Een bouwplaats komt vroeg tot leven. En elke dag, vanaf kwart over zes, is op een bouwplaats ergens in het land ook Astrid Mersmans aanwezig. Ze doet praktijkwetenschappelijk onderzoek naar de inzet van SROI op de bouwplaats.
De bouw- en installatiebranche investeert jaarlijks circa een miljard euro in SROI. Bij overheidsopdrachten boven de 50.000 euro hoort namelijk automatisch een SROI-verplichting. Ook veel andere opdrachtgevers, bijvoorbeeld woningcorporaties, stellen eisen aan het aantal mensen met een afstand op de arbeidsmarkt dat aan bouwproject mee mag werken. Deel 1 van een tweeluik over inclusie op de bouwplaats.
Naast de financiële kant van de zaak, speelt er nog iets. Een op de drie bouwplaatsmedewerkers gaat vanuit ziekte of arbeidsongeschikt met pensioen. Dit wordt veroorzaakt door de belasting van het fysiek zware werk, maar ook zeker door de mentale belasting van de hoge werkdruk. Die leidt vaak tot een negatieve werksfeer. “Het belang van SROI voor de bouw is groot. Er gaat veel geld in om en, mits duurzaam ingezet, kan SROI de bouwplaats een aantrekkelijkere werkplek maken,” zegt Astrid Mersmans. “Maar dat is wel aan voorwaarden gebonden.”
Onderzoek naar inzet SROI in de bouwwereld
En precies naar die voorwaarden doet Mersmans nu onderzoek. Voor haar promotie bekijkt ze welke invloed de plaatsing van iemand met een arbeidsbeperking heeft op de werkomgeving. Ook bekijkt ze of inclusie een positief effect heeft op de duurzame inzetbaarheid van ‘reguliere’ medewerkers. “Ik wil weten wat nodig is om SROI-plaatsingen duurzaam te krijgen en hoe dit bij kan dragen aan een duurzamere inzetbaarheid. Ik ben nu een aantal jaar bezig. Ik heb veel geleerd en volgens mij is het inderdaad mogelijk om een Inclusieve Bouwplaats te ontwikkelen met meer werkplezier en arbeidsproductiviteit.”
Astrid Mersmans voert haar onderzoek naar de inclusieve bouwplaats, waarvan de resultaten begin 2022 worden verwacht, uit in opdracht van de Stichting Onderzoek Duurzaam SROI. Het onderwerp ‘inclusie in de bouw’ begon bij haar te leven na het beluisteren van een toespraak van Tamara van Ark, toentertijd staatssecretaris van SZW.
“Van Ark vertelde dat inclusie leidde tot lager ziekteverzuim. Dat werken met personen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken in algemene zin zorgt voor zingeving en een gestegen gevoel van trots,” vertelt Mersman. “Als dat zo is, dacht ik toen, dan wil ik weten of en hoe het kan lukken om bouwplaatsen inclusiever te maken. SROI is namelijk echt een zorgenkind in de bouw. Als deel van mijn praktijkonderzoek begeleid ik daarom nu op meerdere bouwplaatsen de inzet van SROI om te kijken hoe het nu gaat en hoe het beter kan.”
Hoe verloopt de inzet van de social return on investment dan normaal gesproken in de bouw, waarom is het een zorgenkindje? Mersmans onderscheidt drie problemen: het aanbod aan kandidaten is te laag, het uitvalpercentage van mensen is te hoog en omdat de SROI-verplichting per opdracht wordt berekend, zijn plaatsingen niet duurzaam. “Mensen die vanuit de SROI aan het werk zijn voelen zich vaak ballast. Dat leidt tot een negatieve ervaring. De hoge uitval en het feit dat de ‘SROI-medewerkers’, om het zo maar even te noemen, na afloop van het project te vaak weer naar huis gaan, motiveert collega’s ook niet om veel tijd te steken in de begeleiding.”
Volgens Mersmans beginnen de moeilijkheden al bij de opdrachtverlening. Ze is er van overtuigd dat SROI in de bouw kan werken, dat bouwplaatsen inclusiever kunnen worden en dat het ook in ieders belang is om bouwplaatsen inclusiever te maken. “Maar je moet echt zo vroeg mogelijk in het proces beginnen: bij de uitvraag van de opdrachtgever. Wat wil de opdrachtgever precies? SROI krijgt nu vaak 3 regels in een contract, maar als je het een succesvol en duurzaam instrument wilt maken dan zul je er ook als opdrachtgever meer tijd en aandacht aan moeten besteden.”
Na de opdrachtverlening, is het aan de aannemer om de SROI-verplichting uit te voeren. In opdracht van de hoofdaannemer moeten ook de onderaannemers op een bouwplaats voldoen aan de gestelde eisen. “Net zoals de opdrachtgever duidelijk moet maken wat hij van SROI verwacht, moet ook de hoofdaannemer meteen duidelijkheid verschaffen over dit onderwerp. Liefst al bij de inkoopgesprekken, dan weet iedereen waar hij aan toe is.”