Nog geen week nadat de ministerraad akkoord ging en slechts tien dagen nadat de Raad van State advies uitbracht, heeft minister Carola Schouten voor Participatie het wetsvoorstel dat de Participatiewet wijzigt op de valreep bij de Tweede Kamer ingediend.

Carola Schouten Beeld: ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Het voorstel, Participatiewet in balans geheten, wijzigt niet alleen de Participatiewet maar ook de Wet inkomensvoorziening en oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

De balans zit op tal van onderdelen met aanpassingen van deze wetten op principes van bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving. Het wetsvoorstel waar het nu om gaat voorziet in ruim 20 verschillende aanpassingen van de Participatiewet die volgens het vertrekkende kabinet op korte en middellange termijn realiseerbaar zijn. Overkoepelend stond de huidige regering met haar voorstel voor ogen de mens meer centraal te stellen en van vertrouwen uit te gaan. Een ander belangrijke kenmerk is vereenvoudiging van regelgeving.

Vervolgtraject
Het advies van de Raad van State is nog maar net uit. Minister Schouten is er blij mee dat dit hoogste adviesorgaan van de regering de fundamentele herziening een ‘noodzakelijke vervolgstap’ vindt. Samen met het aannemen van een recente motie waarbij de Tweede Kamer zich uitspreekt voor het doorgang vinden van de voorgenomen aanpassingen in de Participatiewet, biedt dit volgens haar een goede basis voor het vervolgtraject. Het demissionaire kabinet ging vorige week akkoord.

Maatschappelijke participatie
De regering verheldert in de jongste stukken waarom maatschappelijke participatie als re-integratievoorziening kan worden aangeboden. Dat geldt ook voor onbeloonde activiteiten door bijstandsgerechtigden die nog geen mogelijkheden hebben tot arbeidsinschakeling. Gemeenten kunnen hierover afspraken maken met een bijstandsgerechtigde.

Daarnaast krijgt een bijstandsgerechtigde het recht om zelf het initiatief te nemen tot maatschappelijke participatie. De regering verwacht dat dat bijdraagt aan de bereidheid om de generieke participatieplicht na te komen.

Mocht een persoon volharden in het niet willen meewerken aan deze verplichting dan staat de mogelijkheid open voor de gemeente om een passende maatregel op te leggen in de vorm van het verlagen van de uitkering. Het wetsvoorstel verplicht gemeenten om beleid voor maatschappelijke participatie en de ondersteuning daarbij in hun verordening op te nemen.

Toegang tot de arbeidsmarkt
De Afdeling adviseerde ook meer inzicht te bieden in de effecten van het voorstel op de toegang tot de arbeidsmarkt. De regering legt uit dat deeltijdarbeid en het vrijlaten van inkomsten uit werk voor een aantal mensen een waardevolle tussenstap kan zijn naar volledige uitstroom uit de bijstand.

Een ander deel kan volgens haar alleen met ondersteuning op de arbeidsmarkt terechtkomen. Instrumenten als loonkostensubsidie, persoonlijke ondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld een jobcoach of werkplekaanpassingen kunnen drempels wegnemen om deze mensen te laten werken. Minister Schouten noemt ook de banenafspraak met de daaraan gekoppelde instrumenten die mensen in voorkomende gevallen de steun in de rug kan geven richting betaald werk.

Voor anderen blijkt maatschappelijke participatie uiteindelijk het maximaal haalbare.

Werk niet haalbaar
Zoals bekend wordt in het vervolgspoor 2 van Participatiewet in balans gekeken naar een bredere, meer fundamentele herziening van de Participatiewet. ‘De realiteit die uit verschillende onderzoeken naar voren komt, is dat betaald werk voor een significante groep ook in de toekomst niet haalbaar is’, zo reageert demissionair minister Schouten op het Raad van State-advies.

In dat spoor gaat het dan ook veel meer om de ondersteuning die mensen nodig hebben. In diezelfde lijn wordt de reikwijdte van het experimenteerartikel met ontheffing van verplichtingen verder verbreed en uitgebreid.

Uitvoerbaarheid
De Raad van State vond ook dat een integrale beoordeling van het wetsvoorstel niet goed mogelijk is, omdat de toelichting onvoldoende inzicht zou bieden in de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel door gemeenten. De regering geeft op haar beurt aan dat de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel vanaf het begin juist een belangrijk uitgangspunt is geweest. Daarbij zijn alle in aanmerking komende partijen betrokken, hebben er tal van gesprekken plaatsgevonden en ook schriftelijke rondes waarin concrete voorstellen van commentaar konden worden voorzien.

Categoriale bijzondere bijstand
De regering schrapt bij nader inzien de grondslag voor het verlenen van categoriale bijzondere bijstand op grond van lagere regelgeving. In de afgelopen tijd is door de aanpak van de energiecrisis en bij het vinden van een oplossing voor de zogenaamde ‘alleenverdienersproblematiek’ gebleken dat categoriale bijzondere bijstand niet altijd het juiste instrument is om de getroffen groep te bedienen, constateert de demissionaire minister. Volgens haar biedt dat instrument mogelijk toch niet het haakje dat in een volgende crisis de goede basis vormt om een hele groep te dienen.

De komende tijd zijn de Tweede Kamer en het nieuwe kabinet aan zet.

Tekst: Klaas Salverda