De arbeidsparticipatie van mensen met een beperking is in de periode 2021-2022 weer toegenomen en is inmiddels hoger dan voor de coronapandemie. Het herstel is het sterkst bij mensen met een Participatiewet-uitkering die vallen onder het doelgroepregister voor de Banenafspraak.
UWV volgt de ontwikkelingen in de arbeidsparticipatie van Wajongers, mensen met een WGA-uitkering, WIA 35-minners en mensen die onder de Participatiewet vallen en in het doelgroepregister voor de Banenafspraak zijn opgenomen. Ook kijkt de uitvoeringsorganisatie hoeveel werkgevers werknemers met een arbeidsbeperking in dienst hebben.
Arbeidsparticipatie stijgt
De coronacrisis zorgde in 2020 voor een daling in de arbeidsparticipatie van alle groepen waar de Monitor arbeidsparticipatie arbeidsbeperkten zich op richt. In de periode 2021–2022 is duidelijk herstel opgetreden: de arbeidsparticipatie van alle groepen is zelfs hoger dan voor de coronacrisis. Deze stijging is overigens mede het gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt. Intussen blijft de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking nog sterk achter op die van de totale beroepsbevolking (82,2% in 2022).
Feiten rond Participatiewetters
- In 2022 stroomden 12.400 Participatiewetters het doelgroepregister in, bijna 300 minder dan in 2021. Dit is het laagste aantal sinds de invoering van de Participatiewet in 2015.
- Eind 2022 bestond de groep Participatiewetters in het doelgroepregister uit 117.400 mensen. Daarvan werkten er 60.700, 7.700 meer dan eind 2021. Het aandeel werkenden nam hiermee in 2022 onder invloed van de krapte op de arbeidsmarkt verder toe naar 51,7%.
- In 2022 had 54% van de werkende Participatiewetters in het doelgroepregister een tijdelijk dienstverband en werkte 11% via een uitzendcontract. 35% werkte met een vast contract. Het aandeel met een vast contract is ten opzichte van 2021 met 2 procentpunt gestegen. Het aandeel met een uitzendcontract is met 2 procentpunt gedaald.
- Van de Participatiewetters die eind 2021 een tijdelijk contract hadden, werkte 63% na één jaar nog steeds met een tijdelijk contract of had een uitzendbaan. Dat percentage is vergeleken met 2020 met 2 procentpunt afgenomen.
- Van de Participatiewetters die in 2021 zonder werk het doelgroepregister instroomden, vond 52% binnen een jaar op enig moment werk. Dat is 8 procentpunt meer dan bij de Participatiewetters die in 2020 instroomden (44%). Na vier jaar is het percentage werkhervatting bijna 70% en dit zal waarschijnlijk nog verder toenemen.
- Van de Participatiewetters in het doelgroepregister die in 2021 hun werk verloren, heeft bijna 70% binnen twaalf maanden weer werk gevonden. Dat is 7% meer dan bij de groep die in 2020 het werk verloor. Als men twee jaar na werkverlies niet een nieuwe baan gevonden heeft, dan lijkt de kans daarop later erg klein.
Participatiewet
In 2020 daalde het percentage werkende Participatiewetters die in het doelgroepregister voor de Banenafspraak zijn opgenomen van 46,4% in 2019 naar 45,3%. In 2021 en 2022 steeg het aandeel werkenden sterk, waardoor het eind 2022 met 51,7% ruim 6 procentpunt boven het niveau van eind 2020 lag. Daarmee is de trendmatige stijging van het aandeel van deze groep, die door de pandemie onderbroken was, hersteld.
Werkgevers
Eind 2022 had 5,5% van het totale aantal reguliere werkgevers – dus niet de groep vallende onder een eventueel quotum – een Wajonger in dienst, 6,2% een WGA‑gerechtigde en 7,2% een Participatiewetter uit het doelgroepregister. In totaal had eind 2022 14,7% van de werkgevers ten minste één werknemer uit een van deze drie groepen in dienst. Dat is 2 procentpunt meer dan in het coronajaar 2020.
Bij de Participatiewetters is in meer dan de helft van de bedrijfstakken sprake van stijgingen met dubbele cijfers. Met als grootste stijger de landbouw, groenvoorziening en visserij waar het aantal dienstverbanden stijgt van 159 naar 181 per 10.000 werknemers.
Bron: UWV