Sociaal Ontwikkelbedrijf Spaarne Werkt bestaat 100 jaar. En dat wordt gevierd. Tegelijkertijd staat het ontwikkelbedrijf voor ingewikkelde opgaven. Een gesprek met directeur Jeroen Coops. “We bewegen mee op de golven van de arbeidsmarkt en beleid. Altijd met het geloof in het belang van wat we doen.”

 

Ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan organiseert Spaarne Werkt (dat de rol van sociaal ontwikkelbedrijf vervult voor de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort) een serie aan bijeenkomsten en een fototentoonstelling. Ook komt er een speciaal interviewboek met succesvolle matches van medewerkers en werkgevers.

“Honderd is een mooie leeftijd”, zegt Coops lachend. “Wijzelf, maar zeker ook ons bestuur (met daarin de wethouders van de verantwoordelijke gemeenten) vonden het goed om stil te staan bij de mooie dingen die we doen. Of beter gezegd: die mooie dingen steeds opnieuw onder de aandacht te brengen.”

Dat is belangrijk, denkt Coops. Hoewel de naamsbekendheid van Spaarne Werkt in de regio uit alle onderzoeken hoog blijkt te zijn, blijft de bekendheid met het precieze werk van een sociaal ontwikkelbedrijf nog wel eens achter. “Het is natuurlijk veel complexer geworden allemaal. Wij brengen mensen naar werk. Dat doen we op verschillende manieren, daar zit de complexiteit misschien, maar dat is steeds de kern.”

In het jaar van de jubileumviering staat Spaarne Werkt volgens het eigen transitieplan voor een aantal veranderingen. De organisatie krimpt omdat de participatiewet een einde maakte aan de sociaal werkbedrijven zoals die tot dan toe bestonden.

“We hebben nog een steeds kleiner wordend aantal mensen uit de oude WSW-populatie. De groep nieuw-beschut (eigenlijk de moderne opvolging van de oude WSW) neemt langzaam, maar gestaag toe. Maar onvoldoende om de krimp van het oude WSW-deel te compenseren.”

Op dit moment werken jaarlijks 600 mensen voor Spaarne Werkt, zowel op de eigen locatie als op detacheringsbasis bij bedrijven, en worden er circa 450 re-integratietrajecten aangeboden. Minder mensen in de organisatie betekent ook dat het het werkpalet wordt aangepast en taken worden afgestoten. “We kiezen voor werk dat past bij onze doelgroep, bijvoorbeeld omdat het makkelijk in delen op te knippen is. Of omdat het fysiek minder veeleisend is of niet zo van seizoensinvloeden. Het gaat er nu niet om een tienjarenplan te schrijven. We blijven ons aanpassen om te kunnen blijven doen waar we in geloven: mensen helpen om door middel van werk een plek te vinden in de samenleving.”

‘Succesvolle plaatsingen openen deuren naar nieuwe plaatsingen’

Daarnaast zoeken sociaal werkbedrijven nieuwe manieren om mensen naar werk te begeleiden. Jeroen Coops noemt daarbij meermaals het begrip ‘springplank’. “Die rol willen wij spelen voor de mensen die het nodig hebben, bijvoorbeeld mensen in banenafspraakbanen. Ze komen bij ons in dienst en leren werknemersvaardigheden. Wij maken ze klaar voor de arbeidsmarkt. Daarna stromen ze door.”

Dat kost tijd. En tijd kost zoals bekend geld. “De jobcoaches en andere begeleiders moeten de kandidaten goed leren kennen om te kunnen komen tot een goede en vooral ook duurzame match. Dat is enorm belangrijk voor de kandidaten, hun zelfvertrouwen en hun zelfbeeld. Maar ook voor de werkgevers, want succesvolle plaatsingen openen deuren naar nieuwe plaatsingen. Zo simpel is het natuurlijk wel.”

Daarnaast kan het tijd kosten voor mensen beschikken over de benodigde vaardigheden om de arbeidsmarkt op te gaan. “Het probleem is dat je niet standaard kunt zeggen dat mensen binnen 4 maanden of binnen 6 maanden klaar zijn om weer aan te beginnen. Dat is maatwerk. Daar hebben we inderdaad goede gesprekken over moeten voeren met onze gemeenten. Die staan daarvoor open. En het leuke is is: het levert enorm mooie resultaten op.”

Coops is er van overtuigd dat er nog veel meer mensen via sociaal ontwikkelbedrijven naar de arbeidsmarkt zouden kunnen komen. “Alle relevante onderzoeken, denk aan de commissie Borstlap, maar ook de maatschappelijke kosten/baten analyse van Berenschot wijzen daar op. Meer nog dan een verandering van regels, vraagt dat misschien een mentaliteitsverandering, om te durven investeren in mensen. Mocht een nieuw kabinet zoiets realiseren, is dat misschien wel het mooiste verjaardagscadeau.”

*Foto: Ine Tacken/Spaarne Werkt