Ooit voerde IVIO, het bedrijf waarvan ik bijna 20 jaar directeur was, het 1000-banenplan Molukkers uit. We deden het op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat toen nog een zogenaamde ‘directie minderheden’ kende. We analyseerden de sociale verslagen van grote ondernemingen, lazen daarin dat het ‘dit jaar helaas opnieuw niet was gelukt de voorgenomen instroom uit de groep minderheden te realiseren’ en boden vervolgens aan voor het lopende jaar een bijdrage aan het wel realiseren van dat doel te leveren. Kleinere ondernemingen benaderden we vanuit hun netwerk, met lokale ‘jobhunters’. Meestal leverde het wel vacatures op; de werkelijke moeilijkheid was de aansluiting met de competenties van de werkzoekenden te maken. Niet doordat de competenties ontbraken of niet te ontwikkelen zouden zijn, maar doordat de functieomschrijvingen dikwijls te theoretisch geformuleerd bleken te zijn. Het was intensief, maar uiteindelijk lukte het en konden we zelfs 1400 deelnemers aan het werk helpen.
Het 1000-banenplan was het eerste banenplan. Er volgden vele en velerlei banenplannen/werkgelegenheidsprojecten. IVIO was al lang niet meer de enige uitvoerder. Zeker toen de re-integratiemarkt ontstond, werden bedrijven suf benaderd door organisaties die voor doelgroepen in allerlei variaties wilden bemiddelen en daarmee omzet maakten. We merkten bij de uitvoering van het banenplan dat werkgevers vreesden voor snelle uitval van deze werknemers. Aan hun geschiktheid voor de functie valt te sleutelen, hun afkomst doet niet ter zake, maar houden ze het wel vol? In de praktijk bleek het koudwatervrees te zijn. Sterker nog: hun loyaliteit en toewijding – als ze eenmaal ingewerkt waren en zich zelfverzekerd konden voelen – waren opmerkelijk groot.
Nu is er het 100.000-banenplan, waarvoor VNO-NCW getekend heeft. Het gaat erom dat 100.000 arbeidsgehandicapten voor 2026 een baan in het bedrijfsleven krijgen. Er hangt nog een soort dreigement van de staatssecretaris achter, maar dat negeren we. Het doel telt. Belangrijk verschil met eerdere banenplannen is dat we het als werkgevers zelf doen, door elkaar te attenderen en te stimuleren. Dat maakt me trots. Werkgevers zijn zeker bereid hun bijdrage aan het oplossen van een maatschappelijke opgave als deze te bieden, maar SVP geen ‘gedoe’ met de Ziektewet. Bij het 100.000-banenplan plan is het echter in financiële zin prima geregeld met een ‘no riskpolis’. Letterlijk: geen risico. En ook het andere risico: de begeleiding van de eventuele zieke wordt uit handen genomen. De enige drempel is het eigen vooroordeel c.q. die koudwatervrees dus nog. Minister Ien Dales – een minister van het kaliber waaraan we nu grote behoefte hebben – vroeg me met een lachje bij de afronding van het 1000-banenplan: “En Andries, hoeveel heb je er zelf in dienst genomen?”. Ik kon – achteraf dus – een in alle opzichten bevredigend antwoord geven.
Andries Greiner
Voorzitter Bedrijfskring Lelystad
betrokken bij het Lelystad Akkoord