Het Landelijk Ondersteuningsteam Regionale Arbeidsmarkt, de voormalige Programmaraad, organiseerde de online bijeenkomst ‘In gesprek met SZW’. Tijdens deze bijeenkomst gaf het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een update over de ontwikkelingen rondom de Banenafspraak.

Het ministerie gaf aan de toekomstige ontwikkeling van de banenafspraak als een drietrapsraket te beschouwen. Allereerst is het wetsvoorstel vereenvoudiging banenafspraak nog in behandeling van de Eerste Kamer. Als tweede wordt een verdere verbreding van de doelgroep banenafspraak onderzocht en als derde wordt gekeken naar een fundamentelere herziening van de banenafspraak voor de komende jaren.

Wetsvoorstel
Het wetsvoorstel vereenvoudiging banenafspraak regelt het opheffen van het onderscheid tussen de overheid en markt, introduceert een nieuw bonus-malussysteem, maakt het loonkostenvoordeel permanent en bevat een minimale doelgroepsverbreding.

Dit wetsvoorstel is met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer en zal nu door de senaat moeten. De Eerste Kamer heeft aangekondigd een eerste ronde met schriftelijke vragen te willen doen. Als de Eerste Kamer het voorstel voor 1 juli behandelt, is het mogelijk een deel van de voorstellen per 1 januari 2026 worden ingevoerd.

Verdere Verbreding
Het ministerie studeert op een verdere verbreding van de doelgroep banenafspraak. Het zou dan gaan om mensen in de WIA en WW die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Vanwege de haken en ogen die dit op uitvoeringsniveau met zich meebrengt, is nog onbekend wanneer deze plannen zullen worden gepresenteerd.

Fundamentelere herziening
Dat geldt niet voor het derde element van de SZW-drietrapsraket. Staatssecretaris Nobel had al aangekondigd voor de zomer een brief naar de Tweede Kamer te willen sturen met daarin verkenningen voor de toekomst.

Tijdens de online sessie voegde het ministerie daaraan toe dat er wordt gedacht aan een uitbreiding, in de richting van de definities van het VN-verdrag handicap. Leidend principe zou dan moeten zijn dat de instrumenten die kunnen worden ingezet niet meer afhankelijk zijn van de specifieke uitkering die iemand heeft, maar van de vraag: ‘wat heeft iemand nodig?’

Het ministerie bracht in herinnering dat in de komende Kamerbrief over dit onderwerp nog geen harde keuzes gemaakt zullen worden, maar dat een aantal opties en scenario’s zullen worden uitgewerkt.

De online bijeenkomst ‘In gesprek met SZW’ is hier terug te kijken>>