Maatwerk kan niet het antwoord op alle knelpunten in sociale wetgeving zijn. Dat bevestigt het kabinet richting de Nationale Ombudsman.
Die concludeerde vorig jaar dat maatwerk geen oplossing is voor slecht beleid of slechte wetten en dat het kabinet er beter aan doet sociale wet- en regelgeving te verbeteren in plaats van meer maatwerk in de uitvoering toe te passen.
In het kader van de herziening van de Participatiewet is het kabinet bereid een verdiepingsslag te maken, waarbij de uitgangspunten van het beleid tegen het licht worden gehouden. Met gebruikmaking van wetenschappelijk onderzoek, kennis over gedragsinzichten en ervaringen van bijstandsgerechtigden en de uitvoerende gemeenten, wordt een basis gelegd voor de herziene Participatiewet, zo is de bedoeling.
Deze nieuwe basis wordt uitgewerkt in concrete beleidsopties die passen bij de nieuwe beleidstheorie, pilots en experimenten. Minister Carola Schouten hoopt nog voor het commissiedebat van 14 juni in de Tweede Kamer over de Participatiewet met een visiebrief te komen.
Bestaansonzekerheid
De Nationale ombudsman maakte vorig jaar in drie achtereenvolgende rapporten melding van omstandigheden waarin specifieke groepen (statushouders, jongeren met een beperking en jongeren in de bijstand) bestaansonzekerheid ervaren.
Zo maken mensen met arbeidsvermogen vanaf 2015 aanspraak op een uitkering vanuit de Participatiewet. Die wet gaat uit van de zelfredzaamheid. Afgelopen jaren heeft een verschuiving plaatsgevonden van inkomensondersteuning naar ondersteuning naar werk.
Jongeren met beperking
De Nationale ombudsman signaleerde echter dat de zelfredzaamheid bij jongeren met een beperking lang niet altijd aanwezig is, zeker niet rond de leeftijd van 18 jaar: ‘Het samenspel van wet- en regelgeving zorgt voor veel complexiteit en de overheid overschat de beschikbare hulp vanuit het eigen sociale netwerk. Ook is er een tekort aan goede begeleiding aan jongeren vanuit gemeenten’, schreef de ombudsman.
Specifiek voor jongeren met een beperking pleit hij ervoor:
• dat overheidsinstanties hen actief en in begrijpelijke taal informeren over hun rechten en plichten en de voorzieningen waarvan zij gebruik kunnen maken;
• dat hen onafhankelijk cliëntondersteuning wordt aangeboden;
• dat werken loont, ook in deeltijd;
• en dat de overheid jongeren meer financiële zekerheid biedt over hun inkomen bij werken naast een uitkering.
Bij het laatste gaat het om het verruimen van de bijverdiengrenzen, het direct verrekenen van inkomsten en het bufferbudget. Deze wetswijzigingen maken al deel uit van het traject Participatiewet in balans. In een uitgebreide Kamerbrief reageren de ministers Karien van Gennip en Carola Schouten op alle vier rapporten van de ombudsman.
Tekst: Klaas Salverda