Mensen met arbeidsbeperkingen zonder vast contract komen moeilijk aan werk, ondanks financiële prikkels in het stelsel.

Het idee achter het stelsel is dat mensen met arbeidsbeperkingen zonder werkgever een nieuwe baan moeten kunnen vinden bij reguliere werkgevers. Maar het ‘stelsel’ werkt het best voor mensen met een vast contract. Zieke werknemers met een vast contract re-integreren vaak bij hun werkgever in aangepast werk met een WGA-loonaanvullingsuitkering. Daarentegen nemen werkgevers om tal van redenen weinig ‘nieuwe’ mensen met arbeidsbeperkingen in dienst.

Dat is een van de conclusies uit het eindrapport van de Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) die een advies samenstelde over varianten voor een arbeidsongeschiktheidsstelsel. Sociale partners, uitvoeringsorganisaties, professionals, cliëntenorganisaties en de politiek mogen er nu verder mee.

Kern van de probleemanalyse die aan de toekomst voorafging: het arbeidsongeschiktheidsstelsel is te complex voor bijna alle mensen die ermee te maken hebben. Veel mensen maken hierdoor de stap naar werk niet. Ze overzien niet wat de gevolgen zijn voor hun inkomen en hun rechten. Dat werkt vaak ‘verlammend’.

Kwetsbare mensen
De knelpunten in het huidige stelsel stapelen zich met name op bij de meest kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt, waaronder mensen met lage inkomens en/of mensen die geen of een flexibel arbeidscontract hebben. Het stelsel verwacht daarnaast te veel zelfredzaamheid van vroeggehandicapten: zij belanden in een doolhof aan regelingen.

Met de beste bedoelingen is het allemaal zo precies mogelijk gemaakt, waarbij in wet- en regelgeving precies is vastgelegd wie, wat, wanneer moet doen en op welke wijze. De verfijnde systematiek van beoordelen, berekenen en verrekenen en de samenloop van op zich al ingewikkelde regelingen is zo een ‘doolhof zonder richtingaanwijzers’ geworden.

OCTAS over werkgevers
‘Werkgevers zijn cruciaal voor re-integratie. Veel werkgevers willen wel mensen met een beperking in dienst nemen, maar slechts weinigen doen dat in de praktijk. We beseffen dat er al veel gedaan is om mensen weer aan het werk te helpen, maar we moeten hier op blijven inzetten. Iedereen is nodig om de tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen. Werkgevers lopen nog te veel aan tegen ingewikkelde regels. Ze vinden het lastig om een goede inschatting van de risico’s en kosten te maken. De beeldvorming moet anders. Door betere voorlichting en een uitbreiding van instrumenten, die werkgevers ondersteunen’.

Stelsel werkt onvoldoende
De commissie-OCTAS concludeert dan ook dat de doelstelling om mensen te activeren en weer te laten werken onvoldoende uit de verf komt: ‘Slechts een beperkt deel van de mensen die op papier kan werken, werkt ook. Financiële prikkels in de wet kunnen juist een verlammend effect hebben. Zieke mensen zonder arbeidsovereenkomst krijgen nauwelijks begeleiding in de ziekteperiode en kunnen daardoor tussen wal en schip vallen’.

Voor de commissie is het uitgangspunt dat oplossingsrichtingen gekozen worden die ‘uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar’ zijn, en waarbij rekening wordt gehouden met de meest kwetsbaren in de maatschappij. Zo lag er voor de commissie een complexe opgave om tot een ‘rechtvaardige vereenvoudiging’ te komen.

