Minister Koolmees laat nagaan hoe de werking van loonkostenvoordelen kan worden verbeterd. Daarnaast vinden aanpassingen plaats waardoor niet alleen het in dienst nemen, maar ook het in dienst houden van mensen uit de doelgroep banenafspraak wordt aangemoedigd.
De evaluatie die nu wordt uitgevoerd, zal voor het eind van het jaar naar de Kamer worden gezonden, zo antwoordt minister Koolmees op vragen over het jaarverslag SZW 2020. Loonkostenvoordelen (LKV), waaronder het LKV Banenafspraak, zijn de opvolger van premiekortingen. Er wordt sinds de invoering in 2018 minder gebruik van gemaakt dan bij de raming die destijds is gemaakt. Hoe dat komt wordt nu dus onderzocht.
Bij de uitwerking van het pensioenakkoord is afgesproken een loonkostenvoordeel in te voeren specifiek gericht op jongeren met een (potentieel) kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Met de omvorming van het lage-inkomensvoordeel (LIV) ook aanzienlijke middelen vrij om het loonkostenvoordeel Banenafspraak te verruimen.
Banenafspraak
In plaats van de huidige maximering van drie jaar komt de werkgever voor dit LKV in aanmerking zolang de dienstbetrekking met de werknemer blijft duren. Ook komt het beschikbaar voor mensen uit de doelgroep Banenafspraak die al in dienst zijn. Door deze aanpassingen wordt niet alleen het in dienst nemen, maar ook het in dienst houden van mensen uit de doelgroep Banenafspraak gestimuleerd. Voor beide maatregelen moet de wet worden gewijzigd. De ingangsdatum is voorzien per 2024.
Volumes waarmaken
De vaste kamercommissie voor SZW wil ook graag weten hoe de minister het behoud van de volumes in de banenafspraken gaat waarmaken. Een belangrijk traject daarvoor is het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet met het Breed Offensief en maatregelen uit de bredere agenda Breed Offensief. Dat wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer zelf controversieel verklaard.
Tekst: Klaas Salverda