Een bouwplaats komt vroeg tot leven. En elke dag, vanaf kwart over zes, is op een bouwplaats ergens in het land ook Astrid Mersmans aanwezig. Ze doet praktijkwetenschappelijk onderzoek naar de inzet van SROI op de bouwplaats.
De bouw- en installatiebranche investeert jaarlijks circa een miljard euro in SROI. Bij overheidsopdrachten boven de 50.000 euro hoort namelijk automatisch een SROI-verplichting. Ook veel andere opdrachtgevers, bijvoorbeeld woningcorporaties, stellen eisen aan het aantal mensen met een afstand op de arbeidsmarkt dat aan bouwproject mee mag werken. Het tweede deel van ons tweeluik over inclusie op de bouwplaats. Het eerste deel vindt u hier.

Astrid Mersmans

Oplossingen voor SROI in de bouwwereld
De ontwikkelingsfase van een project is, tot die conclusie is Mersmans wel gekomen, cruciaal om de inzet van SROI succesvol te laten verlopen. “Denk aan een opdracht voor een woningcorporatie. Een bouwplaats is te gast in een wijk. Hoe mooi zou het zijn als een opdrachtgever na zou gaan wie in de wijk er baat heeft bij stages of werkervaringsplaatsen. De bouwplaats is tijdelijk. De wijk is permanent. Laten we dat niet vergeten.”

Daarom stelt Mersmans voor al bij het ontwikkelen van een bouwopdracht in gesprek te gaan met de wijk en te redeneren vanuit de wijk. “Voor een bouwproject in Capelle ben ik daarom overal geweest, van de wijkagent tot de buurtteams. De jongens die ik ontmoette, liet ik eerst een half dagje meelopen met iedere onderaannemer. Aan het eind van het rondje hebben ze een beeld van wat er op een bouwplaats gebeurt en kregen we steeds een goede match. Vervolgens is het belangrijk om heel duidelijk te communiceren welke taken een kandidaat moet vervullen en welke medewerkers het leuk vinden om iemand te begeleiden.”

Kandidaten moeten niet verwachten dat op een bouwplaats de rode loper voor ze wordt uitgerold, waarschuwt Mersmans. De bouw heeft een geheel eigen cultuur en eigen omgangsvormen met een sterk groepsgevoel. “Het werk begint officieel om 7 uur, maar iedereen is er al vroeger voor een bakje koffie. Maar dat moet je wel weten en je komt het alleen te weten als iemand je in de bouwcultuur in wil wijden. Er moet dus echt ruimte en tijd zijn voor begeleiding.”

De voorwaarden voor een sociale bouwplaats
Om de bouwplaats socialer en inclusiever te maken, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Mersmans heeft die al aardig in haar hoofd zitten. “SROI in zichzelf is heel zinvol. Maar opdrachtgevers zouden meer moeten sturen op duurzaam resultaat. De huidige meetmethodes zorgen voor perverse prikkels. Ze zorgen voor uitval en verhinderen duurzame plaatsingen. Bouwers en opdrachtgevers zouden veel meer samen moeten kijken wat er nodig is om een bouwplaats inclusiever te maken.”

Mersmans geeft vervolgens het voorbeeld van een bouwbedrijf (“overigens met een kostenbewuste leiding, maar toen ze de kandidaat eenmaal leerden kennen, wilden ze echt een stap extra zetten om hem kansen te bieden”) waar een medewerker is vrijgesteld om samen met de kandidaat te ontdekken hoe hij het beste tot zijn recht komt. “Iedereen glundert, het is een fantastisch voorbeeld om te mogen aanschouwen. Maar de gemeente snapt niet wat hier speelt en de vrijgestelde medewerker valt buiten elk SROI-budget. Echt, als we van SROI in de bouw een succes willen maken, moeten we toe naar maatwerk.”