen.
Over het Inclusiepact later meer. Eerst over Fleur zelf. Zij had een jaar of tien geleden naar eigen zeggen niet gedacht dat ze zich ooit zo actief in zou zetten voor een inclusiever Nederland. Ze werkte in de commerciële arbeidsbemiddeling, was vestigingsdirecteur bij een groot bureau en voelde zich daar op haar plek.
Maar dan. Plotsdoofheid haalt haar hard onderuit. Dat wil zeggen dat haar gehoor in snel tempo drastisch afnam. Gehoorproblemen die niet van tijdelijke aard bleken te zijn.
Buitensluiten
Het betekende het einde van de ene carrière en uiteindelijk het begin van de nieuwe. “Als je zoiets overkomt, zie je de wereld eigenlijk opnieuw. Alles is op z’n kop gezet. Dat was moeilijk. En dat is het soms nog. Maar ik wil daar niet in blijven hangen. Het gaat niet alleen om mij of mijn verhaal. Het gaat erom dat we op de arbeidsmarkt, maar ook in talloze andere situaties, heel veel mensen buitensluiten.”
Dat komt volgens Van Puijenbroek omdat veel mensen met een beperking niet voldoen aan de geldende norm. “Serieus? Dan klopt de norm dus niet. Als de manier waarop we arbeidstoeleiding hebben georganiseerd ervoor zorgt dat honderdduizenden mensen met arbeidspotentieel aan de kant staan, dan werkt die manier dus niet.
Kom op zeg. Het is een gemiste kans voor Nederland.”
Terwijl het niet zo ongelofelijk moeilijk zou moeten zijn, denkt Van Puijenbroek. Waar het naar haar idee in essentie op neer komt, is dat we moeten leren kijken naar mensen en hun mogelijkheden in plaats van naar gaten op cv’s of beperkingen. “Als we minder vastomlijnde eisen stellen, maar kijken wat iemand bij zou kunnen dragen, is er al heel veel gewonnen.”
Campagne
Om meer werkgevers te overtuigen open te staan voor medewerkers met een beperking, of andere groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt, gelooft Van Puijenbroek in de kracht van voorbeelden, van rolmodellen, en van herhaling.
Ze pleit daarom voor een grootse campagne met goede voorbeelden en informatie. “Daar is echt behoefte aan. Ik zie een campagne voor me die er echt in slaagt om mensen te raken, alleen inhoudelijke argumenten zijn niet genoeg. Als het verhaal goed verteld wordt, dan geloof ik echt dat het mogelijk is om ingesleten patronen te veranderen.”
Maar er is meer nodig dan een publiekscampagne alleen. Het is het beginpunt van een constant gesprek, legt Van Puijenbroek uit. “Sommige mensen zullen het nooit snappen. Maar ik ga er nog steeds vanuit dat de meesten best van goede wil zijn. En alleen een zetje in de goede richting nodig hebben. We kunnen dat zetje geven door die goede voorbeelden, die er zeker zijn, veel beter te laten zien.”
Inclusiepact
Mede met het zogeheten Inclusiepact Onbeperkt Meedoen probeert Van Puijenbroek haar visie concreet te maken. Met dit pact beogen 22 gemeenten, 18 scholen en het bedrijfsleven in de regio Zwolle jongeren uit het VSO-PRO onderwijs duurzaam toe te leiden naar de arbeidsmarkt. “Teveel PRO VSO jongeren vallen tussen wal en schip. Niemand is verantwoordelijk voor deze groep, zolang zij nog geen 18 zijn en wel klaar met school.”
Daartoe zijn drie kansrijke sectoren geïdentificeerd: techniek & energietransitie, zorg & welzijn en de vrijetijdseconomie. “Vanuit het pact is gekeken welke banen er in de regio beschikbaar zijn en aantrekkelijk voor deze jongeren. We willen komen tot leerwerkarrangementen, zodat ze straks rimpelloos van school naar werk kunnen doorstromen.”
Van Puijenbroek zoekt de samenwerking met alle partners in het project. Bij scholen halen ze uitstroomprofielen op en per sector komt er een aanvalsplan, samen met WSP en UWV, zodat de juiste leerwerkarrangementen kunnen worden ontwikkeld en aangeboden. “Dat klinkt allemaal wat abstract. Het gaat er gewoon om dat jongeren worden voorbereid op een goede loopbaan en gelijkwaardige kansen krijgen.”
Dat vraagt iets van de opleiders, maar bijvoorbeeld ook van het bedrijfsleven. “Denk aan het creëren van nieuwe functies. Het personeelstekort in deze sectoren is hoog. Hoe gaaf zou het zijn als jongeren van het VSO-PRO bij zouden kunnen dragen aan het oplossen van deze tekorten? Misschien kunnen ze niet meteen als monteur aan de slag, maar we kunnen vast een mooie rol als assistent-monteur ontwikkelen om te beginnen.”
Zover zijn we nog niet, maar Van Puijenbroek heeft er alle vertrouwen in dat de komende maanden belangrijke stappen kunnen worden gezet. “Door met de scholen en het WSP en het bedrijfsleven écht samen op te trekken, leren we elkaar ook beter vinden en dat zal uiteindelijk bijdragen aan duurzaam werk voor deze groep.”
Niet verstoppen
In haar strijd voor meer inclusie op de arbeidsmarkt, ziet Van Puijenbroek een belangrijke rol weggelegd voor ervaringsdeskundigen. “Alleen de mensen uit de doelgroep, die al zo ontzettend diffuus is, weten wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld om goed te kunnen werken. Daarom spreek ik me ook uit op LinkedIn. Ik geloof er heel erg in dat we – mensen met een beperking om het zo maar te noemen – zichtbaar moeten zijn in de samenleving.
We zijn er, we mogen er zijn en we verstoppen ons niet meer.”