De banenafspraak kan bij u als werkgever vragen oproepen. Die nemen we natuurlijk graag bij u weg. Immers: hoe minder vragen, hoe minder hoog de drempel om inclusief te ondernemen.

Wekelijks plaatsen we daarom een van de meest gestelde vragen met het juiste antwoord. Deze vraag heeft te maken met de banenafspraak:
Werkgevers in de marktsector hebben beloofd te zorgen voor 100.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit noemen we de banenafspraak. Deze afspraak is onderdeel van het Sociaal akkoord, en vastgelegd in de Participatiewet die sinds 1 januari 2015 geldt. De afspraken zijn gemaakt tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid.

Meer weten? We hebben al meer dan 100 vragen beantwoord.

Zelf een vraag? Stuur hem in!

Antwoord

Op 30 juni organiseerden we een talkshow met de Tweede Kamerleden Daan de Kort (VVD) en Hilde Palland (CDA). Zoveel mogelijk vragen, die de kijkers ons stelden via de chat, hebben we in de discussie met de politici meegenomen, maar niet alle vragen konden even uitputtend worden behandeld.

Daarom hebben wij ze verzameld en per thema gebundeld. De komende weken beantwoorden arbeidsmarktexperts de belangrijkste vragen van de kijkers. Vandaag behandelen we de vragen over het Brede offensief, de wetsvoorstellen om inclusief werkgeven eenvoudiger te maken. Vandaag behandelen we de vragen over een eventuele verbreding van de doelgroep Banenafspraak. Steven Hubeek, gangmaker van De Normaalste Zaak, beantwoordt de vraag:

Leidt verbreding van de doelgroep banenafspraak tot een inclusievere arbeidsmarkt?

Baankansen voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt gaan momenteel verloren omdat de banenafspraak nog steeds een heel krappe afbakening van de doelgroep kent. Er zijn veel mensen die zonder steuntje in de rug geen duurzame positie op de arbeidsmarkt krijgen. De banenafspraak heeft inmiddels laten zien dat deze groep betere baankansen krijgt wanneer ze aanspraak kunnen maken op de ondersteuning en de instrumenten zoals die onder de banenafspraak wordt geboden.

Echter, alleen mensen met een arbeidsbeperking vallen nu onder deze afspraak. Veelal kwalificeren bijvoorbeeld statushouders, mensen die geen uitkering ontvangen, mensen die vanuit de GGZ naar werk willen of mensen die langdurig werkeloos zijn zich niet voor de banenafspraak. Terwijl ze die ondersteuning en instrumenten wel nodig hebben.

Verbreding van de doelgroep is dus belangrijk voor de mensen zelf die nu niet goed aan werk komen. Werkloosheid onder mensen met een kwetsbare positie zal door verbreding van de afspraak afnemen. Dat betekent ook meer gelijkheid in werkkansen: met de huidige banenafspraak hebben twee mensen met vergelijkbare situaties flink verschillende mogelijkheden op de arbeidsmarkt als de een wel en de andere niet in het doelgroepregister is opgenomen. Een brede banenafspraak neemt deze ongelijkheid weg.

Vanuit het perspectief van de werkgever zijn er bij een brede afspraak meer mensen die bedrijfsmatig zinvol aan het werk kunnen. Mensen die begeleiding in of om het werk nodig hebben of (tijdelijk) een lagere loonwaarde hebben of verhoogde kans op uitval kennen krijgen betere baankansen.

Daarmee gaat werk dat nu blijft liggen vanwege de krapte wel uitgevoerd worden. Dat is niet alleen van waarde voor de betreffende werkgever en de werknemer, maar ook van waarde voor de economie, brede samenleving en overheidsfinanciën. Verbreden van de banenafspraak kent alleen maar winnaars. En is noodzakelijk om tot een meer inclusieve arbeidsmarkt te komen. Tijd om daar nu praktisch werk van te maken.

In zijn laatste column schreef Aart van der Gaag, inspirator ‘Op naar de 100.000 banen’ en ‘Op naar de 25.000 banen’, ook al over de krapte op de arbeidsmarkt met zijn column: “De banenafspraak levert een blauwdruk voor de aanpak van de schaarste op de arbeidsmarkt. Eenvoudige steunmaatregelen en goede dienstverlening voor een brede groep mensen zorgen voor veel meer banen, minder overheidskosten en meer geluk. Het is beleid zonder verliezers.”

Lees de column: de banenafspraak en de schaarste op de arbeidsmarkt.