Drie varianten
De commissie legt drie varianten aan het ministerie van SZW als opdrachtgever voor:
1. Huidig stelsel beter:
een inkomensverzekering die is gebaseerd op de huidige regelingen, met daarbij een aantal (grote) hervormingen. In deze variant ligt de nadruk op het vereenvoudigen van het huidige stelsel en het verminderen van het aantal knelpunten en ‘hardheden’.
2. Werk staat voorop:
een re-integratieverzekering met in de eerste jaren het accent op re-integratie. Als die re-integratie niet of niet voldoende lukt, komen mensen uiteindelijk voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking. In deze variant ligt de nadruk op wat mensen wél kunnen, in plaats van wat ze níet kunnen.
3. Basis voor werkenden:
een basisverzekering waarbij de overheid een minimumuitkering garandeert voor alle werkenden. De uitkering wordt vervolgens (verplicht) aangevuld voor werknemers. In deze variant ligt de nadruk op één gelijke regeling voor alle werkenden: werknemers en zelfstandigen.
+ Gids in doolhof:
als een soort vierde is er nog een ‘gids in doolhof’ waarbij de commissie voor niet-werkenden een aantal maatregelen voorstelt die specifieke knelpunten kunnen verminderen. Het huidige stelsel (met de Wajong voor vroeggehandicapten met duurzaam geen arbeidsvermogen) blijft vooralsnog intact. Vroeggehandicapten die hier niet aan voldoen blijven aangewezen op de Participatiewet.

Omdat het om mensen gaat voert het rapport vijf hoofdpersonen op. Oscar, Chantal, Tarik, Alex en Samira hebben elk een uniek verhaal. Maar ook één ding gemeen: ze leven met een arbeidsbeperking.
We zien hoe zij op dit moment navigeren door bestaande wetten en regels. Maar je krijgt ook gaandeweg een kijkje in hun toekomst, nadat de voorgestelde veranderingen uit de varianten zijn ingevoerd. Bij elke variant geven de hoofdpersonen een score op vijf criteria. Los van de fiscaliteit (belastingregels) zijn die criteria: inkomen, werk, zekerheid, complexiteit en begeleiding.

Inclusieve arbeidsmarkt
Los van stelselvarianten pleit de commissie duidelijk voor een inclusieve arbeidsmarkt zonder stigma’s: ‘Mensen met beperkingen lopen tegen vooroordelen en moeizame acceptatie aan. Re-integratie is niet eenvoudig. Vaak heeft het stigma dat iemand kwetsbaar is, een grotere invloed dan de klachten zelf. Dat belemmert dat mensen (weer) aan het werk komen’.

Relatief eenvoudige en betaalbare interventies gericht op bewustwording van het stigma, kunnen volgens de commissie-OCTAS al leiden tot sterk verbeterde arbeidskansen. Zij noemt het faciliteren van gesprekken hierover op de werkvloer: ‘Hierdoor nemen de kansen op meer duurzame arbeidsrelaties toe en neemt de instroom in een arbeidsongeschiktheidsuitkering af’. De commissie beveelt dan ook aan om in dit soort interventies te investeren.

Zonder werkgevers geen werk
Werkgevers zijn cruciaal om mensen weer aan het werk te krijgen, bevestigt het adviesrapport volmondig: ‘Alleen als zij bereid zijn en mogelijkheden zien om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en te houden, kan re-integratie een succes worden’.

De commissie noemt de banenafspraak ‘succesvol bij private werkgevers’, maar stelt ook vast dat veel werkgevers terughoudend zijn met het aannemen van iemand met een arbeidsbeperking. In de varianten wordt uitgebreid ingegaan op hoe werkgevers een helpende hand kan worden geboden en hoe hun risico’s verkleind kunnen worden.

Uitbreiding no-riskpolis
Zo stelt de commissie voor de no-riskpolis, die is ingevoerd om de risico’s voor een werkgever te beperken wanneer deze iemand met een arbeidsbeperking in dienst neemt, uit te breiden. Met name naar langdurig zieke werknemers waarbij re-integratie bij de eigen werkgever niet lukt. Nieuwe werkgevers lopen dan geen risico op loonkosten bij ziekte.

Verder stelt de commissie voor om de banenafspraak uit te breiden met WIA-gerechtigden die niet op de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen omdat hun productiviteit te laag is, maar die wel nog arbeidsvermogen hebben. Dit sluit aan bij bestaande plannen om de banenafspraak uit te breiden met een groep WIA-gerechtigden die geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen.

Tekst: Klaas Salverda