De Raad van State begrijpt dat de regering de Participatiewet wil wijzigen om in de uitvoering de mensen om wie het gaat meer centraal te stellen en van vertrouwen uit te gaan.

Maar omdat het algehele effect van het eerste spoor hiervoor niet eenvoudig is vast te stellen, benadrukt de Afdeling advisering ook het belang van de fundamentele herziening die eveneens is aangekondigd. Zij adviseert de regering daarom in de toelichting bij het wetsvoorstel meer inzicht te geven in de uitwerking van dit tweede spoor.

Het wetsvoorstel waar het nu om gaat – spoor 1 van het bredere programma ‘Participatiewet in balans’ – bestaat uit ruim twintig verschillende maatregelen die op korte en middellange termijn te realiseren zijn. De meer fundamentele heroverweging moet als een ‘noodzakelijke vervolgstap’ worden beschouwd op de maatregelen in het wetsvoorstel dat nu voorligt.

Uit de toelichting blijkt niet duidelijk hoe dit zogenoemde spoor 2 inhoudelijk samenhangt met dit voorstel, welke stappen in het kader van spoor 2 al zijn gezet en welke andere stappen op welke termijn gezet zullen worden, schrijft de Raad van State in haar advies. Zij ziet dan ook graag dat de toelichting hierin meer inzicht geeft en daarbij ingaat op de vraag hoe verzekerd is dat de herziening daadwerkelijk gestalte krijgt.

Maatschappelijke participatie
De Afdeling heeft begrip voor de wens van de regering om andere vormen van participatie dan betaalde arbeid een gelijkwaardiger positie te geven. Uitstroom naar betaald werk is niet voor iedereen een reële mogelijkheid. In de toelichting bij het wetsvoorstel moet de regering wel verduidelijken welke rol de gemeente heeft als een bijstandsgerechtigde niet zelf invulling geeft aan diens verplichting tot maatschappelijke participatie.

In breder verband roept de introductie van maatschappelijke participatie volgens het adviesorgaan van de regering wel vragen op over (de inclusiviteit van) de arbeidsmarkt. Het (weer) aan het werk krijgen van mensen hangt niet alleen af van de individuele omstandigheden van bijstandsgerechtigden, maar ook van de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt.

Uitvoeringspraktijk gemeenten
Daarnaast merkt de Afdeling op dat het noodzakelijk is dat de toelichting nader ingaat op de uitvoeringsgevolgen van het voorstel voor de gemeenten. In het bijzonder op de financiële en personele gevolgen van de maatregelen die maatwerk willen bevorderen.

Om maatwerk in de uitvoering te bevorderen, stelt de regering voor de handelingsruimte voor de uitvoerende professional te vergroten. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de gemeentelijke uitvoeringspraktijk, aldus de Raad van State. Het bieden van maatwerk is arbeidsintensief, terwijl de huidige krapte op de arbeidsmarkt het voor gemeenten moeilijk maakt om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden.

Decentrale uitvoeringspraktijk
In het verlengde hiervan wijst de Afdeling erop dat ruimte bieden voor maatwerk op decentraal niveau meebrengt dat verschillen tussen gemeenten die het uitvoeren, kunnen toenemen. Het is belangrijk om te erkennen dat verschillen in de uitvoering horen bij een decentrale uitvoeringspraktijk, aldus de Raad van State. Maar er moet wel voorkomen worden dat de toepassing van maatwerk enkel afhangt van verschillen in beschikbare tijd en capaciteit tussen gemeenten.

Nu de toelichting onvoldoende inzicht biedt in de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel voor de gemeenten is een integrale beoordeling van het voorstel niet goed mogelijk, concludeert de Raad van State.

Categoriale bijzondere bijstand
De regering heeft volgens de Raad van State ook onvoldoende gemotiveerd waarom een grondslag in de Participatiewet noodzakelijk is voor een algemene maatregel van bestuur op basis waarvan categoriale bijzondere bijstand kan worden verleend. Ook op dit onderdeel is volgens haar niet duidelijk wat de financiële en uitvoeringsgevolgen van de maatregel zijn. Daarnaast moeten in de wet toereikende procedurele en materiële waarborgen worden opgenomen voor een terughoudend gebruik van deze grondslag.

Het huidige maar demissionaire kabinet zag het geheel uit spoor 1 als een samenhangend pakket van ruim twintig maatregelen dat uitvoeringsprofessionals ‘op korte termijn meer ruimte moet bieden om te doen wat nodig is om mensen goed te ondersteunen’. Minister Schouten gaf kortgeleden nog in de Kamer aan dat het programma in volle gang is, maar dat het aan het nieuwe kabinet is of het hiermee doorgaat of niet.

Tekst: Klaas Salverda

Lees hier de samenvatting of de complete tekst van het advies>>