Stel je toch eens voor: je doet vanuit jezelf al zoveel voor het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking, dat je ver boven het quotum van de banenafspraak uitkomt. Dat ‘overkomt’ ROC Rivor in Tiel. Een bijzonder praktijkvoorbeeld uit de onderwijswereld.
‘Wij zien ze niet als aparte mensen’, is zo’n zinnetje dat na het gesprek blijft hangen. Met 2.000 mbo-studenten, 300 medewerkers en een keur aan opleidingen is ROC Rivor in Tiel een van de kleinere mbo-instellingen in Nederland. Die schaal blijkt ook grote voordelen te hebben.
‘Wij staan bekend als een school die heel goed en intensief studenten begeleidt’, vertelt hoofd personeelszaken Tanja de Jong. Zo is voor studenten een volledig Loopbaancentrum beschikbaar waar heel veel gebruik van wordt gemaakt. Daarnaast wil de school bewust kansen geven aan werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Aandacht voor ambitie
Kwestie van ‘aandacht voor ambitie’, zo haalt Tanja de Jong het motto van de school aan. Voor mensen met een arbeidsbeperking zegt deze slogan volgens haar dat ze de voorkeur geven aan denken in termen van mogelijkheden.
Op een of andere manier zit dat al jaren in het dna en de aard van de onderwijsinstelling. Vandaar misschien dat de banenafspraak bij de gemiddelde medewerker nauwelijks bekend is: de bedoeling ervan is hier al jaren standaard praktijk.
Vanzelfsprekend
Dus bevatte de wet met bijbehorend quotum voor de hr-afdeling geen verrassing en is de uitvoering al helemaal geen probleem. ‘We hebben hier nooit hoeven knokken voor mensen met een arbeidsbeperking. Het is nooit een issue geweest’, vertelt Tanja over een volkomen vanzelfsprekendheid.
Toch dachten we voor het gesprek dat haar collega Jolanda van Knotsenburg coördinator voor de banenafspraak bij het ROC in Tiel is. ‘Dat is hier niet nodig’, horen we. Zij is dus personeelsfunctionaris. En vertelt: ‘Als men elkaar hier zou vragen wie er hier in het kader van de banenafspraak werkt, weten mensen dat echt niet. Wij zien ze ook niet als aparte mensen, het zijn gewoon reguliere collega’s.’
Fijne collega
Jolanda noemt het voorbeeld van iemand die al 25 jaar via een bepaalde regeling bij ROC Rivor werkte. Toen zijn functie kwam te vervallen, brak er op zijn afdeling waar hij werkte nog net geen opstand uit om hem voor ROC Rivor te behouden.
Sindsdien werkt hij met (en tot) even grote tevredenheid bij de repro. ‘Ook door de vrolijke noot die hij inbrengt. Hij reageert op intranet altijd als eerste met een persoonlijk welkom voor nieuwe medewerkers’, noemt en roemt Jolanda deze fijne collega.
Geloven in kansen
De betrokken aandacht voor mensen wordt door de hele organisatie gedragen. Van het managementteam met daarin het hoofd bedrijfsvoering tot en met de teamleiders. Zij pakken maatschappelijke verantwoordelijkheid op en geloven in kansen.
Voor wie dat niet gelooft: die houding wordt mede ingegeven door de steevast geslaagde inzet van de mensen om wie het gaat. Het is al die jaren nog maar één keer voorgekomen dat een match in praktijk minder goed uitpakte.
Na de grote betrokkenheid en geslaagde inzet noemt ROC Rivor als derde – en zeker niet eerder – ook de werkgeverskosten die voor een banenafspraakbaan echt lager liggen.
Veel hoger
Om al die redenen zit ROC Rivor aanzienlijk hoger dan ze in het kader van de banenafspraak had moeten bereiken. Getallen? Eind vorig jaar moesten ze op 3,7 extra banen zitten. Op dit moment heeft Rivor 18,1 banenafspraak-banen.
Een groot deel hiervan, 12,9 om precies te zijn, bestaat uit inkoop van de schoonmaakdienst. Die staan bij de onderwijsinstelling niet op de loonlijst maar tellen in de schoonmaaksector wel mee. Het andere deel van 5,2 fte heeft ROC Rivor in dienst genomen. Zij zijn afgelopen jaren aangetrokken en werken bij de financiële administratie, als conciërges en bij de facilitaire dienst.
Korte lijnen
Los van principes, hoe het kan dat hier de ene na de andere vacature voor mensen met een beperking wél wordt ingevuld? Ten eerste door korte lijnen met in hun geval Werkzaak Rivierenland. Die begeleidt werkzoekenden bij het vinden en behouden van werk en adviseert werkgevers bij het bieden van werk.
‘Maar het zit hier ook in de cultuur en de kleinschaligheid. Je kent elkaar. Een collega met een beperking is een collega’, reageert Jolanda van Knotsenburg. ‘Het is dat ik nu elk jaar aan het tellen ben’, vertelt Tanja de Jong over het aantal mensen waar het om gaat. ‘Anders zouden we het niet eens weten’.
Waardevol
De schoonmaakgroep heeft een externe begeleider. De collega’s die bij het ROC op de loonlijst staan, hebben hun teamleider als eerste gesprekspartner. Maar de hr-afdeling heeft wel weet van hun positieve ervaringen en verhalen. Zoals dat van de nieuwe collega die moeite had om te wennen aan haar nieuwe werkomgeving. Maar na een aantal weken, bleken ze een heel waardevolle kracht op de administratie te hebben binnengehaald.
Mensen
Tenslotte natuurlijk de vraag wat andere mbo-instellingen van het voorbeeld uit Tiel kunnen leren. Tanja zegt nog eens: ‘Geloof in kansen in plaats van beperkingen. En zoek als werkgever een zakelijke partner voor de uitvoering om direct mee te kunnen schakelen’.
Jolanda noemt eveneens het goede contact in de dienstverlening rond vacatures. ‘Maar ik denk ook aan de mens achter het werk. Met respect voor eenieders privacy is het soms ook goed om even heel open met elkaar te kunnen praten. Dan hebben mensen het er ook voor over om rekening met elkaar te houden’.
Zodat je nog dichter bij wat er allemaal wél mogelijk is komt. En bij plezier en voldoening op de werkvloer, denken we er zomaar bij.
Tekst: Klaas Salverda